Op 21 juli 2010 werd het Hellenic Financial Stability Board (HFSF) opgericht om Griekse banken en in Griekenland opererende buitenlandse banken te herkapitaliseren en om een vangnet te vormen als deze banken in acute nood komen te verkeren.
Het HFSF is een private instelling en maakt geen onderdeel uit van het publieke domein. Verder heeft het HFSF volledige bestuurlijke autonomie en is geen verantwoording verschuldigd aan de Griekse overheid. In 2010 werd een kapitaal van maximaal 10 miljard euro voldoende geacht om de doelstelling van het HFSF te kunnen vervullen. Het aandelenkapitaal zou worden volgestort door de EU en het IMF. In plaats van 10 miljard werd er 1,5 miljard euro aandelenkapitaal gestort.
50 miljard Later, in 2012, werd besloten tot een verhoging van het kapitaal tot een niveau van 50 miljard euro. Deze aanvullende kapitaalstorting is op een wel zeer bijzondere wijze tot stand gekomen. Het Europees Financieel Stabilisatie Fonds (EFSF) verstrekte in 2012 twee obligatieleningen en in 2013 de derde obligatieleningen aan het HFSF. De eerste lening met een bedrag van 25 miljard euro werd op 19 april 2012 verstrekt, de tweede van 16 miljard euro op 19 december 2012 en de derde van 7,2 miljard euro op 31 mei 2013.
De Griekse overheid staat volledig borg voor alledrie leningen, wat ongebruikelijk is omdat de Griekse staat geen invloed heeft op het bestuur van het HFSF en het HFSF een private onderneming is. Bovendien worden de obligatieleningen gerekend tot het kapitaal van het HFSF en ook dat is wonderlijk, want obligatieleningen behoren gewoonlijk tot het vreemd vermogen en niet tot het eigen vermogen. Eigen vermogen is risicodragend, hetgeen inhoudt dat verliezen ten laste worden gebracht van het eigen vermogen, terwijl vreemd vermogen moet worden terugbetaald als de lening volgens contract opeisbaar is.
Discussie Het meest verbazingwekkende aspect aan het HFSF is echter, dat er 41 miljard euro aan leningen door het EFSF, de voorloper van het Europees Stabiliteit Mechanisme (ESM), werden verstrekt in een periode dat de discussie over het ESM en de rol van het ESM nog in volle gang was. Toen ik in april 2012 een petitie aanbood aan het Nederlandse parlement om het ESM-verdrag niet te ratificeren werd mij door politici verzekerd dat er geen directe bankensteun zou worden geboden, want daar was het ESM noch zijn voorloper EFSF voor bestemd. De politiek zou erop toezien dat de middelen die aan het EFSF/ESM beschikbaar werden gesteld uitsluitend zouden worden bestemd voor steun aan probleemlanden en dat de controle op de besteding ervan bij de parlementen van de eurolanden zou liggen.
Deze bewering blijkt onjuist te zijn geweest. Erger nog, de directe steun aan banken werd al in 2012 geconcretiseerd middels de 25 miljard euro lening, die in april 2012 aan het Hellenic Financial Stability Fund werd verstrekt, gevolgd door een tweede van 16 miljard euro in December 2012 en een derde van 7,2 miljard euro in mei 2013. In totaal werd dus 48,2 miljard euro uitgeleend door de Europese fondsen om directe bankensteun te kunnen geven. En dan ook nog aan een private, autonome instelling.
Politieke controle Waren de Nederlandse politici, die in 2012 om het hardst riepen dat alles onder politieke controle stond en dat er geen geld uit de Europese fondsen zou worden besteed zonder het fiat van de parlementen van de eurolanden, niet op de hoogte?
Op zijn minst kunnen we vaststellen dat men niet erg zijn best heeft gedaan om door te vragen bij het EU bestuur over de activiteiten van het EFSF/ESM. Verder is het een duidelijke en steeds weer terugkerende signatuur van alle ‘mechanismes’ en instellingen die er in Europees verband worden opgericht dat ze autonoom zijn, geen verantwoording hoeven af te leggen over het gevoerde beleid aan de politiek en dat men dus de vrije hand heeft met de besteding van belastinggeld van de Europese burger. Het HFSF had op 30 september 2014 van de 50 miljard euro kapitaal al ruim 20 miljard afgeboekt als verlies.
Wordt het niet tijd heren en dames politici om een aantal indringende vragen te stellen?