Door: Eva Akerboom en Anja Hazekamp
Het is ernstig gesteld met de natuur in Europa. Ruim 80% van de gebieden waarin dieren en planten leven, verkeert in ongunstige staat. 70 procent van de bodems is in slechte conditie. In de afgelopen 10 jaar is meer dan tweederde van alle vispopulaties in omvang geslonken en één op de drie bestuivende insecten, zoals bijen- en vlinders, staat op het punt om uit te sterven. Ook het merendeel van onze inheemse boomsoorten wordt in hun voortbestaan bedreigd. Het zijn slechts enkele voorbeelden uit een lange rij alarmerende feiten rondom de staat van onze natuur.
Hoe heeft het zover kunnen komen? Al in de jaren ’90 spraken EU-landen met elkaar af om natuurbeschermingswetten, zoals de Europese Habitat- en Vogelrichtlijnen, in te voeren. Toen dit onvoldoende zoden aan de dijk zette, stelden EU-landen zich in 2011 - op vrijwillige basis - het doel om de natuur beter te beschermen en ervoor te zorgen dat natuur- en biodiversiteitsverlies in 2020 gestopt zou zijn.
Dat is bij lange na niet gelukt. Bestaande regels en vrijblijvende afspraken die EU-landen met elkaar hebben gemaakt zijn totaal onvoldoende gebleken en zullen het verlies aan natuur en biodiversiteit ook in de toekomst geen halt toeroepen. De Europese Commissie heeft daarom een broodnodig voorstel gedaan voor een EU-Natuurherstelwet, die niet langer vrijwillige, maar bindende doelen stelt aan natuurherstel.
Geen seconde te vroeg
Het voorstel van de Europese Commissie komt geen seconde te vroeg. Er is nog maar weinig tijd om een leefbare toekomst veilig te stellen. Zowel de mens als de natuur worden door weer- en klimaatextremen voorbij hun mogelijkheden tot aanpassing gedreven. Dat brengt op termijn onder meer onze voedselvoorziening in gevaar. Dringende maatregelen voor het herstel van ecosystemen zijn nodig om de gevolgen van klimaatverandering op te kunnen vangen voordat het te laat is, zo waarschuwde het IPCC afgelopen jaar.
De voorgestelde EU-Natuurherstelwet komt ten goede aan onmisbare ecosystemen die op dit moment onvoldoende beschermd worden en in slechte staat verkeren. Daaronder bossen, stadsnatuur, oceanen en veen- en moerasgebieden. In 2030 zouden EU-landen door de wet voor een klein deel (20%) van deze gebieden maatregelen moeten instellen die zorgen voor natuurherstel; op termijn, in 2050, zouden natuurherstelmaatregelen genomen dienen te worden in alle essentiële beschadigde gebieden. Ook zou de Natuurherstelwet het nettoverlies van natuur in steden vanaf 2030 stoppen.
Dat laatste heeft onder meer een gunstig effect tijdens hittegolven zoals de huidige. De aanwezigheid van bomen koelt de temperatuur in steden en kan daarin tot maar liefst 12 graden verschil maken. Ook het herstel van natuurgebieden buiten de stad heeft een matigend effect op weersextremen, waarmee we steeds vaker en steeds langer te maken hebben.
In economisch opzicht becijfert de Europese Commissie dat elke euro die nu geïnvesteerd wordt in natuurherstel, tussen de 8 en 38 euro oplevert. De kosten van niets doen, bedragen op termijn daarentegen maar liefst 1700 miljard euro.
Misinformatie
Er is brede wetenschappelijke consensus dat snel actie nodig is om te voorkomen dat ecosystemen op termijn volledig in elkaar storten. Toch proberen christendemocratische en conservatief-liberale partijen, waaronder de VVD en het CDA, in Brussel uit alle macht om de EU-Natuurherstelwet volledig van tafel te vegen. Ze dwarsbomen daarmee de totstandkoming van de eerste continent-wijde natuurherstelwet ter wereld. De drogreden die zij hiervoor aanvoeren is dat Nederland ‘niet op slot mag’ en ‘dat economische activiteiten mogelijk moeten blijven’.
Het is zorgwekkend dat zelfs partijen die regeringsverantwoordelijkheid dragen - en die de afgelopen decennia hebben verzuimd om de natuur te beschermen - zich daarbij bedienen van bewuste misinformatie. Europarlementariër Jan Huitema van de VVD ging zelfs zover om maandag op Radio 1 te suggereren dat “er geen huis meer gebouwd kan worden” als de natuurherstelwet door gaat: je reinste onzin.
De natuurherstelwet legt doelen vast voor natuurherstel en beschermt stadsnatuur. Tegelijkertijd houden landen op veel punten zelf de regie en bevat de wet op veel punten flexibiliteit om uitzonderingen te maken, bijvoorbeeld voor projecten van overstijgend publiek belang. Hoever die uitzonderingen precies gaan, is nog onderwerp van onderhandeling, maar er is geen enkele legitieme reden om de natuurherstelwet voortijdig geheel weg te stemmen, zoals CDA en VVD beogen.
Consequenties
Zonder natuurherstelwet zal het verlies aan natuur ook in 2030 nog niet gestopt zijn. Economische activiteiten die afhankelijk zijn van de natuur, zoals landbouw en visserij, zullen met negatieve consequenties te maken krijgen als nú geen actie wordt ondernomen. Slechts op korte termijn profiteren boeren en vissers van een eventuele status quo, zo waarschuwt de Europese Commissie.
Het is daarmee niet alleen onverantwoord, maar ook onlogisch dat juist partijen die zeggen op te komen voor economische activiteit, eraan bijdragen dat gewassen straks niet meer bestoven worden, bodems onbruikbaar zijn, gebieden niet bestand zijn tegen droogte en hoogwater en dat steden op termijn té heet worden om in te wonen, laat staan om in te bouwen.
Donderdag stemt de Milieucommissie van het Europees Parlement over de vraag of er verder mag worden onderhandeld over de Natuurherstelwet of dat de wet moet worden verworpen. Mocht een meerderheid stemmen voor het verwerpingsvoorstel, dan is de kans groot dat de Natuurherstelwet - en daarmee uiteindelijk ook de natuur - het onderspit delft. Hoewel sommige partijen dit als overwinning zullen vieren, is daar werkelijk niemand bij gebaat.