Op SBS6 kun je zien hoe Bekende Nederlanders van de tweede categorie proberen een kudde schapen over de hei te drijven. Dat valt ze niet mee maar ze vinden toch tijd om met elkaar oppervlakkigheden uit te wisselen over het leven. Vooral de eigenzinnigheid van de schapen doet denken aan dr. Jan Best en zijn theorie over de aard van onze samenleving. Die krijgt nieuwe betekenis nu wij voor de immense taak staan alles weer op te bouwen wat als gevolg van overheidsmaatregelen rond corona instort. Het verhaal laat zich niet in een paar one liners samenvatten maar het is de moeite waard.
Jan Best beoefent de mediterrane pre- en protohistorie. Zijn voornaamste aandachtsgebied is de geschiedenis van het oostelijk Middellandse Zee bekken tussen pakweg 4000 en 1000 voor Christus. Troje, het Minoïsche Kreta, Mycene, Oegarit, Byblos, dat werk. Jan Best gebruikt tegelijk oude geschiedenis, archeologie, antropologie, godsdienstwetenschappen en historische taalkunde. Dit leidde tot opmerkelijk resultaten, die door zijn vakgenoten nooit voor zoete koek zijn aangenomen. De afgelopen veertig jaar raakte Jan Best vaak met hen in conflict. Hij hield wel van een robbertje verbaal vechten. Daarmee heeft hij in het wetenschappelijk establishment niet overal vrienden gemaakt om het maar zachtjes te zeggen. Dat draagt bij aan de controverses rond zijn theorieën maar je kunt ze nooit wegzetten als hersenspinsels. Er valt best wat op af te dingen maar onzin verkoopt Jan Best nooit.
Dit ter inleiding. Nu opletten. Anders raak je de draad kwijt.
Bijna alle talen die tegenwoordig in Europa gesproken worden, behoren tot de Indo-Europese familie. De alleroudste woorden hebben te maken met schaapskudden en een nomadische levensstijl. Archeologisch onderzoek laat zien dat schaapherders in de prehistorie vanuit Azië naar het het Midden-Oosten en Europa trokken. Ze troffen daar een bevolking aan die al duizenden jaren leefde van akkerbouw. In de godsdienst van deze boeren speelde vruchtbaarheid een centrale rol. Ze vereerden dan ook een moedergodin , die waarschijnlijk min of meer gelijk werd gesteld met de aarde.
De schaapherders hielden er een heel andere religie op na. Zij leefden in de open lucht. Ze trokken met tenten rond. Zij waren sterk afhankelijk van regen en wind. Zij vereerden dan ook een mannelijke hemelgod, die in of boven de wolken woonde. Wie kennis wil maken met de eenentwintigste-eeuwse versie daarvan, bezoeke een kerk, een synagoge of een moskee. Daar zul je Hem vinden.
Volgens Jan Best zijn de schaapherdersvolken erin geslaagd hun cultuur op te leggen in heel Europa en het Midden-Oosten. Dat kun je zien aan de loopbaan van de moedergodin der akkerbouwers. Eerst wordt zij teruggebracht tot de echtgenote van de mannelijke hemelgod, die in de meeste mythologieën ook nog eens behoorlijk vreemd gaat. Daarna zakt zij af tot een soort courtisane, een godin van de lichamelijke liefde en het seksueel genot, die in de praktijk een soort buitenvrouw is van Jan en alleman in de godenwereld. Wij kennen haar als Afrodite of Venus. Dit weerspiegelt volgens Jan Best een culturele revolutie ten koste van vrouwen. Hij heeft daarvoor nog veel meer argumenten maar die laat ik hier ter zijde.
Jan Best gaat er van uit dat in een maatschappij waar moeder aarde een soort oppergodin is, de vrouwen een zeer gerespecteerde en belangrijke positie innemen. Het normen- en waardepatroon wordt daardoor in hoge mate bepaald. Zij zijn hun macht kwijtgeraakt door de dominantie van de schaapherders met hun bewondering voor mannelijke kracht en alles wat daarmee samen hangt. Nu komen de problemen in het spel die de BN-ers hebben met het opdrijven van hun dwarse kudde.
Als avontuurlijk babyboomer trok Jan Best in de jaren zestig over land naar India. Je reisde dan door Afghanistan, toen een monarchie waarvan de koning de regionale aristocraten slim tegen elkaar uitspeelde zodat er over het algemeen vrede heerste. Kaboel was een mondaine stad met een universiteit, waar de meisjes in minirok naar college gingen. Op het platteland waren de verhoudingen nog traditioneel. Gastvrijheid voor vreemdelingen was een centrale waarde. Daardoor kon Jan Best optrekken met nomadische schaapherders. Hij vertelde mij eens: “Jij denkt zeker dat zo’n stam hun kuddes opdrijft. Nou, mooi niet. Als die schapen in de lente het verse gras ruiken, dan gaan ze dáár op af. Ze zijn niet te stoppen. Dan lukt het hoogstens zo’n kudde een beetje bij elkaar te houden. Dat kunnen alleen de mannen in de kracht van hun leven. Vrouwen met kinderen en bejaarden zijn daar niet toe in staat. Daarom hebben die jonge mannen als enigen echt greep op het stambezit Zo ontstaat, aldus Jan Best, een patriarchale samenleving met de vrouwen als broedmachines op het tweede plan. Opa mag goede raad geven maar als puntje bij paaltje komt, bepalen de jongere mannen wat er gebeurt. Zonder hun medewerking kan opa niets ook al is hij formeel de koning.
Dat niet alleen. Je hebt veel lichamelijke kracht en behendigheid nodig om zo’n kudde bij elkaar te houden. Je moet niet weifelen en onmiddellijk kunnen optreden. Dit soort eigenschappen verhogen je status. En dan is het maar een kleine stap naar goed kunnen vechten en met wapens omgaan. De eindbaas is agressief, autoritair, vechtlustig en een leider van mannen: alles en iedereen is prooi. Kijk ze paraderen de superherders , zie ze pronken.
We leven tegenwoordig in een hoog ontwikkelde, technologische samenleving maar de mannen in de kracht van hun leven maken nog steeds de dienst uit. Met alles wat daar bij hoort: bewondering voor kracht, besluitvaardigheid en geweld. Niet alles is hetzelfde gebleven. Vrouwen hebben zich bijvoorbeeld voor een belangrijk deel uit hun onderdanigheid bevrijd maar als ze iets willen bereiken, moeten ze toch het gedrag en het waardepatroon van de mannen in de kracht van hun leven overnemen. Ook al ontkennen ze dat nog zo hard. Dat waardepatroon wordt al millennia door ons straatbeeld en onze monumenten bevestigd.
Kort gezegd: de samenleving is tot op heden georganiseerd volgens het waardepatroon van nomadische schaapherders. Dat is levensgevaarlijk gezien het moderne vernietigingspotentieel. We hebben onze samenlevingen immers volgestopt met wapens en machines om de planeet uit te putten. Het is ook nog volkomen uit de tijd, want we hoeven onze beesten niet meer bij elkaar te houden als ze het jonge gras ruiken. We hebben waarachtig andere prioriteiten. Met viriliteit los je het klimaatprobleem niet op. Evenmin kun je er corona mee verslaan. En in de relmakers van de Schilderswijk en het Kanaleneiland was door de hitte de schaapherder wakker gemaakt.
Aldus Jan Best. Volgens hem kennen de westerse samenlevingen een basisfout die nodig gecorrigeerd moet worden. Anders gaan ze vroeg of laat te gronde. We moeten afscheid nemen van de stoere schaapherder als rolmodel.
Misschien is deze beproeving daarvoor het juiste moment. We dachten dat we alles en iedereen konden overwinnen. We hebben de aarde aan ons onderdanig gemaakt. En ineens staan we machteloos. Ineens werkt niet meer wat we in ons zelf het meest bewonderden. Het Westen is net een flipperkast op tilt. Zo is het en niet anders.
Gek toch hoe Rachel Hazes en Bram Moszkowicz op de heide een mens aan het denken kunnen zetten: wij kerels zijn nog steeds levensgevaarlijke schaapherders. Er valt op deze stelling vast het nodige aan te merken maar toch: Jan Best heeft een punt.