Fascinerend hoe met een boek over plekgedoe er direct plekgedoe ontstaat: wie mag hier het woord voeren?
Joris Luyendijk schreef een boek. Over mannen zoals hijzelf. Mannen met 7 vinkjes. Witte, hetero, hoogopgeleide mannen met nog een aantal privileges. Vervolgens ontploft opinie Nederland. Op twitter verenigen activistisch, anti-racistisch, feministisch, intersectionalistisch links zich met anti-woke, anti-zeur, diversiteitsmoe rechts: Joris moet down. Op LinkedIn en in de krant is de teneur meer: Joris heeft iets moois gedaan waarmee op z’n minst een goed gesprek kan worden gevoerd. In diversiteitsbubbel Nederland zie ik enige verwardheid bij columnisten, auteurs, sprekers, trainers, beleidsmedewerkers die hun brood met vinkjes gedoe verdienen. Komt een brommertje van rechts die er met de buit vandoor gaat. Moeten we die omarmen of wegpikken?
Roze Olifant In de antropologie leer je, dat waar zoveel gedoe en opwinding is, er waarschijnlijk een dikke vette Roze Olifant uit het bos is komen banjeren. Dat zagen we een paar weken geleden rondom The Voice. Nu zijn de 7 vinkjes het verhaal waar tout Nederland zich omheen verenigt, om er wat van te vinden.
Plekgedoe en patronen Het boek van Joris gaat over plekgedoe. Hoe krijg je in onze samenleving een plekje bovenaan op de apenrots van macht, geld en invloed? Is die plek je al bij geboorte gegeven of kan je die zelf bevechten? Is Karma en Predestinatie je leidend paradigma of is de American Dream en Tsjakka-iedereen-kan-het je levensadagium?
De opwinding over het boek gaat veel over ruimte nemen en podium geven. Reacties als: ‘wat een belangrijk boek heb je geschreven Joris, ik hoop alleen dat je nu het podium ook aan zwarte vrouwen geeft’, tot iets minder vriendelijk geformuleerd: ‘schrijf niet zelf een boek, dam je geldingsdrang in en geef anderen die dit al lang hebben gezegd een plek’. De Roze Olifant die hier zichtbaar wordt, is dat de aandacht voor het boek van Luyendijk precies onderstreept waar hij over schrijft. Als je 7 vinkjes hebt, wordt je stem gehoord en als je geen 7 vinkjes hebt ben je een zeikerd als je het daarover hebt. Iets met fractaaltjes en patronen.
Fascinerend hoe met een boek over plekgedoe er direct plekgedoe ontstaat: wie mag hier het woord voeren. De activist van kleur die dit al jaren roept? Witte vrouwen met een diversiteitscursus in hun winkeltje die slechts 1 vinkje missen? Of de 7 vinkjes man die dus wel het beste andere 7 vinkjes mannen kan bereiken? Of helemaal níemand, want al dat gezeik over plek en ruimte is uiterst woke en vermoeiend?
Krenkinsgpijn en uitsluitingstrauma Het 7 vinkjesboek heeft haar effect nu al bereikt. Er is een steen in de vijver gegooid. Iedereen gaat dansen en de Roze Olifant is in de kamer. Wat mij daarbij opvalt, is dat het gesprek nogal met het hoofd wordt gevoerd. Colleges en verwijzingen naar eerdere geschriften. Veel Gij Zults. Dat alles gelardeerd met een hoop boosheid. Meestal is waar boosheid is, ook een hoop pijn, verdriet of trauma aanwezig. De mensen die nu rond de Roze Olifant dansen, hebben ieder zo hun eigen tranen. Pijn van dit al jaren zeggen, en door het ontbreken van je witte vinkje toch niet echt gehoord worden. Pijn van jarenlange uitsluiting omdat je geen hetero vinkje draagt en nu denkt: ‘ga jij lekker huilen joh Joris’. Pijn van weliswaar 7 vinkjes scoren, maar het toch niet helemaal maken op de golfclub en jezelf daarom een sukkel vinden en je vrouw vindt dat ook. Pijn van dat jouw vinkje nummer 8 niet genoemd wordt. Dat je te maken hebt (gehad) met huiselijk geweld of seksueel misbruik. Dat je mentaal kwetsbaar bent al zie je dat niet van buiten, en dat nooit en te nimmer in een gesprek over 7 vinkjes zal durven te noemen. Pijn van ervaren hebben dat je ook kunt worden uitgesloten, en niet meer aan een baan komt, sinds er vinkjeslijstjes en diversiteitsbokalen bestaan.
Mag het hart ook meedoen Misschien moeten we dit gesprek niet alleen met ons hoofd voeren. Maar naast de emotie woede, juist ook de emoties van trauma, krenking, verlies, pijn, frustratie erkennen. Aan een ieder die er opgewonden van is vragen: op welke manier raakt dit verhaal jou? Wat is er met jou gebeurd dat je reageert zoals je reageert? Hoe is het om jou te zijn? Dan geven we de Roze Olifantjes die Joris Luyendijk briljant heeft opgeroepen, de aandacht die heelt en verbindt. Deze week was er nóg iemand die ons raakte. Niet boos, maar verstild. Zonder meningen. Ryan deed huilen, verbond, overbrugde verschil en maakte dat mensen samenwerkten. Een klein jongetje ergens in een diepe put in Marokko. Die ons leerde dat de grootste pijn diep in de diepte zit.