De commissie Van Rijn hangt de schuld als een grauwe Hollandse regenwolk boven het Mediapark.
Het is een buitengewoon vreemd rapport dat een onderzoekscommissie onder leiding van Martin van Rijn heeft uitgebracht over wangedrag bij de publieke omroep. De titel Niets gezien, niets gehoord en niets gedaan. De Zoekgemaakte verantwoordelijkheid belooft veel maar bij lezing blijkt al spoedig dat er nog veel meer zoek gemaakt is. De auteurs hebben een nogal lange adem en het duurt lang voordat ze ter zake lijken te komen. Dat is niet bedoeld als verwijt want wie een pijnlijk onderzoek als het voorliggende ter hand neemt moet heel precies en uitgebreid de motieven, de definities en de werkwijze uiteen zetten.
Wat biedt het rapport nog meer? Vooral grote woorden. Hoofdstuk 2 begint aldus:
“Schreeuwcultuur in gezichten geschreeuwd enorme stemverheffingen ruzies mensen vernederen totdat ze huilend weglopen keiharde tirades verrot/uit/de huid vol gescholden uitgefoeterd mensen de grond intrappen vuurspuwend woedend uit hun plaat gaan schreeuwden alsof de oorlog was uitgebroken niet meer voor rede vatbaar reputatie als ontvlambaar publiekelijke woede uitbarstingen vernederingen en agressies iemand ervan langs geven gooien met papieren gooien met stoelen op tafel smijten van telefoons met de hand op tafel slaan fysiek dichtbij komen breed maken briesend en boos op iemand aflopen”
Dat gaat zo een hele tijd door. Wie wil weten wat er dan precies wanneer waar gebeurd is en wie daarbij welke rol speelden, komt bedrogen uit. De commissie Van Rijn hangt de schuld als een grauwe Hollandse regenwolk boven het Mediapark. Dat is gebruikelijk als er in Nederland iets mis gaat: iedereen en alles hebben het gedaan.
Opmerkelijk is bovendien dat kennelijk heel veel zegslieden van de commissie niet beschreven wat hen zelf was overkomen maar wat zij hadden meegemaakt met anderen: wat collega’s was aangedaan en niet henzelf. Prof. dr. Naomi Ellemers, universiteitshoogleraar in Utrecht, verklaarde op de televisie dat men op zoek was gegaan naar sociale feiten en dat die heel belangrijk waren.
Wij sensatiejagende lezers bladeren natuurlijk onmiddellijk door naar het hoofdstuk over DWDD. De commissie benadrukt nog eens hoeveel gesprekken zijn gevoerd met mensen die “lieten weten angst en klachten te hebben ervaren als gevolg van grensoverschrijdend gedrag waar ze zelf niet het doelwit van waren”. Wij lezen:
“Vooral verbale intimidatie kwam volgens DWDD-medewerkers wekelijks en soms zelfs dagelijks voor. Zij omschreven dit in de gesprekken als: ‘schreeuwen’, ‘uitfoeteren’, ‘krijsen’, ‘hysterisch te keer gaan’ of ‘tirades houden’. De gesprekspartners beschreven deze vorm van intimidatie als: ‘woest’, ‘exploderend’, ‘uit de plaat gaan’, ‘onbeheersbaar’ en ‘niet voor rede vatbaar zijn’. Met name het vernederende effect van publiekelijke verbale intimidatie voor de betrokken personen zelf en de bredere gevolgen daarvan voor anderen in de omgeving zijn in de gesprekken beschreven en als schadelijk benoemd.”
Dit klinkt allemaal heel ernstig maar je kunt er weinig mee als in feite iedereen de schuld krijgt. Je voedt met deze combinatie van vaagheid en sensationele termen alleen maar het geruchtencircuit. Inmiddels is Matthijs van Nieuwkerk opnieuw in opspraak geraakt. Tot nog toe werd hij vooral in verband gebracht met verbale intimidatie. Nu wordt hij beschuldigd van gewelddadig optreden en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daarover valt in het rapport Van Rijn niets te lezen. Juist daardoor kwamen de berichten uit andere bronnen naar buiten. Van Nieuwkerk zelf wijst de aantijgingen overigens verontwaardigd van de hand. Zo roept het rapport vragen op in plaats van dat het antwoorden geeft.
Door deze werkwijze kunnen Martin van Rijn c.s. alleen maar komen tot aanbevelingen die het gegarandeerd niet verder zullen brengen dan het geduldige papier en fraaie verklaringen op “heidagen”. Het gaat vooral om bureaucratische processen.
• Erken de schadelijkheid van alle vormen van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. • Neem je verantwoordelijkheid voor alle medewerkers die daarmee te maken hebben. Maak verantwoordelijkheden duidelijk: • Ontwikkel leiderschapscompetenties • Vertoon voorbeeldgedrag • Begeleid presentatoren en bescherm hen tegen zichzelf • Investeer in medewerkers • Staar je niet blind op de gemiddelde werknemerstevredenheid • Versterk de P&O-functie • Kijk niet weg en spreek elkaar aan • Laat zien wat je doet • Zorg dat melden loont • Kijk naar patronen dus voorbij incidenten • Verbreed het perspectief van bestuurders • Versterk het toezicht en verbind daar consequenties aan • Geef de NPO een verbindende rol • Houd concurrentie en samenwerking met elkaar in balans • Onderzoek de rol en geldstromen van productiehuizen
Vooral dat “kijk naar patronen, niet naar incidenten” zal in de praktijk er voor zorgen dat daders er mee weg komen. Dat van die leiderschapscompetenties is ook een hele fraaie. Of “Vertoon voorbeeldgedrag”. Kijk mij op de kerstborrel mijn handen eens thuis houden!
Misschien is het belangrijkste gegeven in dit hoogst onbevredigende rapport wel de opmerking dat heel veel mensen het wilden hebben over het onrecht anderen aangedaan en dat zij het er zo moeilijk mee hadden. De sociale feiten, zoals professor Ellemers zegt. Alles is gezien. Iedereen keek weg en leed in stilte.
Dezer dagen wordt veel aandacht besteed aan een boek van Rinke Verkerk, Het hele Dorp wist het. Dat gaat over seksueel misbruik en hoe uiteindelijk het slachtoffer door de omgeving wordt geïsoleerd. Daar doet dit gebeuren bij de publieke omroep sterk aan denken.
Het is uiteindelijk een kwestie van mentaliteit. Bij mij op het werk klaagden we best wel eens over elkaar en andermans prestaties maar gedrag zoals in Van Rijns rapport aangegeven, kwam niet voor. Dat was namelijk ondenkbaar. Contracten van nieuwkomers die het merkbaar achter de ellebogen hadden, werden niet verlengd. Een optreden als dat van Matthijs van Nieuwkerk had bij ons alleen verbijstering teweeg gebracht. Daarna hadden we hem gewoon alleen laten staan. Of iemand had hem eens stevig bij de strot gegrepen zoals hij dat bij DWDD naar verluidt bij ondergeschikten deed. Als Matthijs bij ons had gewerkt, was het wel goed met hem gekomen. We hadden het hem snel afgeleerd. Ook moesten we altijd lachen om prima donna’s. Nee, wij hadden Matthijs van Nieuwkerk op tijd tegen zichzelf in bescherming genomen.
Het probleem is: dit laat zich niet gemakkelijk in een beleid vatten. Het gaat om een sfeer, om een cultuur. Wie de geschiedenis van de media bestudeert ontdekt dat die nogal wat narcisten kent. Denk aan beruchte types zoals Randolph Hearst, Max Aitken (Lord Beaverbrook), Rupert Murdoch of in Nederland Hak Holdert, die De Telegraaf groot maakte. Zij verspreiden het gif om zich heen. Zo lang iedereen zwijgt, blijven ze hun gang gaan. Dat zwijgen kan maar op een manier doorbroken worden: als de omgeving niet wegkijkt maar met grote nauwkeurigheid man en paard noemt. Zonder aanzien des persoons. Anders komt er niets van veiligheid op de werkvloer terecht.
Het narcisme van de mediajongens en de lafheid van de omgeving worden indringend getoond in Citizen Kane, de geniale film van Orson Welles.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.
Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: de Werdegang van het liberalisme.