We zijn medeoprichter van de EU, een netto betaler en denken daarom met de vuist op tafel te kunnen slaan.
In het hoofdlijnenakkoord staan een aantal onderwerpen die noodzaken dat Europese regels moeten worden veranderd. Of op zijn minst dat voor Nederland een uitzonderingspositie moet worden gemaakt bij de regels op de gebieden natuur, stikstof, klimaat en migratie.
Door BBB, PVV, VVD en NSC wordt verschillend gedacht hoe je het beste daarover kunt onderhandelen met de verschillende organen in de EU. De BBB dacht vóór het bezoek van mevrouw van der Plas aan Brussel dat het botte instrument van met de vuist op tafel slaan wel effectief zou kunnen uitpakken. Opvallend genoeg sprak ze na haar bezoek aan Brussel plotsklaps alleen nog over onderhandelingen.
Critici van het hoofdlijnenakkoord zijn van mening dat voornoemde veranderingen meer op wensdenken gebaseerd zijn dan op enig EU-realiteitsbesef – zeker als strak wordt vastgehouden aan de rechtsstatelijkheid van alle besluiten van het programkabinet.
Nederland heeft in economische zin veel te danken aan de EU. De Europese markt is voor ons land essentieel om onze welvaart op peil te houden. De EU als douane-unie garandeert een vrij handelsverkeer op een grote Europese markt voor ons relatief kleine land.
In politieke zin stelt Nederland in de EU qua grootte en invloed vanzelfsprekend minder voor. Frankrijk en Duitsland zijn daar met name de dominante partijen. Met een zeer ondergeschikte rol en invloed van Nederland. De visserijsector heeft dat goed kunnen ervaren. Franse vissers zijn beschermd ten koste van onze Nederlandse vissers. Dat moet een wijze les zijn.
Politieke macht in Europa heeft Nederland niet echt. We moeten het hebben van politieke kruimels als we fundamentele veranderingen willen van de EU. Belangrijk aan elke onderhandelingstafel is om vooraf héél goed je plaats te kennen. Dat weet iedere ervaren onderhandelaar.
Als klein land met je vuist op tafel slaan is dus ronduit je kiezers voor de gek houden. Dat geldt ook voor het verkeerd gebruiken van het argument dat Nederland een netto betaler is. Zonder de EU zou de welvaart van Nederland schrikbarend achteruit gaan. Dat leren de uitkomsten van de Brexit wel.
Recent gaf in de Tweede Kamer minister Piet Adema ongevraagd aan zijn toekomstige opvolger op zijn ministerie een wijze raad mee. Plat gezegd kwam het neer op de uitdrukking: voor wat, hoort wat. Ga dus nooit met lege handen onderhandelen. Dan ben je op voorhand kansloos.
Feitelijk is de politieke invloed en positie van Nederland binnen de huidige EU heel gering. Tegelijkertijd is Nederland in economische zin sterk afhankelijk van de Europese vrije handelsmarkt. Om onze welvaart niet onder druk te zetten is het beter om de beperkte macht en invloed van Nederland op de EU-besluitvorming maar voor lief te nemen. Dat voorkomt forse teleurstelling voor de achterban van de coalitiepartijen bij de uitvoering van het hoofdlijnenakkoord.