De toeslagenfraude door Bulgaarse bendes laat zien dat een complex belastingstelsel gevoelig is voor fraude. PvdA-fractievoorzitter Diederik Samsom deed een interessant voorstel in de NRC van 16 mei: hij wil samen met zijn liberale collega, Halbe Zijlstra, nadenken over een alternatief voor het toeslagenstelsel en noemde terloops het basisinkomen. Een basisinkomen blinkt uit in eenvoud en sluit aan bij de idealen van sociaal-democraten én de targets van de liberalen. Het zorgt voor een flinke besparing op de bureaucratische verzorgingsstaat maar verzekert voor iedereen een fatsoenlijk bestaan.
Een basisinkomen is een inkomen dat burgers onvoorwaardelijk van de overheid krijgen. Het zou voldoende moeten zijn voor mensen om te voorzien in de essentiële levensbehoeften, zoals huisvesting en een zorgkostenverzekering. Iedere burger krijgt dit van de overheid, maar voor de rest is het stelsel van sociale zekerheid zeer beperkt tot, bijvoorbeeld, arbeidsongeschiktheid en onverzekerbare zorgkosten. Daarnaast kunnen mensen zich op de vrije markt bijverzekeren. Tegelijkertijd schaffen we bijna alle uitkeringen, toeslagen en aftrekposten af.
Terecht ergert Halbe Zijlstra zich aan het rondpompen van geld. Mensen betalen belasting maar tegelijkertijd kunnen ze via allerlei regelingen weer geld terug krijgen van de overheid. Dat geldt voor de toeslagenfabriek maar ook voor de hypotheekrenteaftrek. Het belastingstelsel is door Christen-democraten aangekleed als een soort kerstboom met toeslagen, aftrekposten en uitzonderingen. De fraude van de Bulgaarse bendes laat zien dat de kerstboom onder deze versieringen dreigt weg te zakken.
Waren de toeslagen maar het enige: voor mensen die zelf niet voldoende inkomen kunnen vergaren hebben we nu een complex van anonieme afkortingen: AOW, WW, WIA. Om te kijken of mensen wel recht hebben op deze uitkeringen zijn weer controles nodig dat moet dan weer geadministreerd worden door bureaucratische molochen als het UWV.
Een eenvoudiger stelsel van sociale zekerheid, zoals een basisinkomen, voorkomt dat zuurverdiend belastinggeld in de verkeerde handen valt of verdwijnt in een bureaucratisch zwart gat. Het basisinkomen zou de kern kunnen vormen van een mini-stelsel van sociale zekerheid, de droom van de VVD.
Tegelijkertijd zou een basisinkomen ervoor zorgen dat iedere burger recht heeft op een fatsoenlijk bestaan, het hoofddoel van de PvdA. De huidige complexiteit aan regelingen heeft tegenstrijdige effecten: zoals de armoedeval, als mensen die in een uitkering zitten gaan werken, dan kunnen ze wel eens minder geld overhouden aan het eind van de maand, dan toen ze niet werkten. Alle toeslagen zijn inkomensafhankelijk. Als je teveel verdient, heb je geen recht meer op die regelingen. Werken loont dus niet. Een basisinkomen voorziet iedereen in een minimum. Het geld dat mensen daar bovenop verdienen gaat niet ten koste van hun basisinkomen. Zo stimuleert het meer dan de huidige regelingen dat mensen gaan werken.
Bovendien merken veel gemeentes dat armlastige burgers zich niet aanmelden voor alle regelingen waar ze recht op hebben. Ze sturen formulierenbrigades langs de deuren om mensen te helpen om hun recht te halen. In een simpeler sociaal stelsel zou dat niet nodig moeten zijn.
Onze verzorgingsstaat is een onoverzichtelijk systeem geworden van uitkeringen, belastingen en toeslagen. Voor de mensen voor wie het bedoeld is ons stelsel vaak te ingewikkeld: zij halen er niet uit wat er in zit. Voor mensen die kwaad van zin zijn biedt het genoeg mogelijkheden voor fraude. Een basisinkomen scoort beter op het sociaal-democratische ideaal van een eerlijke inkomensverdeling en het liberale target van efficiency. Weg met de toeslagenfabriek. Leven het basisinkomen.