© cc-foto: Mikhail Kryshen
"Jij lijkt op iemand..”, ik hoor dat vaker en het klopt nog ook.
We hebben het dus nadrukkelijk niet over de dooddoener: “Ken ik jou niet ergens van?” om een gesprekje te forceren.
Ik lijk op heel veel mensen, of zij op mij natuurlijk. Slanke, grijze mannen met een grote bril op, daar barst het immers van. Bij een negatief antwoord volgt meestal een blik van lichte ontsteltenis waarin de onzekerheid wordt verruild voor enig wantrouwen.“Is hij het écht niet of word ik in de maling genomen?” is in die ogen te lezen. Twijfel aan het geheugen of opmerkingsgave is immers een regelrechte aanval op het eigen verstand.
Uiteraard ken ik de meeste mensen niet, die vaststelling geldt ons allen. Boeiend verschijnsel is dat men vervolgens op zoek gaat naar de naam van die dubbelganger (niet te verwarren overigens met het literaire verschijnsel ‘doppelgänger’, waarover later) of de situatie waarvan men mij dan zou kunnen kennen. Die variabelen zijn uiteraard oneindig en hoe langer die zoektocht door de geheugenkaartenbak, hoe groter de kans dat men zich heeft vergist.
De meesten geven echter niet snel op en plaatsen mij in de meest vreemde context. Soms gaan beschrijvingen zelfs zover dat ik daadwerkelijk begrijp wie ze feitelijk voor ogen hebben maar mij tegelijk afvraag hoe men mij met die persoon kan verwarren. Postuur en uiterlijke kenmerken kunnen daar niet uitsluitend de reden toe zijn. Stemgeluid? Body language? Kleding? Het speelt ongetwijfeld allemaal mee en toch blijft die foutieve herkenning een raadselachtig, hardnekkig verschijnsel.
Bij identieke tweelingen is de verwarring nog enigszins begrijpelijk, toch zal dat ‘door elkaar halen’ niet snel tot een unheimlich gevoel leiden. Maar wat bijvoorbeeld te denken van het syndroom van Capgras? Het betreft hier een verschijnsel binnen de psychiatrie waarbij patiënten in de overtuiging zijn van een heuse persoonsverwisseling. Zij verkeren in de waan dat de personen die hen omringen zijn vervangen door ‘dubbelgangers’ en kunnen daar soms uiterst agressief op reageren. Met een science-fiction klassieker als ‘Invasion of the Body Snatchers’ op het netvlies, niet eens zo’n gekke reactie. Angst ontspoort immers gemakkelijk in agressie.
Psychiater Joseph Capgras duidde het verschijnsel waarin de patiënt een hem bekend persoon (bijv. een familielid) niet als zodanig wil erkennen doch de waangedachte heeft dat het een dubbelganger of misschien tweelingbroer betreft, met wie hij dus niets te maken heeft. Een mogelijk bijverschijnsel van schizofrenie.
Sowieso wordt in filmcultuur en in de literatuur de dubbelganger meestal geduid als een sinister personage. Het donkere alter-ego van de hoofdpersoon, een kwaadwillende doppelgänger. Persoonsverwisseling zoals in ‘De donkere kamer van Damocles’ en ‘De komst van Joachim Stiller’ zijn daarvan goede voorbeelden.
Magisch realisme zoals toegepast door Hubert Lampo schijnt een verontrustend licht op de doppelgänger en personages worden tot geestelijk verval gedreven. In het horrorgenre is de angst voor het verlies van de perceptuele vermogens een veelgebruikt leitmotiv. Controle-verlies van zicht, verstand, gezondheid, angst voor de angst. Edgar Allan Poe spon een heel oeuvre rond deze thematiek.
In het dagelijks leven geldt de angst voor afwijzing sterk en misschien zit daar wel een kiem voor de verklaring van een onwennig gevoel bij iemand die men denkt te herkennen maar die dat niet onderschrijft. De angst dat die ander juist ontkennend zal antwoorden en u daarmee in feite afwijst. Dan is de overtuiging met een dubbelganger te maken te hebben weer een veiliger oplossing om niet aan eigen verstand te gaan twijfelen. Toch..?
cc-foto: Mikhail Kryshen