In een burgeroorlog gebeuren gruwelijke dingen. Buiten het vele en bloederige geweld is er ook het wantrouwen, en natuurlijk de haat. Zelden werd die beter in beeld gebracht dan met de hashtag #متضامن_مع_حصار_مضا (solidariteit met de belegering van Madaya), waaronder regeringsgezinde twitteraars en facebookers foto’s van copieuze maaltijden deelden. Daarmee bespotten zij de duizenden landgenoten die momenteel een hongerdood dreigen te sterven in het door troepen van Assad belegerde Madaya.
De zieke social media-actie kwam op stoom nadat Assad vrijdag onder zware internationale druk schoorvoetend toezegde voor het eerst sinds oktober hulpgoederen naar het belegerde gebied door te zullen laten. Voor 23 mannen, vrouwen en kinderen komt de hulp sowieso te laat, de honger werd hen fataal. Madaya, een voormalig toeristenresort in de bergen vlakbij de grens met Libanon, wordt al zes maanden belegerd door het Syrische leger en haar bondgenoten (waaronder Libanese Hezbollah milities). 40.000 mensen zitten er gevangen en hun leven hangt af van de levensmiddelen en medicijnen die volgende week hopelijk eindelijk naar binnen mogen.
Onder de overeenkomst valt ook het nabij gelegen dorp Zabadani, dat eveneens belegerd wordt door regeringstroepen. Islamistische rebellen hebben op hun beurt beloofd om hulp aan Kefraya en Fua, dorpen in de IDlib-provincie, toe te laten. De rebellen zijn volgens de Britse krant Independent gelieerd aan Al Qaïda en dreigden eerder nog om de overwegend sjiietische bevolking van de dorpen af te slachten.