Pas in 2005 erkende Nederland de datum 17 augustus 1945 als de datum van de onafhankelijkheid van Indonesië
De republiek Indonesië viert de 72ste verjaardag van de onafhankelijke staat Indonesië. Die viering is elk jaar weer een groot feest. Wat hebben wij in Nederland daarmee te maken? Alles, denk ik.
Op 17 augustus 1945, twee dagen nadat de Japanners capituleerden, ontvoerden een aantal Indonesische studenten de leiders van de Indonesische onafhankelijkheidsbeweging Soekarno en Mohammed Hatta, en dwongen hen de onafhankelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden uit te roepen. In de Jalan Pegangsaan Timur bij Gedung Proklamasi werd op 17 augustus las Soekarno de onafhankelijkheidsverklaring voor. Elk jaar wordt dat herdacht. Pas op 27 december 1949 gaf Nederland de strijd om de controle over het land na 300 jaar overheersing op en pas in 2005 erkende Nederland de datum 17 augustus 1945 als de datum van de onafhankelijkheid van Indonesië. De weigering om die datum te erkennen was voor Indonesië altijd een doorn in het oog. Schoorvoetend en alleen de facto – niet de jure om geen schadeclaims te krijgen – ging Nederland 60 jaar te laat akkoord.
In Nederland wordt op 15 augustus het einde van de tweede wereldoorlog in Azië herdacht en in de loop der jaren heeft het steeds meer het karakter gekregen van de herdenking van niet alleen het einde van de Japanse periode, maar ook van het afscheid van Nederlands Indië. De periode 1945-1949 werd daarbij als nasleep van de oorlog met Japan gezien en niet als de koloniale oorlog die Nederland aan de andere kant van de wereld voerde.
De onafhankelijkheidsoorlog die tussen 1945 en 1949 gevoerd werd heeft in het geheugen van de Indische (vermengde) en Hollandse bewoners van de voormalige kolonie de naam de bersiaptijd gekregen en in de geschiedenis van de republiek Indonesië wordt het de Agressi Belanda genoemd. Aan Nederlandse zijde sneuvelden 5000 militairen in een oorlog die zinloos was, want iedereen die een beetje gevoel voor geschiedenis had en de snelle dekolonisatie in de voormalige koloniën van Europese landen zag, kon zien dat kolonialisme een aflopende zaak was. In Nederland zeiden politici van de toenmalige KVP: “Indië verloren, al verloren.”
De politionele acties – een wonderlijk eufemisme voor een lelijke koloniale oorlog – kostte de Nederlandse samenleving behalve mensenlevens veel te veel. Het was een staatskas leegslorpende onderneming om aan de andere kant van de wereld een leger van 150.000 soldaten te laten functioneren. Daardoor was er in Nederland geen geld om de vernielde steden na de oorlog opnieuw op te bouwen en een juridisch apparaat op te zetten om de tienduizenden Nederlanders die ‘fout’ geweest waren in de tweede wereldoorlog te berechten (uiteindelijk werd aan de Nederlanders die voor de Duitsers hadden gevochten zelfs voorgesteld in ruil voor het vrij schelden van hun schuld naar Indië te gaan om tegen de nationalisten te vechten). De woningnood in Nederland nam enorm toe. Wie wilden dat, welke politieke partijen en politici saboteerden de pogingen om de afspraken uit het diplomatieke overleg met Soekarno telkens teniet te doen? Misschien heeft dat wel een belangrijke rol gespeeld bij der kille ontvangst die de repatrianten uit de kolonie hier in Nederland ten deel viel.
Veel vragen dus, maar een zeer belangrijke vraag is ook hoe de 150.000 Indonesische dodelijke slachtoffers aan hun einde kwamen. Daar komen we steeds meer over te weten. Er is een groot onderzoek gaande om die vragen te beantwoorden, maar het antwoord zullen we pas over heel wat jaren krijgen.
Het zou een goed idee zijn om op de scholen in Nederland niet de geschiedenis van het Wilhelmus te leren, maar de geschiedenis over de kolonie die Nederland rijk maakte, over de koloniale oorlogen die gevoerd werden, over het gebrek aan rechtvaardigheid van de Nederlandse overheid de onafhankelijkheidswens te respecteren en over de scheve verhoudingen die het tot gevolg had.