Voor het eerst op kamers? Dit moet je weten!

Stiekem is op kamers gaan best spannend. Ineens komt er van alles op je af. Een nieuwe stad, nieuwe huisgenoten en vooral een hoop nieuwe verantwoordelijkheden. 

Heb je eindelijk die kamer weten te bemachtigen? Je huurcontract is stap 1 van op kamers gaan. Zorg ervoor dat er, voor je verhuist, een huurcontract wordt opgesteld en dat deze is ondertekend. Lees deze ook goed na op de kleine lettertjes.

Woon je nu in een andere gemeente? Schrijf je hier dan in. Op deze manier weet de overheid en de Belastingdienst waar je woont.

Bij de meeste gemeentes moet je een afspraak maken, maar bij enkele gemeentes kun je je tegenwoordig eenvoudig online inschrijven. Na het inschrijven dien je nog bij allerlei instanties je adres te wijzigen, zoals bij je bank. Vergeet dit niet! 

Een nieuw huis betekent ook nieuwe spullen. Voor veel studenten is dit één van de leukste dingen aan het op kamers gaan. Ga je in een studentenhuis wonen? Vaak is er al een hoop apparatuur, servies en kookgerei van anderen aanwezig. Overleg voor je spullen aanschaft wat er al is en wat er nog gehaald moet worden. Voor je eigen kamer zal je wel het een en ander moeten aanschaffen. Wie een beetje slim winkelt, houdt hiervoor de aanbiedingen in de gaten.

Dan denk je alles al gehad te hebben… Maar nee, je moet ook al die spullen nog verhuizen. Hoe krijg je dat allemaal naar je nieuwe huis? Het is handig om hiervoor een busje of een bestelwagen te gebruiken. Wellicht ken je iemand in je omgeving van wie je zo’n type auto kan lenen. Je mag in de meeste bestelwagens rijden als je een regulier B-rijbewijs hebt. Controleer dit wel even van tevoren.

Bij het op kamers gaan krijg je opeens te maken met dingen als verzekeringen, belastingen en studeren. Hoe pak je dat aan? Rhea van der Dong van het Interstedelijke Studenten Overleg beantwoordt in ‘ Amber Online: 18 en studeren ’ allerlei vragen rondom de mooiste tijd van je leven: de studententijd.

Het is verstandig om te kijken of je recht hebt op een toeslag of subsidie. Het kan zijn dat je recht hebt op huurtoeslag. Ook krijg je vaak zorgtoeslag. Let wel op hoeveel je naast je studie verdient. Als je te veel verdient, moet je bij de afrekening van de Belastingdienst ineens een hoop geld ophoesten. Dat is geen prettige verrassing!

In ‘ Amber Online: 18 en algemene geldzaken ’ praat Amber met Karin Radstaak, deskundige van het Nibud, over algemene geldzaken. Hoe zit het met geld lenen? En hoe voorkom je dat je in de schulden raakt? Ontdek het hier .

Ga je in een studentenhuis wonen? Dan krijg je te maken met huishoudelijke boodschappen. Van wc-papier tot afwasmiddel, van schuursponsjes tot het huisbier. Uit welk geldpotje gaat dit komen? Er zijn meerdere opties. Je kunt een gezamenlijke rekening openen waarmee alle uitgaven worden betaald. Het nadeel is dat je vaak maar één bankpas hebt (en dus één persoon die verantwoordelijk is voor de boodschappen). Ook kun je een app of website gebruiken om de uitgaven in te voeren. Zo kan elke huisgenoot boodschappen doen en verreken je bijvoorbeeld aan het eind van de maand de uitgaven.

De Belastingdienst. Dat is zo’n instantie waar de meeste studenten voor hun studententijd niet mee van doen hebben gehad. Samen met Daphne Kollenburg van de Belastingdienst zoomen we daarom in ‘ Amber Online: 18 en de belastingdienst ’ in op belastingen en toeslagen.