Nederlandse regering moet steun weigeren aan wie zich zo misdraagt
Westerse kledingbedrijven hebben de textielindustrie van Bangladesh al sinds jaar en dag bij de strot. De coronacrisis is voor hen geen argument om die omknelling te laten verslappen. Integendeel: volgens de NRC eisen zij massaal 50 procent korting op de orders. Ook regent het annuleringen van orders terwijl de bestellingen al klaar staan voor verscheping. Alleen H&M onderscheidt zich tot nog toe door een fatsoenlijke opstelling, zo blijkt uit de woorden van Rubana Huq, voorzitter van de Vereniging van Kledingfabrikanten en Exporteurs in Bangladesh.
De eerste gevallen van corona in Bangladesh werden half maart geconstateerd. Op 17 april waren 1838 ziektegevallen geteld en 75 overlijdens. In hoeverre die cijfers de werkelijkheid weerspiegelen is onduidelijk. De medische infrastructuur van Bangladesh is zwak. Geen wonder: het land telt bijna 163 miljoen inwoners en het inkomen per hoofd bedroeg in 2017 4200 dollar per jaar. Nota bene: dat van Nederland was toen 53900 dollar per jaar.
Wat oppervlakte betreft is Bangladesh vier keer zo groot als het onze. Net als Nederland is het voornamelijk een delta maar vergeleken met de Ganges en de Bramaputra zijn de Maas en de Rijn murmelende beekjes. Watersnoden zijn er dagelijkse kost. Comparatief voordeel in coronatijden: slechts 15% van de bevolking is 55 jaar of ouder. Dit weerspiegelt tegelijk de armoede en de zwakke gezondheid in het land.
De regering heeft nu een lockdown afgekondigd. Als die langer dan een week of twee duurt, is honger op grote schaal onvermijdelijk.
De afgelopen decennia maakte de textielindustrie van Bangladesh een enorme groei door. Ze is concurrerend op de wereldmarkt vanwege de minimale loonstandaarden. Het loon in een textielfabriek schommelt onder de honderd euro per maand. De meeste bedrijven werken met kleine marges en hebben niet de economische kracht om nee te zeggen als er weer eens een minimaal bod wordt gedaan. Denk niet dat het alleen maar om Primark couture gaat. Ook dure merken uit de Bijenkorf laten hun broeken, shirts en overhemden, in Bangladesh vervaardigen.
Volgens Trouw is de marge van de fabrikant ongeveer 4 procent op de verkoopprijs in de Nederlandse winkel. Vier procent. En daar moet nu vanwege de coronacrisis de helft van af.
Dit is laaghartig. Dit is genadeloos misbruik maken van de situatie. Dit is de zwaksten nog meer uitknijpen. Dit is een schoftenstreek. Met name de zeer uitgebreide familie Brennikmeijer , eigenaren van C&A verdient onze verachting. Zij manifesteren immers een opzichtig vroom katholicisme. Jezus had een definitie voor zulke gelovigen: zij zijn als witgepleisterde graven. In 2011 werd het vermogen van deze familie geschat op 22 miljard.
En ondertussen hebben winkelketens die dit durven flikken de gore moed om bij minister Koolmees de met gouden ringen getooide hand op te houden. Werk aan de winkel voor minister Kaag. Zij moet er bij partijgenoot Koolmees voor zorgen dat Nederlandse bedrijven die Bangladesh op dezer onverantwoordelijke manier uitknijpen, verstoken blijven van steun. Tenzij ze onmiddellijk op hun schreden terugkeren. Wie ondernemersrisico wil, zal ondernemersrisico krijgen.
Het is bovendien een thema voor de Raad van Ministers van de Europese Unie. Zodat ze kunnen afspreken hoe ze gezamenlijk aan dit schandaal een einde kunnen maken. Tot de bedrijven die zich op deze weerzinwekkende wijze gedragen behoren Primark, Gap en C&A waarbij eerstgenoemd bedrijf wel een steunfonds voor de textielarbeiders schijnt te willen vormen. Fatsoenlijke mensen gaan aan hun deuren voorbij, ook na de lockdown.
Ten overvloede: er zijn tal van signalen dat deze vormen van wangedrag schering en inslag zijn als het gaat om de manier waarop het Westen nu de ontwikkelingslanden tegemoet treedt, ondanks de zalvende woorden en een fooi hier en daar. U kunt zelf wel raden hoe dat op ons terug zal slaan. We creëren zo zelf een nieuwe voedingsbodem voor aanzwellende migratiestromen, woede, radicalisme en apocalyptische predikers.