De belastingdienst gaat het zelfstandig ondernemerschap van ZZP’ers vanaf 2025 beter controleren en schijnzelfstandigheid hard aanpakken. De vraag blijft of dat voor de huidige samenleving met extreem toenemende personeelstekorten in de zorg een goede maatregel is.
Wat is schijnzelfstandigheid?
Om wettelijk als ZZP’er te kunnen worden aangemerkt moet je voldoen aan een aantal criteria, waaronder het op een andere wijze werkzaamheden verrichten dan medewerkers in loondienst. Vooral het aanwezig zijn van een (verkapte) gezagsverhouding, het doorslaggevende criterium voor het aanwezig zijn van een arbeidsovereenkomst, wijst in de richting van schijnzelfstandigheid.
Aanwezigheid van schijnzelfstandigheid en aversie ZZP’ers tegen in loondienst werken
Vooral in de sector zorg zijn veel ZZP’ers werkzaam die werkzaamheden verrichten die nauwelijks verschillen met de werkzaamheden van medewerkers in loondienst. Als de overheid serieus werk gaat maken van de bestrijding van dit fenomeen op de arbeidsmarkt dan staat vast dat het personeelstekort in de zorg nog veel groter zal worden. Onderzoeken wijzen uit dat de animo onder schijnzelfstandigen om in loondienst te treden erg gering zijn.
Werkgevers zitten in spagaat van personele bezetting borgen en hoog arbeidskostenniveau
Vooral in de zorgsector worden werkgevers geconfronteerd met fors hogere lasten door het inhuren van ZZP’ers met een schijnzelfstandigheid. Om de kosten in de zorg nog enigszins betaalbaar te houden is het bestrijden van schijnzelfstandigen een prima idee. Maar als dat in de praktijk inhoudt dat het al aanwezige tekort aan personeel nog veel groter wordt, is het een schijnoplossing en kan dat in de zorg beter achterwege blijven. Tenzij het bestrijden gepaard gaat met een fikse stijging van de CAO-lonen in de zorg of andere maatregelen die het werken in deze sector in loondienst veel aantrekkelijker maken.
Jongere generaties stellen andere eisen aan werk in onze samenleving
De strikte scheiding tussen een loondienstverhouding en volledig ondernemerschap is de afgelopen decennia steeds meer vervaagd. Dat vraagt om een aanpassing van wet- en regelgeving en hervorming van de arbeidsmarkt, meer gericht op autonomie en een betere balans tussen werk en privé.
Bestrijding schijnzelfstandigheid in de zorg kan averechts uitpakken
Nederland zit niet te wachten op een vergroting van de zorgcrisis door een leegloop van ZZP’ers met schijnzelfstandigheid. PVV-minister Agema zou bij de NSC-bewindspersoon van de belastingdienst kunnen aandringen op het een paar jaar in de ijskast zetten van de aanpak van schijnzelfstandigheid in de samenleving. Want die organisatie zakt nu al bijna door werkdruk, personeelskrapte en verouderde ICT-systemen door haar hoeven. Laat de belastingdienst eerst haar reguliere werkzaamheden van heffing en invordering maar eens gewoon in orde brengen. Daar heeft Nederland méér aan dan het bestrijden van een fenomeen dat wettelijk niet is toegestaan maar is ingehaald door (praktijk) ontwikkelingen op de arbeidsmarkt die niet gemakkelijk te veranderen zijn.