Nederland was geschokt na het zien van de Boos-aflevering ‘This is the Voice’. Maar de prioriteit van bedrijven ligt vaak niet bij het slachtoffer of bij het zorgen voor een veilige werkcultuur.
Roel van Velzen is geschokt. Miss Montreal en Snelle zijn heel erg geschrokken. Ilse DeLange is “extreem geschrokken” Toen ik de Boos-aflevering ‘This is the Voice’ zag, was ik diepbedroefd, boos en gefrustreerd, maar niet geschokt.
Als arbeidsrechtadvocaat heb ik internationale bedrijven geadviseerd over tal van klachten omtrent seksuele intimidatie of mishandeling op de werkvloer. Hierdoor was ik getuige van de reacties van bedrijven bij klachten over aanranding of intimidatie en de prioriteiten en strategieën van bedrijven bij het onderzoeken van deze klachten.
Spoiler alert : de prioriteit van bedrijven ligt bij het beheren van de wettelijke aansprakelijkheid en inmenging in de bedrijfsvoering. Niet bij het zorgen voor een veilige en effectieve werkcultuur.
De verhalen van de slachtoffers in de Boos-aflevering schetsten machtsmisbruik en de oprechte angst voor vergelding die deze vrouwen hadden. Deze angst is niet ongegrond. In theorie beschermt de wet slachtoffers tegen represailles. In de praktijk weegt het machtsevenwicht zo zwaar in het voordeel van het bedrijf en de dader, dat zij carte blanche hebben om de uitkomst te bepalen.
Naast mijn professionele ervaringen, heb ik helaas ook persoonlijk te maken gehad met aanranding en intimidatie op de werkvloer. Ik werd verkracht, gestalkt en lastiggevallen door een collega. Ik heb wél een klacht ingediend bij de werkgever en heb daarna strafrechtelijke en civiele procedures gevolgd. Echter leidde het melden van mijn misbruik tot een toename van het stalken en de pesterijen, zowel in frequentie als in ernst. Het ging van onaangename telefoontjes en berichten tot het rinkelen van de deurbel van ’s avonds laat tot’ s morgens vroeg, doodsbedreigingen, bedreigingen aan vrienden en familie en gevolgd worden op straat.
Ook op mijn werk veranderde er veel. Mijn ervaring is: zodra je een melding doet, ben je een ‘buitenstaander’. Je zit niet meer in het team en wordt gezien als de vijand. Daarnaast controleert het bedrijf vaak het proces en de uitkomst van het onderzoek. De realiteit is dat het meer een kans voor het bedrijf is om hun wettelijke aansprakelijkheid te verminderen en het verhaal te dicteren, oftewel de kans om ‘hun verhaal’ recht te zetten.
Bewijsstuk A? Het interview van John de Mol. Er is al veelvuldig gereageerd op de beschamende en toondove reactie van John de Mol op de vragen van Tim Hofman. Zijn antwoorden waren bezaaid met schuld naar de slachtoffers. Daarnaast legde het interview niet alleen De Mol’s gebrek aan empathie voor de slachtoffers bloot, maar ook zijn gebrek aan begrip van zijn eigen wettelijke en fiduciaire zorgplichten tegenover zijn werknemers. De bedrijfscultuur en het gedrag op de werkplek worden bepaald door het leiderschap en sijpelen uiteindelijk door in het hele personeelsbestand.
Ondanks dat Talpa een werkplekhandboek heeft, heeft het bedrijf geen werkplekrichtlijnen of protocollen voor seksueel misbruik of wangedrag opgenomen. Er was geen procedure voor hoe slachtoffers seksueel misbruik of wangedrag konden melden. In Nederland zijn werkgevers wettelijk verplicht elke vorm van seksuele intimidatie te voorkomen. De Mol stelt dat hij geen onderzoek heeft ingesteld omdat het de eerste klacht was die hij had ontvangen over Rietbergen [en dat dit niets te maken had met het feit dat Rietbergen de partner was van de Mols zus, Linda de Mol]. Dit onthult ofwel zijn vastberadenheid om het verhaal te dicteren of zijn gebrek aan begrip van de fundamentele rechtspositie. De beslissing om een klacht al dan niet te onderzoeken dient uitsluitend gebaseerd te zijn op de aard en ernst van de aantijgingen die in de klacht worden uiteengezet. Op basis van de aantijging die in de aflevering wordt uiteengezet, bestaat er volgens mij geen twijfel over dat er een onderzoek had moeten plaatsvinden. Naar de aantijging en het gedrag van Rietbergen op de werkplek en eigenlijk ook naar de werkplek in het algemeen. Het is duidelijk dat er geen poging is gedaan om enige vorm van seksueel wangedrag te voorkomen.
Het publiek kan geschokt zijn door de ernst en frequentie van de beschuldigingen en de diepgewortelde cultuur van protectionisme, waar er geen beschermingsmechanismen zijn om misbruik te voorkomen, maar de realiteit is dat dit verre van schokkend is. Dit zijn helaas in veel corporate bedrijven de standaardpraktijken op de werkvloer. Dit betekent dat het anno 2022 voor veel vrouwen, ondanks #MeToo, nog steeds gevaarlijk kan zijn om naar werk te gaan.
Dus wat moet er gebeuren om de bedrijfscultuur te veranderen en seksueel misbruik en intimidatie op de werkplek te voorkomen en een veilige werkomgeving voor vrouwen te creëren? Ten eerste moeten we erkennen dat er zoveel meer voor nodig is dan een verandering in beleid en personeel. We hebben het over het veranderen van algemeen aanvaarde, diepgewortelde en valse sociale verhalen over aanranding en intimidatie. Dit is geen verandering van de ene op de andere dag. Maar deze aflevering moet worden gezien als een oproep tot actie.