Woensdag vinden de Tweede Kamerverkiezingen plaats. We kunnen ons niet alleen druk maken over het klimaat, de kloof en migratie – maar ook over de manier waarop we omgaan met technologie. Of het nou gaat om telefoons in de klas of de invloed van grote tech-bedrijven: er valt iets te kiezen. Laten we dat dus ook doen. Wie betere technologie wil, stemt vandaag op een bemoeizuchtige partij.
Regulering
Er is iets raars aan de hand met de manier waarop we omgaan met nieuwe technologie en dat valt het beste te verklaren aan de hand van een paar voorbeelden. Stel je een wereld voor waarin er auto’s op de weg worden gelaten die onveilig zijn. Uit het niets blijken deze auto’s van de weg te rijden, wat de veiligheid – overduidelijk – niet ten goede komt. Bij de apotheek gaat het niet veel beter. Patiënten krijgen in deze hypothetische dystopie medicijnen voorgeschreven die ze alleen maar zieker maken. Er volgen al snel Kamervragen. Hoe kan het dat deze auto’s en medicijnen op de markt zijn gekomen? Waarom heeft de overheid niet ingegrepen?
Iets soortgelijks is er nu aan de hand met digitale technologie. We leven in een tijdperk met ongekende technologische mogelijkheden – maar die technologie blijkt niet altijd in dienst te staan van de gebruiker. Dagelijks brengen jongeren zo’n drie uur door op social media, wat ze niet alleen veel tijd kost, maar ook heeft gezorgd voor een mentale gezondheidscrisis. Het aantal depressies, zelfmoorden en zelfverminkingen bij jongeren zijn sinds de uitvinding van social media en smartphones flink gestegen. De invloed van deze platformen blijft niet alleen beperkt tot kinderen. Publieke organisaties maken gebruik van technologie die leidt tot polarisatie en te weinig doet aan online bedreigingen, waardoor politici zich terugtrekken uit publieke functies. Hoe kunnen deze digitale middelen op de markt zijn gekomen? Waarom heeft de overheid niet eerder ingegrepen?
Bemoeizuchtige overheid
Er zijn een aantal belangrijke oorzaken voor maatschappelijke problemen als polarisatie en de mentale gezondheidscrisis. Allereerst investeren tech-bedrijven te weinig in content-moderatie, dat wil zeggen: het controleren van uitingen die online worden geplaatst. Illustratief en schrijnend is dat Elon Musk welgeteld één FTE heeft vrijgemaakt om alle berichten op X (voorheen Twitter) te modereren. Benedict Evans vatte bij zijn afscheid van X prima samen hoe Musk het platform verpestte: “Hoe meer boze reacties je oplevert, hoe meer Twitter je promoot. Het blijkt dat sociale media toch ingewikkelder zijn dan rocket science”, daarmee verwijzend naar het ruimtevaartbedrijf van Musk.
Naast deze onverschillige reactie ten opzichte van nepnieuws en bedreigingen van digitale platformen, hebben we te maken met een groter probleem. Sociale media als Facebook en Twitter hebben ontdekt welke berichten het meeste interacties opleveren, namelijk berichten waar je bang of boos van wordt. Dat is de perverse prikkel van social media: er worden meer advertenties verkocht, als er meer interactie op het platform is. Het is dan ook geen wonder dat welhaast elke moderne maatschappij gepolariseerd is geraakt – dat is niet een bijeffect van social media, maar een direct gevolg van het verdienmodel van de huidige social media.
Het enige alternatief is een alternatief. Dat wil zeggen: digitale infrastructuur die niet in handen is van grote tech-bedrijven als Google en Facebook. Dat vraagt om een proactieve rol van de overheid. Gelukkig begint dat besef bij politiek Den Haag in te dalen. Haast alle partijen stemden bijvoorbeeld in met een mobieltjesverbod in de klas (de BBB uitgezonderd). En welhaast alle partijen willen de macht van Big Tech inperken, de PVV, SGP, JA21 en FvD uitgezonderd. Valt er dan niets te kiezen? Gelukkig wel: alleen de SP, GroenLinks-PvdA en D66 willen investeren in Europese, publieke digitale infrastructuur, waardoor er open-source oplossingen moeten ontstaan die kunnen concurreren met veelal Amerikaanse technologie.
Wie betere technologie wil, kiest woensdag voor een iets bemoeizuchtigere overheid, die niet zijn schouders ophaalt als er auto’s, medicijnen of digitale middelen op de markt komen die de gezondheid van burgers aantasten.