De dreiging van ziekten maakt duidelijk hoe kwetsbaar de intensieve varkenshouderij is
Afrikaanse Varkenspest (AVP) is donderdag 13 september aangetroffen in België. Nederland houdt het hart vast. En terecht, want als AVP de grens oversteekt naar Nederland, kan dit catastrofale gevolgen hebben. Beelden van de afgrijselijke situatie ten tijde van de klassieke varkenspest in 1997 dringen zich op. Destijds zijn 11 miljoen (!) varkens op vaak nare wijze geruimd. Kan dit nu opnieuw gebeuren? Ja, dat is zeker mogelijk.
Verspreiding via transport Wat opvalt in de berichtgeving is dat er veel wordt gesproken over het verslepen van de ziekte via vrachtwagens. Transportwagens die varkens vervoeren naar landen waar varkenspest heerst, worden direct bij de grensovergang in Nederland extra gereinigd. Daar wringt iets, want waarom vervoeren transporteurs überhaupt varkens naar landen waar deze ziekte heerst, terwijl wij ondertussen zogenaamd alles in het werk stellen deze extreem besmettelijke ziekte buiten de deur te houden?
Vanuit Nederland vervoeren we jaarlijks honderdduizenden varkens naar het buitenland. Vrachtwagens vol jonge biggen die in Nederland zijn geboren, gaan op transport naar Roemenië, Hongarije en Kroatië. Ja, dus ook naar landen waar AVP heerst. Om dáár vetgemest te worden tot vleesvarken, in plaats van in Nederland. Dat is economisch misschien interessant maar als de vrachtwagens uit een besmet gebied terugrijden naar Nederland kan het virus meeliften en zich hier verder verspreiden. De extra reiniging van de veewagens is erop gericht dat te voorkomen, maar is het niet veel veiliger om helemaal te stoppen met deze transporten?
Verhoogd risico De dreiging van AVP maakt duidelijk hoe kwetsbaar de intensieve varkenshouderij is. Nederland ‘produceert’ heel veel varkens, veel meer dan ons land aankan. Dit leidt tot twee problemen. Ten eerste dus het oeverloze gesleep met dieren. Niet leuk voor de dieren, slecht voor het milieu, en bovendien een enorm risico vanwege de mogelijke verspreiding van ziektes door vrachtwagens of door chauffeurs. Het tweede probleem: de varkensdichtheid is gevaarlijk hoog. Als morgen ergens in Brabant AVP wordt geconstateerd, dan wordt het bedrijf geruimd. Op zo’n bedrijf leven al gauw 10.000 varkens. En als er in de nabijheid van het bedrijf nog andere varkensbedrijven staan (wat meestal het geval is), dan worden die varkens ook gedood, of ze nou ziek zijn of niet. Dit zorgt bij een uitbraak al snel voor hoog oplopende sterftecijfers.
Export Toch accepteren we deze risico’s blijkbaar als een noodzakelijk kwaad dat bij onze fantastische exportpositie hoort. In een vakblad las ik recent een column van een dierenarts over Afrikaanse varkenspest. Ze schreef: “Nederland is te klein om de natuur maar zijn gang te laten gaan.” Ze doelde erop dat een sterkere bestrijding van wilde zwijnen nodig was, omdat die een rol kunnen spelen in de verspreiding van het varkenspestvirus. Hier krijg ik koude rillingen van. Volgens deze dierenarts is Nederland dus te klein om de natuur haar gang te laten gaan, maar blijkbaar niet te klein voor 13 miljoen varkens in de intensieve veehouderij, waarvan 70 procent bestemd is voor buitenlandse consumenten. Verbijsterend. En dat van een collega-dierenarts.
Het woord is nu aan minister Schouten van het ministerie van LNV. In haar toekomstvisie gaf de minister vorige week aan dat het tijd wordt voor kringlooplandbouw. Landbouw die rekening houdt met de natuur en het milieu. In dat kader valt het gesleep met dieren en grondstoffen moeilijk te rijmen met duurzame doelstellingen. Misschien gooit de dreiging van AVP wat olie op dit vuur. Ik wens de minister veel wijsheid toe.