Ik werd me er opeens bewust van hoe snel ik eigenlijk over pijnlijke dingen heen stapte. Hoe me dat als expat-kind ooit diende.
Hup. Grote stap. Ik zet me erover heen en ga door.
Zo was ik vroeger. Als er iets pijnlijks op mijn levensweg kwam dan zette ik me daar enthousiast monter overheen en ging ik optimistisch voort.
Tot ik alweer jaren geleden tijdens een natuurweek iets kleins, maar tegelijk heel groots, meemaakte. We zouden allemaal een voorwerp kleien dat stond voor ons verlangen. Dan goed inpakken, in het vuur doen en de volgende dag kijken of het nog heel was. Ik ging als eerste ‘s ochtends vroeg bij het vuur kijken maar helaas, mijn voorwerp was als enige van alle kapot. Ik keek jaloers naar alle andere, nog hele stukken en vond het even heel teleurstellend. Ik gooide het mijne weg en troostte mezelf met de gedachte dat ik ook wel iets anders mee naar huis kon nemen als aandenken.
De begeleidster kwam naar me toe en vroeg: “Waar is jouw voorwerp?”
Ik: “Dat heb ik weg gegooid, het was kapot…”
“Zullen we het begraven?” stelde ze liefdevol voor. Ik moest er een beetje om lachen maar zei toch ja. Groepsgenootjes vroegen of ze op de ‘begrafenis’ mochten komen, ik viste het voorwerp weer uit de vuilnisbak en even later stonden we semi-plechtig met een grinnik en een bloemetje naast het gat waar we mijn stuk gingen begraven. In stijl namen we afscheid van mijn stuk(ken) klei.
Achteraf bezien was dat moment een keerpunt in hoe ik omga met pijnlijke momenten. Ik werd me er daar opeens bewust van hoe snel ik eigenlijk over pijnlijke dingen heen stapte. Hoe me dat als expat-kind ooit diende. Hup door. Ik leerde de jaren erna, in de opleiding tot lichaamsgericht therapeut, steeds beter voelen.
Het klinkt tegenstrijdig maar afscheid nemen, rouw, pijn en alles doorvoelen heeft sindsdien mijn leven steeds meer glans gegeven. Het knagende stemmetje ‘er moet toch meer zijn…’ van ooit is weg. De wens tot meer rust ook.
Dat je brein denkt dat het beter af is door maar net te doen of het er allemaal niet is. Dat is een vette fuck up die ik regelmatig bij m’n cliënten terug zie. Ik heb ondertussen geleerd het leven ten volste te omarmen met alles wat er gevoeld wil worden, kreeg zo innerlijke rust cadeau en ik mag het óók nog doorgeven.