In Nederland staan acht miljoen auto's gemiddeld 23 uur per dag stil. Een voor de hand liggende vraag is: Kan dat niet anders? Eén van de alternatieven op een eigen auto is het autodelen met de buurt. Dit kan niet alleen schelen in de portemonnee, maar verlaagt ook de CO2-uitstoot en kan zorgen voor meer groen in de straat. Dus hoe zet je zo’n initiatief op? En voor wie is dit aantrekkelijk?
Rekentool: In de uitzending zeiden we dat je kunt uitrekenen of het in jouw situatie loont om een deelauto te nemen. De ANWB heeft daarvoor deze rekentool online gezet.
Een groot deel van de oppervlakte van onze openbare ruimtes wordt benut door de auto. Zo gaat tot wel 50 procent van de openbare ruimte in steden op aan stilstaande én rijdende auto’s. En dat terwijl een auto maar liefst 96 procent van de tijd ergens ongebruikt geparkeerd, blijkt uit een rapport uit 2022 van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM).
Doordat er zoveel ruimte wordt ingenomen door auto’s, is er minder ruimte om juist meer nieuwbouwwoningen te bouwen, die juist zo hard nodig zijn. Op dit moment groeit het wagenpark harder dan het aantal nieuwbouwwoningen in Nederland, stelt mobiliteitsadviseur Haye Bijlsma.
In de regel vervangt één deelauto vier tot acht privéauto’s, meldt Rijkswaterstaat. In Oosterbeek dacht een duurzaamheidsgroep daarom: “Dat kan anders!”
De buurtgenoten verkenden samen met de gemeente en een projectleider de deelauto-opties. Ook kijkt de gemeente met de buurt naar de herinrichting van de straat, want vrijgekomen parkeerplaatsen kunnen nu anders worden ingezet.
Commerciële deelautoaanbieders vonden het niet interessant om deelauto’s in Oosterbeek neer te zetten. In kleinere wijken of gemeenten is er voor hen niet genoeg zekerheid op gebruikers. Om deze reden zie je dit soort aanbieders vooral in de stad en in de buurt van stations.
Daarom sloten de buurtbewoners aan bij een commercieel bedrijf dat gespecialiseerd is in deelauto’s voor buurten. Een voorwaarde is dat er minimaal tien buren of huishoudens zich aansluiten, zodat het streefbedrag aan abonnementen wordt opgehaald, waarmee de auto wordt gefundeerd.
Het resultaat? In juni 2022 kwam de eerste elektrische deelauto in de wijk van initiatiefneemster Hilde. En na het succes en enthousiasme in de eerste wijk was er ook interesse vanuit een tweede wijk in Oosterbeek. Een tweede auto volgde en de groep groeide uit tot 23 deelnemers. Ze rijden beurtelings in de auto en kunnen verschillende abonnementen afsluiten, afgestemd op gebruik. Gebruik je de deelauto niet of minder? Dan kan het abonnement worden aangepast of stopgezet.
Wat de buurtbewoners die nu een half jaar aan het autodelen zijn misschien wel als meest positieve uitkomst zien? Dat is dat de eigen (tweede) auto vaak overbodig blijkt te zijn: in Oosterbeek zijn er zes auto’s uit de straat gegaan. Ook is er meer samenhorigheid en leer je je buren beter kennen.
In de bomenbuurt in Den Haag is een groep buren in 2019 gestart met autodelen. De buurt heeft hiervoor een lokale coöperatie opgericht – met Walter Dresscher van WijZijnDEEL als drijfveer – om zelf meer keuzevrijheid in het proces te houden. Daar is het initiatief zo succesvol, dat er nu honderd bestuurders uit zestig gezinnen deelnemen aan het autodelen in de buurt. Bij het groeien van het aantal deelnemers in een buurt, kan er ook een grotere poule aan deelauto’s in de buurt worden neergezet. Zo heb je als deelnemer een grotere kans dat er altijd een deelauto beschikbaar is.
Wat inwoners van deze buurt als voordelen zien? Je hebt zelf invloed op het aanbod, omdat er maatwerk geleverd kan worden, en bepaalt de prijzen. Daardoor is het altijd goedkoper dan andere deelautoaanbieders. Dresscher schat in dat zijn buurtgenoten zo’n 15 procent goedkoper uit zijn dan bij een commerciële aanbieder. Verder ontstaan er nieuwe vriendschappen en een gemeenschap van betrokken burgers.
Een privéauto die je weinig gebruikt is duur. Daardoor is autodelen met name interessant voor gezinnen die een tweede auto hebben of voor incidentele gebruikers van hun auto. Volgens het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat én volgens Milieu Centraal levert autodelen tot maximaal 12.000 kilometer op jaarbasis een financiële besparing op.
Dat klinkt misschien weinig, maar de gemiddelde benzineauto in Nederland rijdt 9,8 duizend kilometer. Een elektrische auto reed gemiddeld 15,1 duizend kilometer en een diesel 18 duizend. Kortom: een flink deel van de personenauto’s die je nu op straat ziet, kunnen worden ingewisseld voor een deelauto.
Veelal heerst het idee dat autodelen duur is, stelt adviseur Bijlsma, maar mensen beseffen vaak niet hoe duur het hebben van een eigen auto onderaan de streep is. Want tel je de lasten als afschrijving, brandstof, verzekering, belasting, reparatie en onderhoud bij elkaar op? Dan schrik je waarschijnlijk van hoeveel je op jaarbasis en per kilometer betaalt.
Ben je in het bezit van een eigen auto en benieuwd naar hoeveel dit je eigenlijk op jaarbasis kost? Dat kan je aan de hand van de rekentool van de ANWB uitrekenen.
Daarnaast blijkt uit de praktijk volgens alle autodeel-experts dat mensen die overstappen op een deelauto ook minder kilometers maken op jaarbasis. Doordat men namelijk per rit afrekent, denken ze vaker na of een rit per se met de auto gemaakt moet worden.
Hierdoor levert het autodelen een ruimtebesparing op van 37 tot 87 vierkante meter en daarnaast jaarlijks een besparing van 175 tot 265 kilogram CO2, stelt Rijkswaterstaat.
Ondanks de vele voordelen zijn er nog wel een aantal knelpunten als het gaat om autodelen met de buurt. Zo moet je als je als buurt gaat autodelen zelf op zoek naar de voor een buurt werkende constructie. Om te beginnen moet je bedenken of je wil kopen, huren of delen en wat dat voor consequenties met zich meebrengt.
Zo kan je een al aangeschafte auto uit de buurt delen of een nieuwe met de buurt kopen, alleen bestaan er bijna geen autodeelverzekeringen waarmee je als buurt dan ook goed verzekerd bent.
De speciale autodeelverzekering van Centraal Beheer verzekert groepsleden mee via de verzekering van de beheerder. Als iemand schade rijdt, heeft dit geen gevolgen voor de schadevrije jaren of no-claimkorting van de beheerder. Als niet-beheerder bouw je geen schadevrije jaren op, wat lastig kan zijn als je zelf later een autoverzekering afsluit. Verder geldt de verzekering niet voor coöperaties.
Daarnaast kan je een auto huren bij een lease-maatschappij, maar zit je vaak vast aan een langer contract. De auto’s komen veelal met full operational lease, waaronder de auto voor alle gebruikers verzekerd is. Hierdoor is deze auto delen ook duurder dan wanneer je een auto koopt of wanneer je een een bestaande auto gaat delen.
Waar buurtinitiatiefnemers vaak tegenaan lopen, is dat er geen vaststaande parkeerplaats is voor de deelauto. Een gebruiker moet daarom aan het eind van de rit vaak op zoek naar een plekje in de straat, waardoor de volgende bestuurder ook weer op zoek moet naar de auto. Rij je in je buurt met een elektrische auto? Dat maakt het parkeervraagstuk extra lastig, want vaak duurt het krijgen van een laadpaal een jaar en kan het elektriciteitsnet het niet aan.
Volgens het Verbond van Verzekeraars (VvV) zou een verzekering op persoon uitkomst bieden in plaats van een verzekering gebaseerd op geregistreerd bezit. De volledige reactie van de VvV lees je hieronder.
Door de komst van de auto zijn we juist grotere afstanden gaan leggen. Dit komt deels door centralisatie, geleid door financiële voordelen. Waar zie je dit in terug? Denk aan bankfilialen die in veel gemeenten verdwijnen, of zelfs al verdwenen zijn. Men kan immers met de auto eenvoudig naar een filiaal in de stad komen.
Hierdoor zijn we de auto als uitgangspunt gaan nemen, stelt hoogleraar stedelijke toekomstige mobiliteit Marco te Brömmelstoet. Daar zijn we nooit meer over gaan nadenken, waardoor nu bij elk vraagstuk rond de publieke ruimte de auto centraal staat: van nieuwbouwprojecten tot herinrichting van straten.
Zo geeft het Rijk 8 miljard euro uit aan het oplossen van fileproblemen in plaats van te kijken naar alternatieven op de auto. En die kosten liggen niet bij de gebruiker, waardoor die de auto blijft pakken. Als je echter niet meer de auto als uitgangspunt neemt in de publieke ruimte, maar het kind, ziet een straat er al snel heel anders uit: groen, ruim en vooral veilig.
Pas als mensen op een andere manier naar de straat gaan kijken, stelt te Brömmelstoet, kunnen we wat doen aan ons autoprobleem.
Hoe dat eruit ziet in de praktijk? Kijk bijvoorbeeld naar de Catherijnesingel in Utrecht, de verkeersader in het centrum die volledig is omgegooid.
Het artikel gaat verder na onderstaande afbeeldingen.
De oude situatie rond de Catharijnesingel te Utrecht
© Bouwput Utrecht
De nieuwe situatie rond de Catharijnesingel te Utrecht
© Bouwput Utrecht
Om het autodelen te stimuleren werkt de overheid aan een online campagne: Gedeelde Liefde. Ook wil het een nieuw Samenwerkingsprogramma Deelmobiliteit opzetten tussen lokale en regionale overheden en het Rijk.
Kassa heeft het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een aantal vragen met betrekking tot autodelen voorgelegd. De antwoorden kun je via onderstaande link benaderen.
Ben je benieuwd naar een kostenvergelijking? In onderstaand document hebben we wat kostenplaatjes uitgetekend aan de hand van een (fictief, maar in de praktijk best gangbaar) scenario. Via onderstaande document kun je de vergelijking raadplegen.
En hieronder vind je kostenspecificaties van de ANWB voor de drie auto's uit ons rekenvoorbeeld (de Volkswagen ID.3, de Kia e-Niro en de Renault Mégane e-Tech).
Volkswagen ID.3
Kia e-Nero
Renault Mégane e-Tech
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!