De partijen die het kabinet Wilders-1 vormen, denken het stikstofprobleem te kunnen oplossen door het weg te denken. Als we gewoon we de ondergrens voor de stikstofuitstoot verhogen, dan komt alles weer goed, zo is de gedachte. Maar kan dat eigenlijk wel? Wetenschappers van TNO en de Universiteit van Amsterdam concluderen na maandenlang onderzoek dat dat helemaal niet zo makkelijk is, schrijft de Volkskrant.
“Volgens de onderzoekers zijn er nog te weinig experimentele gegevens voorhanden om te bepalen vanaf welke waarde niet meer is vast te stellen of een project stikstofneerslag veroorzaakt in een natuurgebied. Het bepalen van zo’n goed onderbouwde ondergrens zou minstens vijf jaar veldonderzoek vergen.”
Daar komt bij dat het verhogen van de nu geldende ondergrens desastreuze gevolgen kan hebben. In de eerste plaats voor de natuur, want zo’n hogere ondergrens leidt onvermijdelijk tot nieuwe projecten die weer extra stikstofuitstoot tot gevolg hebben. “Je zet de deur op een kier om allerlei kleine stijgingen van de uitstoot – en dus onvermijdelijk de depositie van stikstof – toe te staan”, legt Raoul Beunen, hoogleraar Omgevingsbeleid bij de Open Universiteit, uit in NRC.
Om die reden is de kans dan ook weer levensgroot dat de rechter korte metten maakt met de door BBB, NSC en PVV bedachte ‘oplossing’. De Nederlandse natuur zucht immers al jaren onder de te hoge stikstofuitstoot. Recent onderzoek liet nog maar eens zien dat de biodiversiteit zwaar te lijden heeft onder extra stikstofdepositie.