Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

We zingen het Wilhelmus maar leren niet over ons eigen verleden

  •  
19-08-2017
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
231 keer bekeken
  •  
3504354443_ecdf4c7f87_z

© Foto: CC Mirko Tobias Schäfer

"Blind en (Oost-Indisch) doof moeten wij onze trouw toe zweren aan Neerlandsch vlag en vaderland, maar we worden niet geconfronteerd met de gruweldaden uit ons eigen verleden"
Sinds een paar dagen ben ik terug van een prachtige reis naar Indonesië, het grootste moslimland ter wereld. Het is een land rijk aan Nederlandse geschiedenis. Ik zag daar talloze medelanders die, net als ik, heerlijk vakantie vierden op de vele eilanden. Ik proefde smaken die ik nog nooit had geproefd, maar toch bleef er altijd een bittere nasmaak hangen.
Een nasmaak van kolonialisme, slavernij, uitbuiting, maar vooral ook schaamte.
Wat wist ik van de koloniale geschiedenis van Indonesië? Wat wist ik überhaupt van ons koloniaal verleden? Wij kregen vroeger les over de VOC en de Gouden Eeuw. Alleen de naam zegt al genoeg, een tijdperk om trots op te zijn. Op een gegeven moment was Nederland het rijkste land ter wereld. Hoe ouder ik word en hoe meer ik over dit tijdperk leer, hoe meer die trots vervangen wordt door schaamte en schuld.  Van de uitbuiting van lokale boeren, tot genocides die bijna hele gebieden uitmoordden, met als klapper op de vuurpijl het bloedbad van Rawagede in 1947. Als het gaat over de geschiedenis van Indonesië geloof ik dat wij lijden aan collectief geheugenverlies.
Dit geheugenverlies blijf echt niet beperkt tot ons koloniaal verleden, maar heeft ook vooral betrekking op ons slavernijverleden.
Naar schatting waren er onder het VOC bewind zo’n 75,000 slaven. De WIC nam meer voor handen, maar in totaal zijn er door de Nederlanders minstens een half miljoen slaven verhandeld. Deze ‘mensenhandel’ zoals wij het nu zouden noemen heeft ons dus flink wat centjes op gebracht.
Men hoeft eigenlijk alleen maar te kijken naar de bevolkingsopstelling van Suriname om een kleine indruk te krijgen over ons slavernijverleden.  Tussen 1650 en 1830 brachten onze voorvaderen ruim een kwart miljoenen Afrikanen naar Suriname. Na de ‘afschaffing’ van de slavernij werd er compensatie betaald aan de slaveneigenaren (niet de slaven zelf) voor het geld dat ze zouden verliezen. In Suriname, moesten de Afrikaanse slaven hun ‘contract’ uitwerken op de plantages en werden de Hindostanen, Javanen en Chinezen ingezet als zogenaamde ‘contractarbeiders’. Zij werden misschien niet benoemd als slaven, maar hun bestaan was niet bepaald menswaardig.
Terwijl ik meer informatie op zoek over onze geschiedenis kom ik plaatjes tegen van Nederlandse slavenschepen, speciaal gemaakt om zo veel mogelijk mensen in te proppen. De tranen springen mij in de ogen, het is een harde, maar nodige confrontatie. Wat zijn mijn witte tranen? Superieure witte tranen van schuld en schaamte, waar niemand iets aan heeft. Het verandert echter wel mijn zelfbeeld, het maakt mij bewust, bewust en empathisch. Laat bewustzijn en empathie nou net de twee elementen zijn die langzamerhand vervagen in onze maatschappij.
Vandaag zag ik in het nieuws dat het Wilhelmus weer gezongen moet worden in de klas, het voorstel om meer aandacht te schenken aan onze koloniale geschiedenis en ons slavernijverleden haalde het echter niet. Wij willen dat onze jeugd trots is om Nederlander te zijn, trots op onze voorvaderen, maar wij durven onszelf niet te confronteren met de gruweldaden van diezelfde figuren. Blind en (Oost-Indisch) doof moeten wij onze trouw toe zweren aan Neerlandsch vlag en vaderland. Ik zeg het niet vaak, maar dit is misschien een van de weinige momenten dat ik blij ben om in België te wonen.
 
 
 
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.