Bypass operatie beter voor complexe patiënt dan dotteren
23-02-2018
•
leestijd 1 minuten
•
440 keer bekeken
•
Patiënten die ernstige afwijkingen hebben aan hun kransslagaders kunnen beter worden geopereerd dan gedotterd. Na een openhartoperatie (bypass) is hun kans om te overlijden 20% kleiner dan na dotteren. Dat blijkt uit onderzoek van onder andere het Erasmus MC, dat online is gepubliceerd in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift
The Lancet
.
Vaker dotterbehandeling
In Nederland ondergaan jaarlijks ruim 38.000 mensen een dotterbehandeling. Daarbij wordt de vernauwing in de kransslagaders opgeheven door een ballonnetje in de aderen op te blazen en de aderen eventueel te ‘stutten’ met een stent. Een bypassoperatie, waarbij de borstkas moet worden geopend, is veel ingrijpender dan een dotterbehandeling en wordt daarom veel minder vaak (4500 keer per jaar) gedaan.
Openhartoperatie beste optie
Echter, een openhartoperatie blijkt de beste optie voor patiënten die niet met spoed een behandeling nodig hebben maar wel ernstige verstoppingen hebben of die vernauwingen hebben op meerdere plekken, vooral in combinatie met diabetes.
Minder sterfgevallen openhartoperatie
Specialist in opleiding Stuart Head, thoraxchirurg (hart-longchirurg) in het Erasmus MC, leidde het internationale onderzoek. Head onderzocht casussen van in totaal 11.518 patiënten die de afgelopen jaren in verschillende gerandomiseerde onderzoeken ofwel een bypassoperatie ofwel een dotterbehandeling hadden ondergaan. Patiënten die geopereerd waren hadden 20% minder kans om te overlijden ten opzichte van patiënten die een dotterbehandeling kregen. Van de patiënten die geopereerd waren, overleed 9,2 procent binnen vijf jaar. Bij de mensen die gedotterd waren, was dat 11,2 procent