Vijf Italiaanse parlementsleden, die ieder maandelijks 12.000 euro aan salaris ontvangen, hebben met succes een beroep gedaan op een nooduitkering van 600 tot 1000 euro, bedoeld voor zelfstandigen die in de problemen zijn gekomen door de coronacrisis. De gezaghebbende krant La Repubblica heeft onthuld dat het geld in maart en april is geclaimd door de graaiende politici. Ze konden voor de steun in aanmerking komen omdat de spoedmaatregel in verband met een snelle afhandeling in de noodsituatie geen inkomenseis stelde.
Het zou gaan om drie leden van de extreemrechtse Lega, een van de regerende Vijfsterrenbeweging – ooit opgericht uit protest tegen het gegraai – en een van Italia Viva, de partij van voormalig christendemocratisch premier Renzi, die laatste partij ontkent dat. De namen van de profiteurs wil de toezichthouder, geleid door een vertegenwoordiger van de populistische Vijfsterrenbeweging, op grond van privacybescherming niet vrijgeven.
Op de onthulling is met woede gereageerd. De graaiers worden opgeroepen zich bekend te maken, het ontvangen geld terug te betalen en op te stappen. Lega-leider Matteo Salvini riep dat aanvankelijk ook maar stelde later dat schorsen voldoende straf was.
In totaal hebben 2000 politici een beroep gedaan op de noodsteun. Lokale politici verdedigen zich met de verklaring dat ze voor hun politieke werk slechts een geringe vergoeding ontvangen en daarnaast een zelfstandig beroep uitoefenen. Zo legt Anita Pirovano, gemeenteraadslid voor de Linkse Ecologische Vrijheidspartij uit in The Guardian : “Ik ben psycholoog. Ik heb een hypotheek, ik doe boodschappen, ik moet mijn dochter onderhouden en ik ga een enkele keer op vakantie. Als alleen politicus zou ik het financieel niet redden.”