Lang, lang geleden, o nee in 2023, bejubelde BBB het noaberschap, de Neder-Saksische term voor een goede buur is beter dan een verre vriend. Mensen in Nederland moesten weer naar elkaar gaan omzien, net zoals ze dat van oudsher in het oosten en noorden van het land doen. Want de boerenbeweging haakte driftig in op de al dan niet vermeende tegenstelling tussen de verafschuwde zogenaamd harde stad en het verheerlijkte zachte platteland. Nederland moest zelfs een noaberstaat worden, oreerde boerenleider Caroline van der Plas in haar HJ Schoolezing. En ook Wilders mag graag pochen over zijn gedroomde heilstaat waar burgers voor elkaar opkomen. Het blijkt allemaal fictie.
Dat de coalitieleden elkaar haten en de ene politieke dolk na de andere in de rug steken, was al bekend maar de slechte verhouding blijkt ook in het persoonlijke door te werken. Hoe er van noaberschap tussen de politieke coalitieburen in de praktijk niets over blijft valt te te lezen in de column van Petra de Koning, parlementair journalist van NRC, waarin ze de omgang in de volksvertegenwoordiging schetst op de dag dat de van een zware burn out herstellende en nog immer verzwakte Pieter Omtzigt voorzichtig terugkeert in de Tweede Kamer.
Om vijf voor drie, vorige week dinsdag, komt Pieter Omtzigt de debatzaal in. Hij was ruim twee maanden thuis, nu gaat hij weer meedoen. Pieter Grinwis en Don Ceder van de ChristenUnie komen hem een hand geven. Daarna ook SP-leider Jimmy Dijk en Rob Jetten van D66. Pas als Timmermans erbij komt staan en Omtzigts hand lang vasthoudt, lijkt Caroline van der Plas van BBB te zien dat Omtzigt er is. Ze gaat naast Wilders zitten en zegt iets tegen hem. Ze kijken niet naar Omtzigt. Die kijkt wel naar hén."
Van der Plas en Wilders, die zoals bekend alleen in zichzelf geïnteresseerd is, negeren hun coalitiepartner die kampt met zware psychische belasting. Als ze er op wordt aangesproken door De Koning dat er geen sprake is van een warm welkom, probeert ze haar blazoen schoon te poetsen met de verdediging dat ze een tekstbericht had gestuurd via haar mobiele telefoon. Vervolgens insinueert ze dat Omtzigt, die zich om politiek-strategische redenen niet officieel ziek meldde, zijn ziekte simuleert.
„Ik had Pieter al geappt: welkom terug. En ook: zullen we binnenkort koffie drinken? Maar in de zaal ... ik kon niet opstaan, ik kreeg het fysiek niet voor elkaar. Ik zag Timmermans staan en dacht: ik ga níet meedoen aan dit welkom-terug-circus, met fotografen eromheen. Dan doe ik een kunstje.” Daar komt bij, zegt ze: „Hij had zich niet ziek gemeld, dus feitelijk is hij gewoon zestig dagen niet op zijn werk verschenen.”
Tot zover het noaberschap. In andere sprookjes leven de hoofdpersonen nog lang en gelukkig maar ook dat laatste blijkt bij Efteling-liefhebber Wilders niet het geval.