© cc-foto: EPP
Aan Hoekstra moest ik denken toen ik een artikel over Hannah Arendt in het blad European Journal of Political Theory las. Hoekstra vertelde de Tweede Kamer over het recente rapport van Amnesty International dat Israël apartheid zou plegen. Hij erkende dat Amnesty grondig onderzoek deed, dat de bezetting het Palestijnse leven verslechtert, de ongelijke status van de Palestijnen onder bezetting, dat Israël volkenrecht schendt en dat de nederzettingen illegaal zijn. Maar dan trekt hij een rare conclusie:
“Het kabinet onderstreept dat Israël – in tegenstelling tot veel andere landen in de regio – een pluriforme democratische rechtsstaat is met een veelzijdige en krachtige volksvertegenwoordiging, die alle gemeenschappen en etniciteiten binnen de Israëlische maatschappij weerspiegelt.”
En verder prijst hij Israël de hemel in. Dus Israël pleegt geen apartheid, aldus Hoekstra. Het heet cognitieve dissonantie wanneer iemand twee tegenstrijdige dingen gelooft.
Hoekstra’s drogreden
Ik wil het hebben over het fragment “in tegenstelling tot veel andere landen in de regio”. David Zarefsky, een vooraanstaande argumentatiegeleerde, geeft een tip om drogredenen te vangen met stel de vraag: “Nou en?” Als je geen antwoord vindt, dan is de stelling een drogreden. Dus: Waarom is dat relevant? Dat is het niet. De aard van andere landen bewijst niet dat Israël geen apartheid pleegt.
Zijn conclusie volgt niet uit de premisse, het is dus een non sequitur.
We moeten nu het mysterie oplossen, waarom gebruikt onze minister deze drogreden?
Hoekstra’s sociaaldarwinisme
En zo komen we bij Hannah Arendt. In het bovengenoemde artikel constateerde ook David Myer Temin een cognitieve dissonantie bij haar: kolonialisme was slecht in Zuid-Afrika, maar oké in Palestina. De Arabieren zouden Palestina 1500 jaar in verval gelaten hebben, aldus Arendt. De Europese kolonisten in Palestina daarentegen lieten de woestijn binnen 40 jaar bloeien. Uit deze ‘beschavingsprestatie’ vloeide hun recht op het land. Dus Hoekstra denkt ook zo: De Israëliërs hebben het recht op de bezette gebieden omdat de Arabieren inferieur zijn.
Deze drogreden kwam vaak voor
Westerlingen met verschillende wereldvisies dachten hetzelfde. Ayn Rand vond dat superieure witten het recht op het land van de primitieve Indianen hadden en de Israëli’s op het land van de Palestijnen.
Winston Churchill, als reactie op een argument dat de Arabieren allang in Palestina leefden, vond ‘superieure rassen’ het land van inferieuren mochten veroveren:
“I do not admit that a great wrong has been done to the Red Indians of America, or the black people of Australia. I do not admit that a wrong has been done to those people by the fact that a stronger race, a higher grade race, or, at any rate, a more worldly-wise race, to put it that way, has come in and taken their place.”
Ook Balfour schreef dat het superieure zionisme belangrijker was dan de “vooroordelen van de 700.000 Arabieren die nu in dat oude land wonen.” En Martin Buber had in 1939 een identiek argument als Arendt.
John Locke’s drogreden
Verschillende auteurs menen dat Arendt haar argument van John Locke leende (zie bijvoorbeeld Shmuel Lederman, “Making the Desert Bloom: Hannah Arendt and Zionist Discourse”). En andere auteurs menen dat Locke zijn eigendomstheorie bedacht om de verdrijving van de Indianen te rechtvaardigen: wie zijn werk met de natuur mengt, wordt haar eigenaar. Luie Indianen, daarentegen, deden dat niet, dus Groot-Brittannië had het recht op hun land.
Onwaar
Behalve een drogreden was Locke’s bewering ook onwaar, bewijzen David Graeber en David Wengrow in hun fantastisch boek The dawn of everything. De Indianen zorgden intensief voor de natuur en ze cultiveerden gewassen. Sterker nog zij hadden eerder democratische concepten dan de Europeanen en ze hadden een heel ontwikkelde argumentatieleer. Jezuïeten vonden de Indianen slimmer dan de Europeanen:
“There are many ways, other than European-style farming, in which to care for and improve the productivity of land. What to a settler’s eye seemed savage, untouched wilderness usually turns out to be landscapes actively managed by indigenous populations for thousands of years through controlled burning, weeding, coppicing, fertilizing and pruning, terracing estuarine plots to extend the habitat of particular wild flora, building clam gardens in intertidal zones to enhance the reproduction of shellfish, creating weirs to catch salmon, bass and sturgeon, and so on. Such procedures were often labour-intensive, and regulated by indigenous laws governing who could access groves, swamps, root beds, grasslands and fishing grounds, and who was entitled to exploit what species at any given time of year. In parts of Australia, these indigenous techniques of land management were such that, according to one recent study, we should stop speaking of ‘foraging’ altogether, and refer instead to a different sort of farming.”
Waren de Palestijnen dan zo inferieur als de Westerlingen beweerden? De Israëlische historicus Tom Segev schreef dat Yosef Weitz, die landbouwgrond voor Jewish National Fund zocht, onder indruk van de Palestijnse landbouw was:
“Yosef Weitz was also impressed by the quality of Palestinian agronomy, calling it a lovingly cultivated ‘life support.’ As he neared Hebron his delight grew: ‘The more I look closely, the more ashamed and embarrassed I feel comparing ‘our’ Jerusalem mountains to their Hebron mountains. We, who use steel (large tilling machines), have training, huge budgets, and expensive water, have not achieved anything so flourishing. We are culturally and practically inferior by comparison, and all because they are people who work the land, and that land is their sole livelihood, and we are far from being that.’
This was one of the surprises awaiting Israelis who visited the territories, because in ‘Homeland,’ as geography classes were called, they were taught that the Arabs neglected their land: they did not repair the stone terraces built by the Hebrews two thousand years ago, and they allowed the earth to erode and expose the rock; their goats destroyed the ancient natural forests; they neglected to weed the streams, so that vegetation clogged them; they stole stones from ancient sites and used them to build houses. Israeli geography books frequently quoted a British official who had concluded that ‘the Bedouins are not the children of the desert, but rather its creators.’”
Sociaaldarwinisme verklaart waarom het Westen Palestijnen discrimineert
Het is niet meer politiek correct om te beweren dat superieure mensen de inferieuren mogen verdrijven, maar wie een groep als superieur beschrijft en een andere groep als inferieur, maakt een psychologische sociaaldarwinist in ons hoofd wakker. We hebben daardoor onbewust de neiging om de ‘superieure’ het recht op het territorium van de ‘inferieuren’ te gunnen.
Alle landen hebben drie juridische plichten:
1. Israël NIET te helpen om bezet gebied te annexeren.
2. Te zorgen dat Israël humanitair recht respecteert.
3. De Palestijnen te helpen om hun zelfbeschikkingsrecht te vervullen.
De kolonialistische mentaliteit verklaart waarom de Westerse landen hun plichten niet vervullen.
cc-foto: EPP