Een wolkenkrabber van 26 etages in China. Daar klinkt niks geks aan, toch? Maar wat als ik je vertel dat etage na etage gevuld is met varkens?
Van mijn Chinese collega hoorde ik dat de constructie van deze varkensfabriek in China net is voltooid en dat de eerste vierduizend varkens al zijn gearriveerd. Ze noemen de fabriek ‘het varkenspaleis’. Maar dit ‘paleis’ is het horrorscenario van de vee-industrie. Een gebouw waarin verdieping na verdieping gevuld is met varkens. 650.000 varkens. Wat? Ja, in dit ene gebouw zullen straks 650.000 varkens opgesloten zitten.
Het klinkt als iets uit een slechte film, maar helaas komen megastallen wereldwijd steeds vaker voor. Dieren worden in dit soort veefabrieken gereduceerd tot productiemachines, met zeugen die letterlijk hun kont niet kunnen keren in krappe kooien, om zoveel mogelijk biggen te produceren. Geen ruimte om sociaal contact te hebben met andere varkens of lekker te wroeten, maar zo snel mogelijk groeien om naar het slachthuis te kunnen. En wat als hier brand uitbreekt? Wereldwijd worden er elk jaar 80 miljard (!) dieren geslacht voor voedselproductie. Dieren die gevangen zitten in een systeem vol wreedheden, waar ze niet in staat zijn om natuurlijk gedrag te uiten.
Het opsluiten van zoveel dieren bij elkaar is – naast ethisch verwerpelijk – het recept voor een volgende wereldwijde gezondheidscrisis. Het ontstaan van zoönosen is een reëel risico als er zoveel dieren bij elkaar in een gebouw worden gezet. De dieren ervaren stress. En dieren die stress hebben zijn extra vatbaar voor ziektes. Er hoeft maar een ziek dier bij te zitten, en het virus kan overspringen van varken op varken en kan zich muteren tot een nieuw, ook voor mensen, gevaarlijk virus.
Niet alleen een voorbeeld als een varkensstal met meer dan een half miljoen dieren in China is potentieel risico, in Nederland zagen we ‘ruimingen’ van miljoenen kippen door de uitbraak van vogelgriep.
Naast dierenleed voor de varkens (of andere veedieren) en risico’s voor de gezondheid van mensen, heeft de vee-industrie ook gevolgen voor mensen die leven in kwetsbare gebieden.
We hebben het over voedselongelijkheid. Recent bleek dat met de graandeal die werd gesloten met Oekraïne om de export van graan te kunnen hervatten. De graandeal was bedoeld om ontwikkelingslanden te helpen en wereldwijde honger te verminderen. Maar wat denk je? In werkelijkheid ging het grootste deel van deze graanschepen, met tarwe, maïs en gerst aan boord, naar de intensieve veehouderij in Europa. Maïs gebruikt als veevoer voor al die opgesloten dieren. Bizar als je beseft dat Nederland alleen al meer dan 700.000 ton graan meer binnenkreeg dan alle arme landen bij elkaar. Door voer voor veedieren te maken, gaan er grote hoeveelheden voedsel verloren die ook direct door mensen gegeten zouden kunnen worden. Deze ongelijkheid wordt in stand gehouden door de wereldwijde vee-industrie en de overmatige consumptie van vlees en zuivel in rijke landen.
Dat er vandaag de dag nog vergunningen worden uitgegeven voor megastallen die business as usual in stand houden, is onbegrijpelijk. In China, maar ook gewoon hier, in Nederland hebben we megastallen. Het faciliteert een gruwelijk systeem waar dier en mens het slachtoffer van zijn. Een verziekt systeem, met verwoestende effecten voor dier, mens en planeet.
Willen we deel zijn van de oplossing zouden we allemaal minder dierlijke eiwitten moeten consumeren. Minder vlees, boter, kaas en eieren. Duurzame initiatieven steunen en het grote geld helpen deze transitie te versnellen, om niet alleen de dieren, maar ook mensen eerlijker te gaan behandelen.