Door tegenstanders van de Wet Toekomst Pensioen wordt beweerd dat het pensioen onzeker wordt door afhankelijkheid van beleggingsresultaten. Tegelijkertijd wordt door de tegenstanders gewezen op de toename van de pensioenvermogens sinds 2008 zonder dat die verdeeld zijn door verhoging van pensioenen. De tegenstanders van de nieuwe wet vinden dat het pensioen in de nieuwe wet afhankelijk wordt van beleggingsopbrengsten. Je kunt volgens mij niet enerzijds wijzen op de gunstige beleggingsresultaten in het huidige systeem en vervolgens het toekomstige systeem afkraken omdat, net als nu, het stelsel afhankelijk is naast premie-inkomsten van beleggingsresultaten.
Het huidige pensioensysteem heeft obstakels waardoor niet geïndexeerd kon worden hoewel de pensioenreserves meer dan verdubbeld zijn. Stelselmatig werd door een ruime politieke meerderheid geweigerd deze obstakels op te ruimen. In tegendeel er werden obstakels toegevoegd. Zo werd de grens voor indexatie in 2015 verhoogd van 105% dekkingsgraad naar 110/125%. Ook wordt door een ruime parlementaire meerderheid de wettelijke leeftijd onafhankelijke pensioenpremie en opbouw afgeschaft. Door die afschaffing is compensatie aan werknemers van 45 jaar en ouder noodzakelijk.
De nieuwe pensioenwet is nodig omdat geweigerd wordt door een ruime politieke meerderheid om de huidige obstakels op te ruimen. Door de nieuwe wet kunnen onnodige grote reserves wel toegedeeld worden aan werknemers en gepensioneerden.
Heeft die nieuwe wet dan geen nadelen? Volgens mij wel.
De nieuwe pensioenwet heeft nieuwe obstakels zoals de het afwentelen van de compensatienoodzaak op de pensioenvermogens. Zoals gezegd die compensatie is nodig voor werknemers van 45 jaar en ouder omdat het pensioensysteem gewijzigd wordt. Een ander obstakel is het ongelijk verdelen van reserves en toekomstige beleggingsopbrengsten. Ook wordt het mogelijk dat met meer geld wordt gerekend in een leeftijdscategorie dan gespaard. Voor gepensioneerden dreigt een dalende pensioenuitkering bij het stijgen van de leeftijd. Tenzij in de onderhandelingen per pensioenfonds besloten wordt tot een zogenaamd collectieve uitkeringsfase voor gepensioneerden.
Een negatief aspect zijn ook de kosten die gepaard gaan met het omrekenen van de huidige pensioenaanspraken van werkenden en van gepensioneerden. Die kosten worden op de pensioenfondsen afgewenteld.
Samengevat de politiek heeft obstakels aangebracht in het huidige pensioenstelsel waardoor een nieuw stelsel nodig is. Maar de nieuwe pensioenwet heeft nieuwe obstakels. Mensen die stellen dat het huidige stelsel beter is, “vergeten” dat de meerderheid van het parlement weigert de huidige obstakels op te ruimen en jarenlang indexaties van pensioenaanspraken achterwege zijn gebleven ondanks de toegenomen pensioenvermogens. Ook “vergeet” men dat het huidige pensioenstelsel, net als het nieuwe, afhankelijk is van beleggingsopbrengsten. Ik verwijt overigens de vakbonden veel te weinig aan de maatschappelijke discussie te hebben deelgenomen over huidige en toekomstige wet pensioen.
Vakbonden hebben in 2019 over het Pensioen en AOW-akkoord hun leden geraadpleegd in een referendum gecombineerd met ledenvergaderingen. Jan Slagter van omroep Max is dat vergeten. Hij verwijt de vakbonden hun leden niets gevraagd te hebben en niets te vragen. Over het overgaan naar het nieuwe stelsel worden de leden opnieuw geraadpleegd per pensioenfonds. Dat is positief. De FNV raadpleegt zijn leden, werkenden en gepensioneerden, per pensioenfonds over het overgaan en de condities waaronder over te gaan naar het nieuwe stelsel. Negatief is dat die raadpleging, volgens de FNV-website, niet over de voorstellen gaat maar alleen over de uitkomst van onderhandelingen.