Waar moet de regie voor maatschappelijke kernfuncties liggen?
De gezondheidseconoom Wim Groot betwijfelt, in het AD, dat het terugbrengen van de organisatie van de zorg bij de overheid de zorgkosten omlaag zal brengen, zonder dat er sprake zal zijn van kwaliteitsverlies. Maar mijns inziens betekent dat niet dat de neoliberale samenleving de beste oplossing biedt voor de organisatie van de zorg, de infrastructuur, het onderwijs, de energievoorziening, de communicatie, het vervoer of de arbeidsomstandigheden. In de huidige marktcontractenmaatschappij moeten zowel aanbieders als klanten steeds beslissingen nemen over deelname aan een marktsector, resp. het verlengen of veranderen van het contract met aanbieders. In verschillende sectoren die vroeger nog stevig onder regie stonden van de overheid, zoals de zorg of het onderwijs, is het marktprincipe tot in de haarvaten van de organisaties doorgedrongen. Privéklinieken in de zorg, en particuliere onderwijsinstellingen zijn als paddenstoelen uit de grond geschoten. Daarvan profiteren vooral de beter gesitueerden die het geld hebben voor speciale onderzoeken of een speciale behandeling, of om zo hoog mogelijk op te klimmen op de onderwijsladder, die toegang geeft tot een goede carrière en de betere banen. De kwaliteit van leven is daarmee onlosmakelijk verbonden met het inkomen; meer geld betekent betere leefomstandigheden en meer keuzevrijheid.
Er is nog een knelpunt dat moet worden besproken. Omdat marktpartijen de neiging hebben om steeds groter te worden en de kleine partijen weg te concurreren of op te slokken, wordt de macht van de grote spelers steeds groter. Er is allang geen sprake meer van de door liberalen zo geroemde concurrentie, die zou zorgen voor een voldoende aanbod van de beste kwaliteit en voor lage prijzen. Integendeel, neem de markt van medicijnen. De productie daarvan is vaak in handen van een enkel bedrijf, dat er geen baat bij heeft om mensen te genezen, maar om zoveel mogelijk afzet te hebben en een zo groot mogelijke winst te behalen. Voor sommige medicijnen worden exorbitante prijzen gevraagd, die in geen enkele verhouding staan met de productiekosten. Wie in grote gezondheidsnood is, is immers bereid om alles te betalen. Het lijkt mij dan ook ongeloofwaardig dat door economen of ziektekostenverzekeraars wordt beweerd dat het in handen leggen van de regie voor de zorg bij de overheid niet goedkoper zal zijn. Natuurlijk, ook overheidsorganisaties moeten efficiënt worden bestuurd en daar is nu niet altijd sprake van. Maar op het bestuur van overheidsorganisaties is wel parlementaire controle en ingrijpen vanuit de politiek mogelijk. Als bijvoorbeeld wordt geconstateerd dat op veel departementen vakkennis is uitgevent en dus veel dure inhuur plaatsvindt, dan kan dat worden omgebogen: meer vakspecialisten in dienst nemen en kritisch kijken naar de bijdrage van alle regel- en controle-ambtenaren. Door deze te reduceren wordt het werk van overheidsorganisaties goedkoper en kwalitatief beter. De sfeer op de werkvloer wordt aanzienlijk verbeterd en de motivatie om iets bij te dragen aan het functioneren van de samenleving neemt toe.
De vraag is hoe we de huidige organisatie van de samenleving kunnen ombuigen. Het terugnemen van de regie betekent immers dat machtige organisaties en netwerken van ondernemingen in bestuur, advies, vervoer, zorg, onderwijs, etc. tegen de haren worden ingestreken. Ik zou willen dat maatschappelijke en wetenschappelijke kopstukken zoals bijvoorbeeld Wim Groot niet enkel vanuit het marktperspectief reageren, maar dat ze een veel bredere visie op maatschappelijke participatie betrekken bij de analyse van samenlevingsvraagstukken. Dat zou zeker tot andere conclusies en daarmee tot een koerswijziging leiden.