Wanneer het culturele leven omvalt, zullen we tijdens en na deze pandemie, diep in de recessie, de veerkracht missen om het hoofd te bieden aan demotivatie, depressie en banaliteit.
Door: kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae
‘Obscenety begins when there is no more spectacle, no more stage, no more theatre, no more illusions, when everything becomes immediately transparent’ (Jean Baudrillard)
Ook de kunstenaar zit in lockdown. Een situatie die over het algemeen niet zo veel verschilt van zijn of haar normale manier van werken, in zelfverkozen eenzaamheid.
Dit is het moment, dat ook bij de beleidsmakers in Nederland het besef moet doordringen dat naast de zorg, de schoonmakers, de leraren, de supermarkten, de transporteurs en de seizoenwerkers, makers en uitvoerders van kunst ook binnen de vitale sector vallen. Wij zien dat mensen in deze moeilijke tijden van deprivatie van menselijk contact daarin massaal troost zoeken ter bezinning en inspiratie. Houden we het vol in deze quarantaine-situatie, zonder kunst, zonder boeken, zonder muziek, zonder theater, al was het maar vanaf het balkon, of vanuit de huiskamer? Kunst geeft bij uitstek de mogelijkheid het hier en nu te duiden, te kanaliseren, te bezingen, te bespotten of te reflecteren. Wanneer dit belang niet serieus wordt genomen, wat valt er dan straks nog te bewonderen?
Ook kunstenaars zijn onmisbaar voor economisch herstel. Daarvoor moet een passend antwoord worden gevonden. Het economische belang is niet alleen zichtbaar in cijfers. Het belangrijkste ingrediënt voor herstel is dat we geestelijk gezond en gevoed blijven, nu meer dan ooit. Wanneer het culturele leven omvalt (te beginnen bij de onafhankelijke maker) zullen we tijdens en na deze pandemie, diep in de recessie, de veerkracht missen om het hoofd te bieden aan demotivatie, depressie en banaliteit.
Musea, galeries en kunstruimtes zijn nu tot nader order gesloten. Zelfs de kunst in de openbare ruimte kent haar restricties. Kopers kunnen kunst niet actief beleven of op atelierbezoek komen. Ook houden zij in tijden van crisis vaker de hand op de knip.
Door de reeds jarenlang ingevoerde bezuinigingen lijden de kunsten reeds door deze minimale steun. Vanuit het collectief, in de vorm van belastingen, kan er een buffer opgebouwd worden, om totdat de coronacrisis voorbij is de scheppende kunstenaar te helpen door belasting- en BTW-verplichtingen te verlichten. Spaargeld indien daar al sprake van zou zijn, hoeft hiermee voor de kunstenaar niet aangesproken te worden en kan in levensonderhoud en materiaalgeld omgezet worden. Zo kan hij/zij productief blijven om na de crisis weer op te bloeien.
Het valt op dat de TOGS –regeling de kunstenaars (onder nummer) niet als ZZP-ers in aanmerking laat komen voor de € 4000,- voor drie maanden waar de meeste ondernemers wel recht op blijken te hebben. Waarom niet? Ook een kunstenaar leidt een bedrijf, heeft een werkruimte, een gezin en betaalt zijn belastingen. En draagt daarboven bij, als collectief geheugen, aan onze samenleving. Het is een plicht ervoor zorg te dragen dat niet alleen de grote culturele instellingen deze crisis overleven maar juist ook de individuele kunstenaar die onze planeet met zijn creativiteit, ons aller menselijk kapitaal, leefbaar maakt.
Namens het bestuur van Kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae: Babeth VanLoo Louis van Beurden Arthur Wolf Stokvis Frans Franciscus Marjoca de Greef Jeroen Werner Edith Gommers Eva Gonggrijp
Arti et Amicitiae aan het Rokin in Amsterdam bestaat dit jaar 180 jaar en is daarmee de oudste kunstenaarsvereniging van Nederland. Arti heeft momenteel 1300 kunstenaars- en kunstlievende leden. Arti beschikt zowel over museale tentoonstellingszalen waar spraakmakende tentoonstellingen gehouden worden, een sociëteitsruimte met een intensieve programmering, een restaurant en café, als ook een Art Space gallery waar Arti kunstenaarsleden in eigen beheer kunnen exposeren.