Een derde ouderen woont thuis met beperkingen
28-04-2015
• leestijd 2 minuten
Een derde van de ouderen die thuis blijft wonen, heeft moeite met de dagelijkse handelingen in huis. Ze hebben vooral problemen met traplopen en het doen van zwaar huishoudelijk werk. Dat blijkt uit de Gezondheidsenquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Beperkingen
Twee derde van de thuiswonende 65-plussers ervaart geen beperkingen. Naarmate de leeftijd vordert, daalt het percentage ouderen zonder beperkingen. Van de 65- tot 74-jarigen heeft 79 procent geen beperkingen, bij 75 jaar en ouder is dat nog maar 51 procent. Vrouwen hebben vaker een of meer beperkingen in het dagelijks leven dan mannen.
Enquête
Het CBS heeft in de enquête vragen gesteld over de basishandelingen zoals traplopen, in en uit bed stappen, eten, zich wassen en aankleden. Sinds 2014 zijn ook meer complexe handelingen in het dagelijks leven, zoals huishoudelijke werk, de maaltijd bereiden, boodschappen doen, het bijhouden van geldzaken en dagelijkse administratie in de vragenlijst opgenomen. Met boodschappen doen heeft respectievelijk 6 en 19 procent grote moeite. Een op de twintig 65-plussers heeft problemen met het op tijd innemen van medicijnen, en een op de honderd met telefoneren.
Zelfstandig wonen
De overheid wil ouderen steeds langer zelfstandig laten wonen. Dat is volgens het CBS te zien aan de cijfers. Het aantal ouderen in Nederland groeit snel, maar het aantal ouderen in een verzorgings- of verpleeghuis of een andere (zorg)instelling daalt. In 1995 woonde nog 17 procent van de 75-plussers in een instelling, in 2014 nog maar 10 procent. Van de 65-plussers woonde 95 procent thuis, dat zijn bijna 2,8 miljoen mensen. ANP