Ter Apel is een schandvlek op de Nederlandse vlag. Door die vlag op zijn kop te hangen gaat deze schandvlek niet weg. We moeten ons als land echt gaan bezinnen, en niet alleen op ons asielbeleid. Dit tijdperk schreeuwt om radicale verandering van politieke besluitvorming om de grote vraagstukken die de globalisering met zich meebrengt het hoofd te bieden.
Wat zich in Ter Apel afspeelt is een drama voor de gedupeerde vluchtelingen en een schandvlek op de Nederlandse vlag. Door die vlag op zijn kop te hangen valt die vlek niet te verhullen. Want dit is geen incident. Evenmin kunnen wij als de burgers de huidige staatsecretaris of het kabinet als de enige boosdoener aanwijzen. Dit schandaal is de uitkomst van het decennialange kop in het zand steken van onze samenleving. De samenleving en de politici die ons vertegenwoordigen, hebben geen zin om toe te geven dat het vluchtelingenvraagstuk een blijvend vraagstuk is. We moeten duurzame en duidelijke keuzes maken hoe wij ons daartoe gaan verhouden.
De weg naar asiel is, voor de betreffende asielzoeker, verworden tot een lang slopend wachten. De onzekerheid blijft, verhoor na verhoor. En omdat de asielzoekers daarmee onvoldoende zijn weggepest en zijn blijven wachten, is de opvang in het afgelopen decennium ook steeds soberder geworden. Dat noemt men met verhullende taal ontmoedigingsbeleid. In feite is het gewoon asielzoekers pesten. Over een halve eeuw zullen onze kleinkinderen het in hun geschiedenisboeken hoofdschuddend teruglezen.
Dit alles is het resultaat van halfslachtigheid. Wel binnen de marges van het Vluchtelingverdrag van Geneve willen blijven - want ja, wij zijn een beschaafd land en van dat imago willen we wereldwijd de vruchten plukken - maar niet van harte. Want die “aanzuigende werking”, dat willen we niet. En nee, we willen ook geen breed maatschappelijk debat over dat globalisering meer is dan een goedkope all-in vakantiebestemming aan de Turkse Riviera. Liever stemmen we op de politieke partijen die ons in slaap sussen. Die suggereren dat alle uitdagingen van globalisering en leven in een open systeem achter de dijken gehouden kunnen worden, of hoogstens maar een heel klein beetje en heel eventjes ook ons probleem zijn.
De krantenkop van Trouw van afgelopen donderdag zegt alles over wat in Ter Apel gaande is: “Artsen zonder Grenzen naar Ter Apel. ‘Dit is geen vluchtelingencrisis, het is een beleidscrisis’”.
Maar het zegt ook iets over meer dan alleen over het vluchtelingenvraagstuk. Het zegt vooral iets over waar wij als samenleving staan. In een veranderende wereld staan wij in onze hoofden helemaal stil. We wanen ons in afzondering. Wij moeten ons echt gaan bezinnen en tot een andere betekenisgeving aan en ordening van onze samenleving komen. Ons aanpassen aan deze tijd en haar grote uitdagingen.
Trouw is van oorsprong een christelijk georiënteerde krant en ik moet daarom denken aan hoe Luther op 31 oktober 1517 met het vastspijkeren van 95 stellingen op een kerkdeur de betekenisgeving aan en ordening van de samenleving in heel groot deel van Europa op zijn kop zette.
Natuurlijk, het menselijk drama in Ter Apel moet opgepakt en wel meteen! En graag door doortastende technocraten en no-nonsens doeners. Maar het Ter Apel-drama is ook een symptoom. Onze samenleving schreeuwt om verandering. Er is de afgelopen jaren geen gebrek aan symptomen die dezelfde richting op wijzen: het toeslagenschandaal, de crisis in het onderwijs, de toenemende kloof tussen rijk en arm, de snel dalende koopkracht van het 20% armste deel van de bevolking, de groeiende depressie onder de jongeren, de burn-out epidemie, de gaswinningcrisis in Groningen.
Wie in staat is om wat uit te zoomen, kan het moeilijk ontkennen: we leven in een tijd van transformatie en de verbeterlijstjes en brandbestrijding van onze politici die graag de manager-bestuurders uithangen bieden, hoe nodig ook, geen duurzame oplossing. Het is een tijd die vraagt om een gedeelde democratische ruimte waar je samen durft te vertragen en bezinnen, waar je verbeelding en verlangen kunt laten spreken om nieuwe concurrerende verhalen voor de samenleving te verzinnen. Kijkend naar ons drukbezette parlement - meer fracties dan ooit - en de Babylonische spraakverwarring daar vraag ik me werkelijk af of we deze belangrijke taak aan de volksvertegenwoordigers over moeten laten.
We hebben andere democratische ruimtes nodig voor de grote vragen van deze tijd. De Belgische schrijver David Van Reybrouck waarschuwde jaren terug al in zijn “Tegen de verkiezingen” voor het groeiende onvermogen en de bittere schaduwzijde van een representatieve parlementaire democratie. Hij hield een pleidooi voor het verkennen van andere democratische wegen, waar we de grote vragen van deze tijd, op andere democratisch wijze van antwoorden moeten zien te voorzien.
Recentelijk nog heeft Eva Rovers, medeoprichter van Bureau Burgerberaad, een krachtig pleidooi-pamflet geschreven (“Het is aan ons”) over de noodzaak om burgers anders en krachtiger te betrekken bij de beslissingen over de grote vraagstukken van deze tijd, zoals over hoe we ons tot klimaatverandering moeten verhouden.
Er is dus kennis, en er zijn visies. En we hebben de ene na de andere crisis die laat zien dat bij de grote vragen – vandaag over asielzoekers, morgen over de klimaat, overmorgen over onze belastingstelsel etc. – een beetje polderen en elkaar willen pleasen niet werkt!
De door Van Reybrouck en Rovers aangedragen oplossingen zouden berekenen dat onze politici en partijpolitiek inboeten aan belang. Dat bijvoorbeeld niet het parlement maar een burgerberaad, referendum of een andere politiek instrument ons helpt om als burgers zelf spijkers met koppen te slaan bij de grote vraagstukken. Die verandering naar wat directere democratie, hoe paradoxaal het ook klinkt, kan alleen beginnen vanuit het hart van de partijpolitiek zelf. Het is daar dat de kanteling het eerste zetje zou moeten krijgen.
Welke moedige politicus en welke politieke partij is hiertoe bereid? Om een pleidooi te houden tegen eigen beroepsmacht en de status van eigen institutie zou durven te relativeren? Die partij en haar leider wordt de Luther van onze tijd. Luther was tenslotte zelf ook maar een priester van de kerk waartegen hij in opstand kwam.