Waar komt die afwijzende houding toch vandaan vraag ik mij af?
Geboren in Tukkerland (Enschede), opgegroeid in het Gelderse Voassen, gestudeerd aan de Rijksuniversiteit van Grunn, verhuisd naar Noord-Gestoord in Damsco en inmiddels woonachtig in muggenstad Haarlem. Fan van de mooiste club van Nederland FC Twente (#TukkerTerror), luistert graag naar Andre Hazes, Ramses Shaffy, MocroManiac, Adje en Arie Ribbens. Leest het liefst boeken van Arnon Grunberg, Arthur Japin en W.F. Hermans. Dol op haring (met uitjes, zonder zuur), boerenkool (met sucuk i.p.v. rookworst) en andijviestamppot (met runderreepjes natuurlijk). Ergert zich dood aan taalfouten, mensen die te laat komen en aan andere Nederlanders tijdens vakantie. Kortom, ik ben meer Nederlands dan de gemiddelde Nederlander.
Heeft zijn vader zich 45 jaar lang zien kapot werken in 5-ploegendienst, beide ouders afgedankt worden door hun werkgevers en respectloos behandeld door UWV. Diezelfde ouders die hun zoon leerden dat wie als ‘stuiver’ het land was binnen gekomen, eigenlijk goud waard is. Hem leerden te dromen en nooit genoegen te nemen met een nee. Dat voor hem de sky the limit is en dat als hij hard werkte hij alles kan bereiken. Zij leerden hem te alle tijden de verbinding te zoeken en van toegevoegde waarde te zijn voor de maatschappij.
Dus ben ik nu in het dagelijks leven bezig met het tegengaan van raciale en economische ongelijkheid door te werken aan een sociaal rechtvaardige en gelijkwaardige samenleving waarbij de diversiteit van elke burger geaccepteerd en gewaardeerd wordt. Ik sla bruggen in een gesegregeerde samenleving. In de wijk, in de stad, in het land, in het onderwijs, op de arbeidsmarkt, tussen politie en burgers, tussen zwart en wit Nederland en alle 50 tinten grijs die ertussen zitten.
Maar alsnog noemen ze mij de nageboorte van een mislukte arbeidersgeneratie. Ik ben die vervreemde ondankbare moslimhond, geradicaliseerde geitenneuker, achterlijke mongool, landverrader, IS-sympathisant, de lange arm van Erdogan, kutturk of -marokkaan (vaak zien ze het verschil bij mij niet), buitenlander, (niet-westerse) allochtoon, migrantenjongere, bicultureel, multicultureel, kleurrijke medelander en weet ik niet wat nog meer. Genoeg etiketten die op mij geplakt worden, behalve die van een Nederlander. Waar komt die afwijzende houding toch vandaan vraag ik mij af?
Is het mijn irritante getoeter na een overwinning van Turkije? De te sterke knoflooksaus in het broodje döner na het uitgaan? De te goedkope all inclusive vakanties naar Turkije? Of omdat ik gebruik maak van democratische middelen als opinie maken, demonstraties organiseren en het beginnen van politieke partijen? De realiteit is dat mijn strijd voor een sociaal rechtvaardig en gelijkwaardig bestaan me vaak niet in dank wordt afgenomen. Zolang ik – net als onze ouders – om gelijkwaardigheid vraag, word ik getolereerd en gedoogd. Echter als ik rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid opeis, word ik gedemoniseerd en geproblematiseerd. Dan is de integratie volgens vele ‘kenners’ mislukt.
Mijn visie is dat ik en met mij duizenden kleurrijke andere Nederlanders juist het toppunt van integratie zijn. Mondiger en meer confronterend dan de eerste generatie die huis en haard hebben verlaten om een nieuw bestaan voor zichzelf en voor hun (klein)kinderen op te bouwen. Nieuwe generaties van straatvechters die hun dromen en ambities waarmaken en die luidkeels hun plek opeisen. De weigering van de tweede en latere generaties om getolereerd te worden, wordt als zeer hinderlijk ervaren. En dan ook nog hun eis om een nieuwe definitie van het Nederlanderschap, wat ook onderdeel is van hun identiteit. Een Nederlanderschap waarbij hun geluid ook verdedigd wordt als het vrije woord en niet weg wordt gezet als ondankbare nageboortes van een mislukte arbeidersgeneratie.
Dat we genoeg kansen in Nederland hebben, is een ding wat zeker is. Ook is het zeker dat Nederland een prachtland is om in te wonen. En juist daarom zijn de nieuwe generaties kritisch en eisen ze hun plek op. Echter wordt kritiek op Nederland helaas te vaak verward met ondankbaarheid, terwijl het kritisch zijn en een plek aan de beslistafel opeisen is in mijn ogen juist het toppunt van integratie is. Wat ik echter mis, is diezelfde kritische houding bij een groot deel van de rest van Nederlanders? Problemen in Nederlander worden gebagatelliseerd en weggezet als onzin. De onverschilligheid overheerst.
Ik zie te weinig mensen zich zorgen maken om een Nederland waarin een politieke partij met een nationaal-socialistische visie (vergelijkbaar met de NSDAP van voor de WO 2) met miljoenen stemmen de grootste partij in de Tweede Kamer zou zijn, als er vandaag verkiezingen zouden zijn. Een Nederland waarbij 55% van de autochtone Nederlanders vindt dat er te veel buitenlanders zijn en waarbij 47% het als een probleem ervaart als culturen vermengen. Een Nederland waarbij 83% van de Nederlanders geen of weinig contact heeft met moslims en waarbij maar 5% openstaat voor contact met hen.
Een Nederland waarin de politie je op basis van uiterlijke kenmerken staande houdt, waar gemeenteraden belegerd worden en azc’s aangevallen. Een Nederland waar islamitische kinderen niet meer naar school durven te gaan, zwarte activisten en moslima’s aangevallen, uitgescholden en bespuugd worden en waarin moskeeën en synagogen het moeten ontgelden.
Daarom vraag ik mij steeds vaker af, wie moet er nou integreren? Jij of ik?