7 tips tegen woninginbraak

Ook al hoef je maar kort de deur uit om snel een boodschap te doen, een inbreker heeft maar ‘heel even’ nodig. Jaarlijks zijn er ongeveer zo’n 65.000 inbraken. Niet alleen je huis is een doelwit. Ook schuurtjes, tuinhuisjes en garages zijn voor boeven een mikpunt vanwege de veelal dure apparaten die er opgeslagen staan. Hoe gaan inbrekers te werk? Kassa zocht het in 2011 voor je uit.

Je kunt het inbrekers een stuk lastiger maken om je huis binnen te komen door je ramen en deuren altijd op slot te doen als je het huis verlaat. Doe dit ook bij een eventueel tuinhek en schuur en/of garage. Laat verder geen sleutels aan de binnenkant in het slot zitten. Binnendringers hebben je deur dan binnen een paar tellen opengedraaid.

Het is verstandig om een door het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) of Stichting Kwaliteit Gevelbouw (SKG) goedgekeurd hang- en sluitwerk te gebruiken. Dit soort sloten kun je ook gebruiken bij stevige kozijnen, voor als je langere tijd van huis bent.

Ook is het slim om en lichtje aan te laten, indien je even de deur uitgaat. Ook kun je een lamp met timer instellen, die op bepaalde momenten aangaan. Zo laat je huis een bewoonde indruk achter.

Heb je een tuin? Schaf een schemerschakelaar of bewegingssensor aan. Inbrekers zullen sneller weggaan als ze het risico lopen gezien te worden.

Het gezegde ‘beter een goede buur, dan een slechte vriend’ geldt vooral in de vakantieperiode. Vraag een buurman of goede vriendin om steeds een ander licht in je huis aan te doen als hij of zij jouw planten water komt geven of de post bij de voordeur komt opruimen. Deze persoon kan ook oogje in het zeil houden. Op die manier wordt het minder voor de hand liggend dat je van huis weg bent. Naast het aanzetten van de lampen, kan je buurman ook af en toe je gordijnen open- en dichtdoen.

Haal je kostbare bezit uit het zicht, zoals een iPad op je kamertafel, laptop op je bureau of dure sieraden op je nachtkastje. Zo geef je namelijk een dief te makkelijk een indruk van wat er in jouw huis te halen valt en heeft hij of zij weinig tijd nodig om een snelle buit te halen.

Maak je huis ook geen aantrekkelijk doelwit door een briefje met ‘ik ben even weg’ op je deur te hangen, als je even boodschappen doet en een pakketje verwacht. Inbrekers grijpen hun kans als ze dit zien.

Met een klein plastic (bank)pasje kunnen inbrekers heel handig zijn. Ze schuiven dit langs je tussen de deur en het kozijn om het slot te openen en staan zo binnen. ‘Flipperen’ wordt dit genoemd. Met anti-inbraakstrips op je voor- en achterdeur kun je dit voorkomen. Ook een oplegslot of speciale dievenklauwen kun je monteren, om het indringers nog lastig te maken. Bij je ramen kun je anti-inbraakstangen plaatsen.

Heb jij een brievenbus in je deur? Dan staan inbrekers met een ‘hengelend haakje’ binnen enkele seconden in huis. Dit inbrekerstrucje wordt ‘hengelen’ genoemd. Je kunt dit voorkomen door een brievenbusbeveiliger te monteren.

Verstop geen reservesleutels onder de bloempot of steen bij de voordeur. Het lijkt een goed idee om zo alsnog je huis binnen te komen als je je sleutels binnen hebt laten liggen, maar het is voor inbrekers zo erg gemakkelijk om je huis in te komen. Een slimme dief vindt die geheime sleutelplekjes namelijk echt wel.

Vertrouw je iets niet, zie je iets verdachts of heb je het sterke vermoeden dat iemand op het punt staat om in te breken? Bel altijd 112. De politie is meestal met 10 minuten ter plaatse. Zo verhoog je de kans dat een inbreker op heterdaad wordt betrapt.

Naast 112 inlichten is ook het starten van een (digitale) buurtpreventiegroep met je buurt handig. Dit kan bijvoorbeeld via WhatsApp. Zo kun je elkaar waarschuwen.

Bekijk deze video van het ministerie van Justitie en Veiligheid voor nog meer tips. Heb jij nog andere tips? Deel ze dan onder dit artikel in de reacties.

Voorkomen is uiteraard beter dan genezen. Ben je toch slachtoffer geworden van diefstal? Lees dan waar je recht op hebt als je een inboedelverzekering hebt afgesloten.