Dexia: eerst bewijs, dan compensatie

Mensen die in het verleden via een tussenpersoon een omstreden aandelenleaseproduct hebben gekocht, moeten nog maar bewijzen dat zij in aanmerking komen voor een volledige compensatie. Dat stelt de Belgische bank Dexia in een reactie op een uitspraak van de Hoge Raad in de langslepende affaire.

Uitspraak
Het hoogste Nederlandse rechtscollege bepaalde vrijdag dat circa 10.000 klanten van Dexia volledig gecompenseerd moeten worden, als zij hun aandelenleasecontract hebben afgesloten via een tussenpersoon die niet over de juiste papieren beschikte. Dat zal per individueel geval in de rechtszaal moeten worden vastgesteld, aldus de bank.

Daarbij zullen klanten zelf met bewijzen moeten komen, stelt Dexia. Bovendien vermoedt de bank dat sommige zaken niet tot extra compensatie zullen leiden, omdat ze inmiddels verjaard zijn. De bank laat weten de precieze gevolgen van het vonnis nog te bestuderen.

Schulden
Aandelenlease, een constructie waarbij met geleend geld wordt belegd in aandelen, was in de jaren negentig erg populair. Maar toen vlak na de eeuwwisseling de internetzeepbel barstte, bleven veel mensen met een fikse schuld zitten.

Daar stelden zij in veel gevallen de aanbieder voor aansprakelijk. Het kwam tot een schikking, na bemiddeling door voormalig DNB-president Wim Duisenberg. Maar een deel van de gedupeerden besloot door te procederen omdat slechts een deel van de geleden schade werd vergoed.

Dexia raakte in de affaire verstrikt toen het in 2000 Bank Labouchère overnam van Aegon. Dat bedrijf was op zijn beurt eigenaar van Legio Lease, de grootste aanbieder van aandelenleasecontracten in Nederland.