Consumenten en supermarkten kiezen vaker voor Beter Leven-kip

Ook bij supermarkten staat dierenwelzijn hoger op de agenda, waardoor pluimveebedrijven wel aan de vraag moeten voldoen. Dat is voor het dierenwelzijn goed, maar er is een keerzijde, aldus ABN AMRO. Het leidt tot hogere productiekosten, meer CO2-uitstoot en hogere prijzen in de supermarkt. Dieren die meer bewegen, hebben meer voedsel nodig. "En dat heeft een hogere CO2-voetafadruk tot gevolg", stelt ABN AMRO. "De sleutel voor verlaging van de CO2-uitstoot ligt onder meer in de gebruikte grondstoffen voor pluimveevoer."

De Nederlandse mengvoerindustrie loopt voorop in de kennis over dit soort reststromen en het verkleinen van de CO2-voetafdruk van grondstoffen, aldus de bank. Met deze kennis zijn mengvoerleveranciers in staat om pluimveehouders te helpen bij het verlagen van hun milieu-impact.

ABN AMRO verwacht dat het aandeel pluimveevlees met een Beter Leven-Keurmerk zal toenemen van 5 tot 10 procent in 2021 naar 60 tot 80 procent in 2025. Ook verwacht de bank een daling van het totaal aantal vleeskuikens met 15 tot 25 procent in Nederland.

De pluimsector in Nederland bevindt zich in de top als het gaat om de overgang naar diervriendelijkere houdsystemen. Zo kan hier 90 procent van de leghennen vrij bewegen, terwijl dat in Europa gemiddeld 52 procent is. Ook bij vleeskuikens gaat het er diervriendelijker aan toe dan voorheen. ANP