Het CPB heeft onderzoek gedaan naar de migratie in Nederland en komt met bevindingen die haaks staan op wat de kiezers voor de verkiezingen is voorgespiegeld. Wilders en zijn ultrarechtse trawanten beweren voortdurend dat de migratiestroom toeneemt door asielzoekers die willen profiteren van sociale verzekeringen. In werkelijkheid zijn het vooral arbeidsmigranten die zorgen voor de toename. Ze komen in tegenstelling tot wat ultrarechts beweert niet af op uitkeringen maar worden gelokt door werkgevers die arbeidskrachten zoeken voor onaangenaam, zwaar en onderbetaald werk.
Uit de rapportage van het CPB ontstaat een beeld dat sterk doet denken aan de jaren ‘60, ‘70 en ‘80. Toen werden massaal - zogenaamd tijdelijke - gastarbeiders geworven in landen rond de Middellandse Zee, met name Marokko en Turkije. Die arbeiders deden zwaar, ongeschoold werk en raakten als hun lichamen opgebruikt waren arbeidsongeschikt waarop de werkgevers hen dumpten in het sociale zekerheidsstelsel.
Het CPB constateert dat het patroon zich herhaalt. Nu zijn het uitzendbureaus die in opdracht van werkgevers arbeidskrachten werven in EU-lidstaten met een zwakke economie. Dat zijn er in de praktijk veel meer dan verwacht werd, schrijft Trouw:
Het Centraal Planbureau (CPB) voorspelde in 2004 dat er na de uitbreiding van de EU jaarlijks tussen de 3500 en maximaal 10.000 arbeidsmigranten tijdelijk naar Nederland zouden komen. Maar in 2008 ging het al om 25.000 arbeidsmigranten, en in 2010 om 100.000 seizoensarbeiders. Volgens de uitzendbranche vertoefden er in 2022 985.000 arbeidsmigranten in Nederland.
Begin deze eeuw werd opnieuw door beleidsmakers en -adviseurs, waaronder het CPB, voorspeld dat de geworven arbeidskrachten hier tijdelijk zouden verblijven omdat de toegenomen welvaart in het thuisland hen zou doen terugkeren. Die welvaartstijging kwam er niet of bleef achter bij de verwachtingen.
Ruim een kwart van de nieuwe arbeidsmigranten woont na tien jaar nog in Nederland. Zij hebben ook hun gezinnen laten overkomen, waardoor gezinsmigratie inmiddels een derde van de totale migratie naar Nederland is.
De partijen die momenteel onderhandelen over de vorming van een ultrarechts kabinet maken de bevolking wijs dat de migratie vooral veroorzaakt wordt door asielzoekers. De VVD liet het kabinet vallen op een conflict over ‘nareizigers’. Die zouden volgens Yesilgöz en de rest van de uiterst rechtse vleugel van de VVD een enorm probleem vormen. Na de verkiezingen werd duidelijk dat het in werkelijkheid om enige tientallen personen gaat. Maar toen was de antimigranten buit al binnengehaald, met 37 zetels voor de PVV. Het CPB ziet ook dat er als het gaat om asielzoekers geen duidelijke trends zichtbaar zijn, de toe- en afname van vluchtelingen wordt vooral veroorzaakt door oorlogen die oplaaien of stoppen.
Het weren van asielzoekers, zo dat wenselijk zou zijn, loopt stuk op internationale verdragen die landen verplichten mensen die op de vlucht zijn de gelegenheid te bieden asiel aan te vragen. Daar kan Den Haag weinig aan veranderen. Dat ligt anders met arbeidsmigranten. Die toename van die stroom is vooral te danken aan het afbreken van arbeidsvoorwaarden (raad eens door wie?):
Zo toont het planbureau voor het eerst aan dat economische groei en het gevoerde arbeidsmarktbeleid bijdragen aan de komst van arbeidsmigranten. In Nederland heeft bijvoorbeeld de flexibele arbeidsmarkt en de geringe ontslagbescherming een aanzuigende werking op de komst van buitenlandse werknemers gehad. De sociale uitkeringen in Nederland hebben daarentegen nauwelijks invloed.
De arbeidsmigranten worden onder meer aangetrokken door de vee-industrie. Twee van de vier politieke leiders die momenteel onderhandelen over het beperken van migratie hebben zelf een migratie-achtergrond, Yesilgöz en Van der Plas. De andere twee, Wilders en Omtzigt, hebben partners die hier naar toe gemigreerd zijn.