Voor fraude met paardenvlees is tegen de directeur van slachthuis Van Hattem in Dodewaard dinsdag drie jaar celstraf geëist. Volgens de aanklager heeft de 52-jarige Ben van Hattem paardenvlees gemengd met snijresten rundvlees en in de handel gebracht als puur rundvlees. Tegen het bedrijf eiste ze een boete van 150.000 euro.
De officier van justitie oordeelt dat het slachthuis en de eigenaar zich met onjuiste facturen, productspecificaties en pakbonnen schuldig hebben gemaakt aan valsheid in geschrifte. ,,De consument is bedrogen en de reputatie van de Nederlandse vleesindustrie ligt aan diggelen'', zei ze over de handelwijze van het slachthuis.
Paardenvleesschandaal
De werkwijze bij Van Hattem kwam aan het licht na het Europese paardenvleesschandaal in 2013. De vleessector was op zijn hoede en door een Franse afnemer van het rundvlees van Van Hattem werd in 2014 ontdekt dat er ook paardenvlees in was verwerkt.
Van Hattem erkende maandag op de eerste dag van de strafzaak dat hij in anderhalf jaar tijd ongeveer 550 shetlanders liet slachten. Het paardenvlees werd gemengd met rundvleessnippers.
Eisen
Voor hun rol bij de fraude werden tegen een vleeshandelaar en de directeur van een vrieshuis dinsdag ook celstraffen geëist. De aanklager meent dat zij een eigen verantwoordelijkheid hebben maar gemakzuchtig zijn geweest en kritischer hadden moeten zijn bij de ontvangst van het vlees. Tegen vleeshandelaar Hendrik van V. (53) uit Doesburg en en vrieshuisdirecteur Henk G. (50) uit Wijhe eiste ze ieder achttien maanden celstraf, waarvan zes voorwaardelijk. Als het aan de officier ligt krijgen hun bedrijven een boete van 75.000 euro.
Hendrik van V. en Henk G. zeggen dat ze niet wisten dat Van Hattem pony’s verwerkte. ANP