Eén liter kraanwater zorgt voor 0,3 gr CO2. Daarnaast veroorzaakt flessenwater 300 keer zoveel CO2, afhankelijk van de herkomst. Dat Beide conclusies correct zijn blijkt uit onderstaand onderzoek.
Onderzoek
Onderzoeksbureau Pré vergeleek in opdracht van de Consumentenbond in 2005 kraanwater en flessenwater op broeikasgassen. Dit kwam eruit:
Soort water - Broeikasgasemissie
(gram CO2/liter water)
Kraanwater - 0,34
Bronwater in meermalige PETfles (1 en 1,5 liter) - 12 (factor 35 t.o.v. kraanwater)
Bronwater in drankenkarton (2 liter) - 42 (factor 124 t.o.v. kraanwater)
Bronwater in eenmalige PETfles (0,5 en 0,75 liter) - 170 (factor 500 t.o.v. kraanwater)
Bronwater in glas (0,75 liter) - 450 (factor 1.324 t.o.v. kraanwater)
Voor Nederland bestaan de volgende cijfers voor waterverpakkingen (2006):
0,5 L water: 119 miljoen flesjes
75 cl water: 42 miljoen flesjes
Hervulbaar PET 1 liter: 33 miljoen
Hervulbaar PET 1,5 Liter: 72 miljoen
Aan kleine flesjes werden er dus 161 miljoen verkocht, aan grote flessen 105 miljoen, dus anderhalf keer zoveel kleine als grote flessen. Dus als (volgens de tabel hierboven) de kleine 500x zoveel broeikasgassen tot gevolg hebben dan kraanwater, en de grote 35x zoveel, kom je met bovenstaande verhouding van gebruikte flessen in de buurt van het Engelse getal van 300.