Gevestigd links heeft defensieve houding aangemeten.... We zullen zelf handen uit de mouwen moeten steken
Jelmer Renema voorspelt dat 2014 een links jaar wordt. Na de gure, rechtse wind van de afgelopen jaren is dat een mooi vooruitzicht. Maar er is nog heel wat nodig om dat te bewerkstelligen.
Op de valreep van 2013 kregen we eerst nog even twee mokerslagen te verwerken. Op 18 december stemde PvdA-senator Adri Duivesteijn in met het Woonakkoord. Om het gat in de begroting te dichten moeten de woningcorporaties een jaarlijkse verhuurdersheffing van 1,75 miljard euro betalen. Om dit te kunnen betalen mogen de corporaties jaarlijks de huren met 4 procent bovenop de inflatie verhogen. De woonbond schat dat hierdoor het aantal mensen dat leeft onder de armoedegrens de komende jaren van 28% tot 35% zal toenemen.
De tweede mokerslag was het Pensioenakkoord, eveneens bedoeld om het gat in de begroting te dichten. Het verlagen van het maximale opbouwpercentage van 2,25 naar 1,875 procent levert de staat bijna 3 miljard euro per jaar op. Het resultaat hiervan is dat jongere werkers in de praktijk 20 tot 30 procent minder pensioen opbouwen. Het kabinet belooft ter compensatie premieverlagingen, probleem is echter dat het kabinet daar helemaal niet over gaat.
Dat huurders en werkenden moeten opdraaien voor het tekort op de begroting, terwijl het kabinet tegelijkertijd besluit om 4,5 miljard aan de JSF uit te geven en de belasting voor topinkomens te verlagen laat zien dat links vooralsnog weinig in de melk te brokkelen heeft. ‘In de praktische politiek gaat het bitter slecht’, moet ook Renema constateren.
Hoe staat gevestigd links ervoor? Zijn voorspelling is vooral gebaseerd op een vermeende kentering in het publieke debat, onder andere als gevolg vanwege de manier van organiseren. Maar is de combinatie van ‘binnen- en buitenparlementaire actie’ werkelijk het ei van Columbus waar links al die jaren naar heeft uitgekeken?
De SP is er in ieder geval groot mee geworden. ‘Geen fractie zonder actie’, luidde jarenlang het devies. Maar juist de actiepartij bij uitstek heeft de straat de afgelopen jaren steeds meer de rug toegekeerd in de hoop mee te mogen doen met de PvdA. Een heroriëntatie van de SP op buitenparlementair werk zou een linkse wederopstanding dichterbij brengen, maar met twee verkiezingen in de eerste helft van 2014 zal dat niet snel gebeuren.
Voor de vermeende ‘terugkeer van de vakbond’ zijn evenmin concrete aanwijzingen. Het afgelopen jaar hebben we enkele positieve ontwikkelingen gezien. De oprichting van het ledenparlement is een stap voorwaarts en in de tweede helft van 2013 durfde de FNV zowaar actie te voeren zonder de PvdA. Maar de halfslachtige wijze waarop gemobiliseerd werd voor de manifestatie op 30 november wijst allerminst op een terugkeer van de vakbeweging.
Het goede nieuws is dat onlangs de halfslachtige mobilisatie een kleine 10.000 mensen op kwamen dagen. Dat liet zien dat er potentieel is om onder de noemer van ‘koopkracht en echte banen’ te organiseren. Helaas kiest de FNV ervoor om de campagne nu te kanaliseren in de richting van de strijd rond de CAO’s. Op deze manier raakt de strijd versplinterd en blijft het kabinet buiten schot.
De adjunct-hoofdredacteur van het NRC, Marike Stellinga, noemde het eind december de ‘wonderbaarlijke pacificering van de FNV’. Ze dichtte de PvdA-er en FNV-voorzitter Ton Heerts een sleutelrol toe:
Heerts verrichtte een van de wonderen van 2013. Hij wist de actiegezinde, conservatieve krachten binnen de FNV ervan te overtuigen een sociaal akkoord te tekenen dat vol zat met versoberingen van sociale regelingen; lagere ontslagbescherming, kortere werkloosheidsuitkering, noem maar op.
Hoe wordt 2014 wél een links jaar? Gevestigd links heeft zichzelf een defensieve houding aangemeten en blijft zich nog altijd blindstaren op de PvdA. Daar gaan organizing en Amerikaanse campagnestrategieën geen verandering in brengen. Maar dat is geen reden om het komend jaar maar aan rechts over te laten. We zullen zelf de handen uit de mouwen moeten steken om 2014 tot een links jaar te maken. Wat is daarvoor nodig? Ten eerste moet de rechtse ideologische hegemonie worden doorbroken. Een terugkeer van links economisch denken behelst meer dan een voorstel voor een universeel basisinkomen. De FNV campagne voor ‘koopkracht en echte banen’ biedt hier aanknopingspunten voor. Deze leus moet uitgewerkt worden tot concrete eisen waar we het komende jaar voor kunnen gaan knokken.
Het is daarnaast hoopgevend dat we aan het einde van 2013 getuige waren van de heropleving van een antiracistisch sentiment. Nog altijd zijn islamofobie en racisme de achilleshiel van gevestigd links. De SP beweerde dat de discussie over Zwarte Piet slechts afleidde van de echte strijd tegen racisme. In werkelijkheid heeft de mobilisatie rond dit thema ervoor gezorgd dat er allerlei organisaties en netwerken zijn ontstaan die de strijd veel breder trekken dan het fenomeen Zwarte Piet. De opbouw van dergelijke strijdbare netwerken is een tweede ingrediënt voor een links 2014. Deze nieuwe generatie van activisten wacht niet langer af totdat gevestigd links voor hun actie gaat voeren, ze nemen het heft in eigen handen. Door zelf initiatieven te nemen en actie te voeren oefenen ze druk uit op gevestigd links.
De spontane volksopstand in Groningen over de sluiting van Aldel laat zien wat er mogelijk is wanneer de juiste factoren samenkomen. Maar spontane acties zijn niet genoeg. De afgelopen jaren hebben we te vaak gezien dat grote bewegingen enorm snel groeien om vervolgens weer even snel te verdwijnen zonder dat er iets bereikt is. Grote bewegingen die niets bereiken werken enorm demoraliserend voor de deelnemers. Daarom moeten we ons er op richten om overwinningen te boeken. Dat vraagt organisatie, dat vraagt coördinatie en dat vraagt om de uitwerking van concrete eisen. Dat zijn de taken die er de komende liggen als we 2014 tot een links jaar willen maken.