Zeker zijn van een rechtvaardige klimaatomslag
• 06-05-2019
• leestijd 3 minuten
© Cc-foto: Ian Britton
'Zeker in tijden van Trump durven kiezen voor een rechtvaardig klimaatbeleid door klimaattarieven te heffen op zowel export als import'
‘De vervuiler betaalt’ werkt. Met de voorstellen van PvdA en Groenlinks voor een CO2-taks haalt Nederland de klimaatdoelen, zo bleek onlangs uit cijfers van het Planbureau voor de Leefomgeving. Er is wel een slag om de arm: de mogelijke verplaatsing van vervuilers is moeilijk in te schatten en is potentieel belangrijk voor het effect op economie en klimaat. Daarom moeten we inzetten op klimaattarieven voor landen die het akkoord van Parijs niet nastreven en importeurs niet langer het oneigenlijke voordeel van vervuiling gunnen. Zo werken we aan een rechtvaardige klimaatomslag.
Rekening Een CO2-taks is hard nodig, maar moet een onderdeel zijn van een bredere omslag waarin Europese standaarden gelden voor iedereen die handel met ons wil drijven. Het kabinet moet die omslag nog maken; het pleit voor een afgezwakte heffing. Dat betekent in de praktijk dat de rekening naar belastingbetalers wordt doorgeschoven, of naar het klimaat. De klimaatrekening komt niet te liggen waar die hoort: bij de grote vervuilers.
Tot nu toe hebben bedrijven en werkgevers als Hans de Boer een rechtvaardig klimaatbeleid inclusief CO2-heffing steeds tegengehouden met het argument “wij armer en de wereld warmer”. Als we onze eigen bedrijven belasten, vluchten die weg naar landen met lagere standaarden en is iedereen slechter af – zo luidt de redenering. Dit kan worden doorbroken met een Europese aanpak, maar in Europees verband worden die initiatieven – u raadt het al – juist afgehouden door bedrijven en door politici die naar Hans de Boer en de zijnen luisteren.
Omslag Die verlamming moet worden doorbroken. De Nederlandse regering kan juist Europese actie dichterbij brengen. Een eerste stap is dat Nederland het PvdA-plan voor CO2-belasting uitvoert, en in Europa bondgenoten zoekt om een kopgroep mee te vormen. Om zeker te zijn dat we de positie van onze maakindustrie versterken, en niet verzwakken, moeten we deze maatregel combineren met klimaattarieven. Klimaattarieven voor een rechtvaardige klimaatomslag.
Zeker in tijden van Trump durven kiezen voor een rechtvaardig klimaatbeleid door tarieven te heffen op zowel export als import . Concreet: aan de grens moeten importprijzen opgeschroefd worden naar het niveau van de CO2-prijs van Europa. Dit is in lijn met wereldwijde handelsregels, juist omdat het producten in de interne markt op dezelfde manier behandelt als buitenlandse producten. En het voorkomt dat we onszelf in de vingers snijden, omdat productie zich verplaatst naar Verenigde Staten of China of Kazachstan, producten die vervolgens weer op de interne markt terecht komen. EU kan daarmee een standaardzetter worden.
In handelsakkoorden moet de EU de ondertekening van het Akkoord van Parijs en concrete plannen om de opwarming te beperken tot 1,5-2 graden conditioneel maken aan deelname aan de interne markt. We moeten ons zelf hierin niet verlegen opstellen of onderschatten. De EU is de grootste interne markt ter wereld en heeft met 500 miljoen consumenten een enorme aantrekkingskracht.
De EU moet zich profileren als een unie mét klimaatstandaarden. Dit houdt in dat er klimaattarieven moeten komen voor bedrijven uit landen waar men de ambities uit het Klimaatakkoord van Parijs niet (volledig) onderschrijft. Op die manier zetten we als Europa een duurzame standaard voor de wereld, en voorkomen we dat vervuilers zich verplaatsen om die standaarden te ontwijken. De rekening komt zo altijd bij de vervuiler te liggen.