1400 basisscholen hebben te weinig leerlingen

Een op de vijf Nederlandse basisscholen heeft minder dan 100 leerlingen, in totaal gaat het om 1400 scholen. Een kwart daarvan heeft zelfs minder dan 50 scholieren. Dat blijkt uit dinsdag door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gepubliceerde cijfers.

De meeste kleine scholen staan in Friesland, Groningen, Drenthe en Zeeland. In veel gemeentes daar is minstens de helft van de basisscholen een kleine school met minder dan 100 leerlingen.

Vorige maand adviseerde de Onderwijsraad om de komende 5 jaar basisscholen met minder dan 100 leerlingen te sluiten. Deze scholen hebben vaker een matige tot zwakke kwaliteit.

Vorige maand adviseerde de Onderwijsraad om de komende 5 jaar basisscholen met minder dan 100 leerlingen te sluiten. Deze scholen hebben vaker een matige tot zwakke kwaliteit. Tussen 1991 en 2001 daalde het aantal kleine scholen flink, maar nu is het weer iets toegenomen.

Momenteel ligt het minimumaantal leerlingen voor een school om te mogen bestaan op 23. Doordat er waarschijnlijk de komende jaren minder kinderen geboren worden, zou die ondergrens omhoog moeten, aldus de Onderwijsraad. Het ministerie van Onderwijs laat later dit jaar weten of en hoe het advies wordt overgenomen.

De meeste keuzevrijheid is er voor inwoners van Zuid-Holland. Binnen een straal van 5 kilometer kunnen ouders hun kind naar zo’n 40 scholen sturen. Ter vergelijking: in Zeeland zijn er maar 9 scholen in een straal van 5 kilometer. ANP