Dat bacteriën in eten zorgen voor voedselvergiftiging weet je vast al. Misschien omdat het jou al eens overkomen is of omdat je erover gelezen hebt. Welke bacteriën in etenswaren zorgen er nou voor dat je ziek wordt en wat zijn precies de gevolgen? Kassa zet 8 ziekmakende bacteriën voor je op een rij:
1. Bacillus cereus (acute vorm)
Deze bacterie zorgt voor overgeven, meestal al tussen 1 en 6 uur na het eten van het besmette voedsel. Hij komt voor in bereide rijstgerechten (bijvoorbeeld van de Chinees) die te lang en/of niet koud genoeg zijn bewaard. Een oplossing hiervoor is om restjes die je wilt bewaren snel af te laten koelen.
Bacillus cereus (milde vorm)
Jawel, dit is dezelfde bacterie, maar nu hebben we het over de milde vorm. Hij kan in alle etenswaren zitten en heeft het krijgen van diarree als gevolg. De bacterie groeit als het eten op te hoge temperatuur is bewaard. Bereid je gerechten goed en zorg voor de juiste (lage!) koelingstemperatuur van je producten.
2. Campylobacter jejuni
Rauwe kip, gevogelte en melk kan deze bacterie met zich meedragen. Door besmetting kun je diarree krijgen en in extreme gevallen ontstaat er zelfs aantasting van het zenuwstelstel. Maak etenswaren goed gaar en voorkom kruisbesmetting. Dit laatste gebeurt wanneer je de bacteriën op een besmet product op een ander product overbrengt. Dat gebeurt als je het besmette voedsel tegen een andere product aanlegt. Indirect kruisbesmetting kan plaatsvinden via de handen, het gebruikte keukenmateriaal, het aanrecht of bijvoorbeeld in de koelkast.
3. Clostridium botulinum (botulisme)
Deze bacterie komt alleen voor in zelf ingemaakte groenten en vlees, en knoflook in olie. Besmetting kan aantasting van het zenuwstelsel als gevolg hebben en kan in zeldzame gevallen dodelijk zijn. Maak thuis dus geen groenten, vlees of knoflook in!
4. Clostridium perfringens
Vlees en vleesproducten kunnen de boosdoener zijn. Denk hierbij aan soepen en stoofpotjes. Kruiden en specerijen kunnen de bacterie ook bevatten. Diarree is het gevolg van deze besmetting. Koel je vlees en vleesproducten goed en zorg bij bereiding voor een juiste garing.
5. Escherichia coli
Rauw (rund)vlees en rauwe melk dragen deze bacterie met zich mee. Hiervan kan je gaan overgeven of diarree krijgen. Bij kinderen is het mogelijk dat er blijvende nierschade ontstaat. Was je handen goed na het aanraken van rauw vlees en maak alles goed gaar. Voorkom kruisbesmetting.
6. Listeria monocytogenes
Deze bacterie kan voorkomen in rauw vlees, rauwe groenten, zachte rauwmelkse kaas en gasverpakte of vacuümverpakte producten zoals paté, gerookte zalm en voorgesneden groenten. Door de bacterie kan diarree volgen. Koel producten goed en bewaar ze niet te lang.
7. Salmonella
Rauw vlees en rauwe eieren kunnen ervoor zorgen dat je salmonella krijgt. Diarree is een gevolg met mogelijk meer complicaties zoals bijvoorbeeld gewrichtsontstekingen. Was je handen, voorkom kruisbesmetting en zorg voor een goede garing.
8. Staphylococcus aureus
50% van de mensen draagt deze bacterie met zich mee op de handen, in de neus of in de keel. Als je je handen niet wast dan kun je ervoor zorgen dat eten besmet raakt. Braken en diarree volgen deze besmetting. Was regelmatig je handen.