Eén van de zaken waar ik zeer gepassioneerd over ben, is niet alleen milieubewust maar ook niet-toxisch leven. Ik gebruik hier met opzet niet-toxisch in plaats van gezond of iets dergelijks. Milieubewust en niet-toxisch gaan uiteraard vaak samen. Milieubewust, niet-toxisch en goedkoop gaan niet altijd samen. Dat moet ik toegeven. Maar het wordt beter. En toch. Ondanks de vele, (inter)nationale initiatieven uit de afgelopen jaren om de wereld te ontgiften, hebben we nog wel een (afhankelijk van, lange) weg te gaan.
Schrikbarend is hoeveel gif gecommercialiseerd wordt in letterlijk alles wat we maar zouden kunnen gebruiken. Gif zit in alles om ons heen. Tenenkrommend is hoeveel gif in ‘bepaalde wijken’ extra toegankelijk en betaalbaar wordt gemaakt. Plaatsen waar bijvoorbeeld meer gekleurde mensen leven. Mensen met minder privileges, zoals kennis of netwerken. Mensen kunnen pas beter zelf kiezen als ze beter weten.
Vanzelfsprekend kunnen toxische producten een enorme impact hebben op de gezondheid en levensloop. Ik zou zeggen dat alles constant invloed op ons heeft, tot aan waarom we doen en denken zoals we doen aan toe. Hoe zijn we hier in hemelsnaam in beland? Retorische vraag, want het antwoord is duidelijk. Zie hierboven “hoeveel gif gecommercialiseerd wordt” en neem eens de tijd om de link te openen.
Niet-giftige bestanddelen
Ergens in 2013 viel het kwartje. Ik begreep hoezeer niet alleen wat ik qua voeding consumeerde, maar ook qua producten – bijvoorbeeld in huis – aanstuurt hoe ik functioneer. Ik ontwikkelde interesse voor en toewijding aan slow living, zen, minimalisme, niet-toxisch en duurzaam leven. Ik begreep ook hoezeer we onszelf van de natuur hebben losgekoppeld en zocht de natuur op wanneer ik kon. Al bereikte ik niet het niveau van mensen die volledig off grid met de natuur verenigd zijn. Ik benijd hen.
Na de pandemie raakte ik even van het padje door bijvoorbeeld toch terug te vallen op die ene fijne en goedkope conditioner in plastic, waar bestandsdelen in zitten die niet helemaal goed zijn voor mijn hormoonhuishouding. Gemak en geld besparen inderdaad, dus greep ik ernaar terug. Dit jaar besloot ik dat ik dit weer moest gaan corrigeren. Ik kreeg er een vitaliteitsimpuls van jewelste voor terug. Concrete, fysieke reacties op de niet-giftige bestandsdelen…
Plastic ging weer het huis uit en glas kwam ervoor in de plaats. Ik ging experimenten met eigen wasmiddel, wasverzachter, shampoo, conditioner, zeep, schoonmaakmiddelen enzovoorts, ook al zijn er kant-en-klare opties. Ik raakte gefascineerd door de voorbereiding en ondervond een liefde voor wat er ontstond. Waarschijnlijk vergelijkbaar aan de liefde en zorg die mensen voelen wanneer ze anderen een mooie maaltijd voorschotelen. Ik ken dat niet zo omdat ik na een jeugd vol dienstbaarheid, lees slavernij, nooit meer ‘een graantje Jiddische mamme’ in mezelf hervond. Dat betekent dat ik beperkt met plezier gerechten en lang tafelen voor anderen regel. Het idee alleen al om dat regelmatig te moeten doen… Nee, dank. Maar goed, dát idee van liefde, zorg en creativiteit, zoals bij wie ervan houdt.
Wie z’n hoofd koel weet te houden
Gezellige lifestyle of up lit is niet zo mijn ding. Die richting gaan we dus niet uit met dit stuk. Er zijn talloze platforms waar mensen inspiratie en ideeën kunnen vinden en weer andere platforms over wat er vanuit ondernemen en het bedrijfsleven geïnitieerd wordt voor een betere wereld. Terwijl ik met mijn experimenten voor een niet-toxische conditioner bezig was, bedacht ik me alleen waar het aan blijft schorten. Die richting gaan we uit.
Het zijn steeds onschuldige mensen die lopen te rectificeren wat anderen stukmaken. Raar eigenlijk. Onacceptabel vaak. Ik bedacht me dat er bovendien regelmatig oplossingen gezocht worden waar ze niet te vinden zijn. Niet handig. Of oplossingen geëist worden van mensen en organisaties die de problemen niet veroorzaakt hebben. Of problemen gecreëerd worden, zodat er oplossingen geboden kunnen worden (klassieke handelwijze van commercialisering, inclusief marketing). En dat er vaak genoeg mensen op plekken zitten waar ze niet horen. Chaos. Wie z’n hoofd koel weet te houden te midden van de gekte af en toe, levert gerust een prestatie. Terwijl ik de appelciderazijn in het glas aan het doseren was, voelde ik boosheid en verdriet door de toxiciteit in de wereld als gevolg van dit alles.
Even op een zijspoor, toxiciteit is uiteraard een veel groter thema, ook bij simpele, dagelijkse voorbeelden zoals onze digitale consumptie, door onszelf of door anderen tot stand gekomen. Eeuwen geleden behield niemand bakken met e-mails, chats en weet ik het wat voor data over alle lof of perikelen en het lief en leed uit de levensloop. Eeuwen geleden was er geen digitale snelweg waarmee een overvloed aan toxische gegevens van over de hele wereld onze kant uitkwam. Ongefilterd, regelmatig nep en steeds vaker geautomatiseerd. Dat doet iets met ons en met het collectief. Wat, laat ik aan ieders denkvermogen over. De één blijft immers praktisch. De ander vult het filosofisch of spiritueel in. Of de ander ervaart dit zelfs energetisch en lijfelijk.
Dan maar praktisch en fysiek: hoeveel bedrijven hebben hun zakken gevuld ten koste van andermans gezondheid? In sommige landen zijn de regels bovendien nog altijd niet genoeg aangescherpt om volledige transparantie van bijvoorbeeld ingrediënten te kunnen garanderen. Hoeveel bedrijven hebben bijgedragen aan vernieling van de planeet?
Let op: meer dan abstracte uitspraken, doe ik in dit stuk niet. Maak de schets zelf compleet. Ik ben geen arts, toxicoloog of specialist in wet- en regelgeving en spoor slechts aan om hierover na te denken door middel van enkele, eenvoudige alinea’s. Want tegen het eind van het jaar zijn dit soort overdenkingen en verbeteringen op persoonlijk vlak goed getimed.
Verzin iets anders
Ik roerde in de pot en goot er druppels eucalyptusolie bij. De pot zette ik opzij voor de volgende dag. Die ene oproep van kunstwerken heel laten moest er ook komen. Wat heb ik me eraan gestoord, iedere keer dat er weer wat vernield werd door klimaatactivisten. Die kant gaan we ook uit.
Laat musea en andere artistieke en culturele gelegenheden vanaf nu toch met rust. Zoek waar de oplossingen wel te vinden zijn. Onze historische bewijsstukken op weg naar een steeds beschaafdere wereld (het was in ieder geval een streven en velen hebben zich gedurende vele generaties er daadwerkelijk met de beste intenties voor ingespannen, ondanks wat er verkeerd is gegaan) zijn daar veel te kostbaar voor. Zelfs werken van seksistische klojo’s zoals Picasso. Al zou ik er niet om rouwen als, zeg ik met een knipoog. Kortom, voor wat het waard is, aan ieder die zich hier nog aan wil wagen, doe het niet. Verzin iets anders.
Zeker wanneer mensen dit doen omdat bedrijven teveel macht hebben en ze bang zijn voor de gevolgen als ze tegen hen in gaan. Alleen niet erg heldhaftig om alles op dat ene schilderij te botvieren, toch? Dat er wat te protesteren valt, lijkt me evident. Maar zulk soort nieuwe problemen creëren? Laat niet de onschuldige mensen/organisaties boeten voor het onvermogen of de corruptie van anderen. Dan doe ik graag mee. En volgens mij nog veel en veel meer mensen. Eens kijken wat er dan ontstaat…