Jouw inkomen bepaalt de hersengroei van je kind. Dit is hoe!

Je inkomen. Je zou er misschien niet direct aan denken, maar het staat toch echt in verband met de hersengroei van een kind. Het gezinsinkomen speelt mee als factor in de hersengroei van het kind. Zo kan geld het denken en het geheugen op positieve, maar ook op negatieve wijze beïnvloeden.

Onderzoekers van negen verschillende universiteiten in de VS, waaronder Kimberly Noble en Elizabeth Sowell, keken in 2015 naar het effect van inkomen op de hersengroei en -structuur van kinderen. Hiervoor werden hersenscans gemaakt bij 1099 pubers en jongvolwassenen en werd het hersenoppervlak en de dikte van hun hersenschors vergeleken. Deze hersengebieden worden vaak met intelligentie geassocieerd. Ook werden ouders geïnterviewd en DNA-tests gedaan om naar de invloed van de opvoeding van ouders en van genen te kijken.

De invloed van gezinsinkomen op de hersengroei is zichtbaar in het brein zelf. Zoals hierboven al benoemd staat, is het met name zichtbaar in het hersenoppervlak en de corticale dikte (dus de dikte van de hersenschors)*.

Het verband tussen het hersenoppervlak en inkomen is het grootst bij mensen die minder verdienen. Zo zijn er grote verschillen te zien in de hersenstructuren die van invloed zijn op geheugen, taal en het nemen van beslissingen. Deze verschillen hadden een duidelijke invloed op het presenteren van de deelnemers. Kinderen van rijkere ouders waren bijvoorbeeld beter in het doen van geheugenproefjes en leestests dan deelnemers met minder rijke ouders. 

Dit effect staat los van de erfelijke eigenschappen die via je genen kunnen worden doorgegeven. Dat betekent dat het DNA niet per se een rol speelt bij het verband tussen hersengroei en inkomen. Het vermoeden is dat vooral stress en voeding invloed hebben op de ontwikkelingen van de hersenen kinderen uit minder rijke gezinnen, aangezien de verschillen al heel vroeg in de ontwikkeling van het brein zichtbaar waren. Zo waren er geen aantoonbare verschillen bij pasgeboren baby’s, maar wel al bij kinderen van drie jaar. 

Maar hoe komt het dat mensen met een hoger inkomen kunnen zorgen voor een betere hersengroei bij kinderen? De Amerikaanse onderzoekers denken dat mensen met het hoger inkomen het vermogen hebben om meer voedzaam voedsel te kopen en hun kinderen een betere omgeving kunnen bieden. Zo kunnen ze bijvoorbeeld een meer stimulerende omgeving inrichten voor thuisonderwijs en ook een veiligere omgeving met meer mogelijkheden tot fysieke activiteit en minder blootstelling aan milieuverontreinigende stoffen.

De onderzoekers pleiten daarom voor een overheidsbeleid dat zich richt op het verminderen van gezinsarmoede. Op deze manier kan de overheid een betekenisvolle invloed hebben op de hersenfunctie en kennisontwikkeling van kinderen. De onderzoekers hebben hiervoor een steekproef uitgezet dat op dit moment nog loopt. We kunnen niet wachten op de onderzoeksresultaten!

Een laag inkomen betekent niet direct dat je niets kunt betekenen in de ontwikkeling van je kind. Aanpassingen op school en thuis kunnen een rol spelen in belangrijke winst op het gebied van gedrag en kennis van kinderen die te maken hebben met sociaaleconomische tegenslagen.

De boodschap van Elizabeth Sowell luidt dan ook niet dat het brein van armere mensen altijd kleiner zal blijven. Wel denken de onderzoekers dat hun voorgestelde overheidsbeleid een positieve invloed kan hebben in het verbeteren van de hersenontwikkeling.