Over waarom dat niet zo is en op welke manier de resoluties relevant zijn voor het conflict in Palestina
Journalist Wierd Duk tweette een paar dagen geleden dat ‘die tientallen VN resoluties’ over Israël een ‘farce’ zouden zijn. Niet waar. Je kan stoppen met lezen. Duk tweette dit als weerlegging van een argument en ik wil aantonen dat resoluties relevant zijn voor argumenten over het conflict in Palestina.
Welke gevolgen hebben de resoluties? We beginnen met een citaat van de gerenommeerde Israëlische jurist Yoram Dinstein. In 1967 begon Israël een oorlog en bezette Gaza, de Golanhoogten en de Westelijke Jordaanoever (zie John Quigley, ‘The Six-Day War and Israeli self-defense: questioning the legal basis for preventive war,’ Cambridge University Press). In volkenrecht is vanaf de twintigste eeuw verboden om territorium via oorlog te bemachtigen. Dit geldt ook voor landen die oorlog vanuit zelfverdediging voeren. Militaire bezetting is daardoor bij voorbaat tijdelijk, het moet eindigen. Israël zit nu al 48 jaar tijdelijk te bezetten. Stiekem probeerde Israël de Golan en Oost-Jeruzalem te annexeren, via wetten die “The Basic Law” genoemd worden. Dinstein schrijft in zijn boek (‘The International Law of Belligerent Occupation’) hierover het volgende:
‘From the standpoint of international law, the purported unilateral annexation of East Jerusalem is bereft of any legal effect. The Security Council, on a number of occasions – starting with Resolution 252 (1968) – made no bones about it: “all legislative and administrative measures and actions taken by Israel . . . which tend to change the legal status of Jerusalem are invalid and cannot change that status”. In Resolution 478 (1980), the Council censured ‘in the strongest terms’ the enactment of the Basic Law, and determined that any measures seeking to alter the status of Jerusalem are ‘null and void’. The International Court of Justice, in its Advisory Opinion on the Wall – after citing Security Council Resolution 478 and previous resolutions – gave a ringing affirmation to the proposition that the measures taken … have not converted Israel’s status as an Occupying Power. It is abundantly clear that the unilateral annexation of East Jerusalem by Israel is not valid under international law.’
We kunnen zijn argument als volgt reconstrueren:
Premisse 1: De VN heeft in een aantal resoluties geroepen dat de annexatie illegaal is. Premisse 2: Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) heeft hetzelfde gezegd, ook op basis van deze resoluties. Conclusie: De annexatie is evident illegaal.
Dus de resoluties hebben gevolgen voor uitspraken van internationale hoven en dringen tot in de argumenten van juristen door.
Bovendien zijn de resoluties niet slechts onderdeel van de fictieve wereld van juristen en rechtshoven; ze hebben ook gevolgen in de materiële wereld. Door de resolutie 478 hebben alle landen hun ambassade in Jeruzalem verkast naar Tel Aviv. Inclusief Nederland.
Welke status hebben de VN-resoluties? Er zijn twee soorten resoluties: van de Veiligheidsraad en van de Algemene Vergadering (AV). Een deel van de Veiligheidsraadresoluties is bindend – dus landen zijn juridisch verplicht om die te respecteren. Welke zijn bindend? Goede vraag; het is een kwestie van interpretatie. Bijvoorbeeld de Veiligheidsraad heeft de taak de vrede en veiligheid te bewaken en deze taak staat vast in Hoofdstuk VII van het VN-Handvest. Dus als de Veiligheidsraad ‘Hoofdstuk VII’ in een resolutie schrijft, dan is dit een sterke aanwijzing dat de resolutie bindend is. Daarna staat er het woord ‘beslist’ in, zoals ‘De Veiligheidsraad beslist’ dat…
De Algemene Vergadering kan in theorie slechts adviserende resoluties geven. Maar in de praktijk krijgen sommige resoluties een cultstatus en veel landen beschouwen hen als bindend. Vaak kiezen landen een speciale naam voor deze resoluties, en vaak bevat de naam het woord ‘verklaring’, zoals in de ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’ of ‘Verklaring Inzake het Verlenen van Onafhankelijkheid aan Koloniale Landen en Volkeren’. Daarnaast beschouwen sommige juristen enkele resoluties als een (her)interpretatie van het VN-Handvest en het handvest is bindend. Bovendien, zelfs als het advies in de resolutie niet bindend is, maar de resolutie een feit vastlegt, staat het min of meer bindend vast dat het zo is. ICJ-rechter Hersch Lauterpacht schreef in een van zijn opinies dat een resolutie die een land direct aanspreekt leidt tot een ‘rudimentary, elastic and imperfect … legal obligation…The state… is bound to give it due consideration in good faith.’
Opinio Juris Let op. Het meest belangrijke van de AV-resoluties is dat ze de rechtsovertuiging (juridische opinie) van de staten kunnen weergeven, vooral als ze jaar in jaar uit herhaald worden en in grote meerderheid met ‘ja’ zijn gestemd – zoals de resoluties over Israël. Maar waarom is deze rechtsovertuiging belangrijk? Omdat de landen volkenrecht op twee manieren maken, via verdragen en via gewoonte. De gewoonte is het constante gedrag van een voldoende aantal landen. Het gedrag is vooral relevant mits de landen overtuigd zijn dat ze handelen in overeenstemming met het volkenrecht. Bijvoorbeeld als 100% van de landen oorlog voert, maar ze blijven overtuigd dat oorlog illegaal is, dan blijft oorlog illegaal. Maar als één land oorlog voert en gelooft dat oorlog legaal is, kan dit gedrag een nieuwe regel in leven roepen, als er voldoende landen overtuigd raken dat oorlog legaal is. Deze rechtsovertuiging heet ‘opinio juris’. Je vindt het terug in het onderstaande citaat van rechter Al-Khasawneh, in zijn verklaring tijdens de adviesopinie van het Internationaal Gerechtshof over de Israëlische “muur”:
‘Few propositions in international law can be said to command an almost universal acceptance and to rest on a long, constant and solid opinio juris as the proposition that Israel’s presence in the Palestinian territory of the West Bank including East Jerusalem and Gaza is one of military occupation…. In support of this, one may cite the very large number of resolutions adopted by the Security Council and the General Assembly often unanimously or by overwhelming majorities, including binding decisions of the Council and other resolutions which, while not binding, nevertheless produce legal effects and indicate a constant record of the international community’s opinio juris. In all of these resolutions the territory in question was unfalteringly characterized as occupied territory.’
Nu zijn ICJ-adviesopinies niet bindend, maar ze zijn juridisch relevant en hebben gevolg in de praktijk. Bijvoorbeeld het heeft invloed op de Nederlandse rechtsovertuiging en haar buitenlandse politiek. Uri Rosenthal beantwoordde Kamervragen over de legaliteit van de Israëlische nederzettingen in de bezette gebieden als volgt:
‘Het Internationaal Gerechtshof heeft in het betreffende advies bevestigd dat de Israëlische nederzettingen in bezet gebied een schending van het internationaal recht vormen. Een dergelijk advies is juridisch niet-bindend, maar vormt wel een gezaghebbende uitleg van het internationaal recht.’
We zien dus dat de resoluties gevolgen hebben voor de argumenten van juristen, voor de beslissingen/adviezen van internationale hoven en voor de keiharde handelingen van landen in de praktijk. Dus zeggen dat VN-resoluties een farce zijn, is zoals zeggen dat het scherm voor je neus slechts een droom in je hoofd is.
Ik adviseer Duk om zich niet meer te laten informeren door pro-Israëlische NGO’s. Want hun doel is slechts om de VN, volkenrecht en mensenrechten te bagatelliseren en te delegitimeren, zodat Israël het resterende Palestijnse land kan jatten.