U die dit leest, ik ben niet anders dan u. Want... zo ik iets ben, ben ik een ideeënman zo ik iets ben... En gaat u maar bij uzelf na, u hebt óók zo uw ideeën...
Shakespeare laat de mens zeggen “To be or not to be, that's the question!” Ik ben zo vrij deze melancholicus te corrigeren: “To be creative or not to be, that's the question!”
Als raadslid in Rotterdam bracht ik het idee in om de Brandgrens van het Bombardement van 14 mei 1940 in de stad aan te geven. En dat is door de gemeente Rotterdam gedaan.
Koos Hage, de 'Ambtenaar Brandgrens', die de supervisie over het project had, is een Rotterdammer van Zeeuwse afkomst. Na zijn pensionering is hij begonnen om Zeeuwse gemeenten over te halen om gedenkzuiltjes te plaatsen daar, waar de dijkdoorbraken van de Watersnoodramp van 1953 hebben plaats gevonden. En dat is in diverse van die gemeenten inmiddels ook gebeurd.
Een idee dat een idee heeft voortgebracht, kan het idealer?
Minder florissant verging het mijn idee “Het Monster van Lochnesselande”. Een kunstwerk voor de Rotterdamse nieuwbouwwijk Nesselande aan de Zevenhuizerplas.
Samen met een handvol enthousiaste Delftse studenten ontwierp ik een Monster van Loch Nesselande. Een kinetisch kunstwerk. Een soort onbemand duikbootje in de vorm van een brontosaurus, dat radiografisch bestuurd kon worden. En zo dus op elk willekeurig moment kon opduiken uit het water van de Zevenhuizerplas.
Mijn redenering was als volgt: als Nelly, het Monster van Loch Ness in Schotland, dat zich nóóit zien laat, al talloze toeristen trekt, hoeveel toeristen moet mijn Monster van Nesselande dan wel niet trekken, dat zich wèl laat zien! Het toenmalige B&W wilde er niet aan. Wel kreeg de wijk een monsterlijk kunstwerk… Dat wel.
Het ontwerp, dat ik samen met de kunstenaar Ruut Ramseier maakte voor “het Beeld van Pim” verging het nog ongelukkiger. Wij bezagen 'Pim Fortuyn' als een 'politiek-sociaal fenomeen' en wilden dat in ons beeld uitdrukken. Uit een berg paars geverfde stenen – de brokstukken van Paars – rees een een Carrara-marmeren zuil op. Pim was immers een Italofiel, een minnaar van Italië, niet in het minst van de Italiaanse vorm van politiek bedrijven, dus clownesk en theatraal. Op de zuil kwam een kapotte TV te staan. Pim kwam immers op met de TV en ging er mee ten onder. Zijn dood had plaats in het Mediapark van Hilversum. Het comité “Beeld van Pim' wilde er niet aan. 'Pim hield niet van abstract!'
Dus zit Rotterdam sindsdien opgezadeld met het huidige Pimbeeld, in de volksmond 'de Vogelverschrikker' geheten.
Omdat de beeldhouwer 'zijn' Pim Fortuyn een soort heksachtig klauwgebaar laat maken.
Bovendien is het beeld een borstbeeld. Het lichaamsdeel, waarop Pim – , en in zijn kielzog alle andere rechtspopulisten – nogal eens een beroep op deed, ontbreekt... Namelijk de onderbuik.
En wat mijn idee 'de Kiosket' betreft, een esthetisch verantwoord plan voor (broodnodige) openbare toiletten in de stad? Nooit meer iets over gehoord!
Ik volg de brievenrubrieken in diverse dagbladen nauwgezet en het valt mij op dat in die rubrieken soms zeer zinnige ideeën worden aangedragen, o.a. voor wat het klimaat betreft. Maar wat gebeurt er met die ideeën? Geen Idee!
Ons land heeft zijn goud ondergebracht bij de Nederlands Bank, maar, vreemd genoeg, wat ons 'geestelijke goud 'betreft, is er in ons land helemaal niets geregeld.
Ik pleit bij deze voor een Nationale Ideeënbank, waar we al onze ideeën kunnen laten registreren, zodat zij niet langer verloren gaan.
En ik pleit tevens voor een Nationale Ideeënombudsman. Een instantie, naar analogie van de 'gewone' Ombudsman, die bijhoudt wat er zoal met onze ideeën wel of niet gebeurt.
Ik wil eindigen met een woord van Hegel.
Die idee ist nicht so ohnmachtig
nur zu sollen
und nie wirklich zu sein
(En dan heb ik het over Multatuli nog niet eens gehad.)
Ten slotte verstout ik mij om een idee van mij nogmaals aan de orde te stellen. Een idee waar mijn milieubewuste mede-Nederlanders, denk ik, vast gevoelig voor zullen zijn: De Groene Zondag.
Dit jaar is het vijftig jaar geleden, dat de eerste autoloze zondag werd gehouden op 4 november 1953. Een gedenkwaardige dag.
Die dag was één groot feest. Rolschaatsende kinderen en picknickende mensen op de snelweg! En goed voor het milieu was die dag zeker!
Mijn voorstel is, laten we die eerste autoloze zondag passend gedenken en wel door op de eerste zondag in november van dit jaar (2023) een autoloze (zon)dag in te voeren!
Die dag wordt uitgeroepen tot Groene Zondag en is van dan af aan een Nationale Feestdag 'de dag waarop het milieu gevierd wordt'.