Al twee decennia begeleid ik colleges van burgemeester en wethouders en bestuurders van provincies en waterschappen. Zodoende heb ik een groot aantal hoogwaardigheidsbekleders zien komen en gaan. Je hebt ze in allerlei soorten, de maten mag je er zelf naast leggen in het stemhokje.
Allereerst de Silvio’s. Ergens in de jaren tachtig pikte ik een boek op over Milano 2, een buitenwijk van Milaan. In het boek zag het er oogverblindend uit, groen, een zwembad, een restaurant, stijlvolle architectuur en sociale woningbouw. Het was het eerste vastgoedproject van Silvio Berlusconi. Ik was er laatst in de verwachting een vervallen wijk aan te treffen, klaar als opnamedecor voor een maffiafilm. De wijk ligt er echter nog steeds prachtig bij en het is nog steeds sociale woningbouw. Allemaal dankzij Silvio volgens de bewoners. Ook in Nederland zijn voorbeelden te vinden van bestuurders die lijden aan het Silvio-syndroom en zich het hele jaar Sinterklaas wanen. Door een waas van goedheid zullen sommige bestuurders ook de komende bestuursperiode zich laten leiden door het idee: "Ik doe goed voor het dorp/de stad, wat zeuren ze nou als ik af en toe een beetje buiten de lijnen kleur?" Al dan niet uitgelegd in de rechtbank. Je herkent een milde vorm van het Silvio-syndroom aan het notitieboekje dat deze burgervrienden bij zich hebben op een receptie of als ze in het wild over straat lopen. De meer zuivere Silvio’s gebruiken Twitter als een vorm van in het openbaar masturberen.
Vervolgens heb je de machers. Rond zo’n bestuurder ontstaat een semi-autonoom koninkrijkje in de ambtelijke organisatie dat zichzelf vervolgens onafhankelijk verklaart, in het machtsspel de goede zetten doet en zich vervolgens onaantastbaar los zingt van elke controle.
Er is ook een categorie escapisten die alle schepen achter zich heeft verbrand en de politiek in gaat. Maar vaak zijn die schepen al een tijdje geleden verbrand. Zo iemand heeft ook een leven gehad voor de politieke roeping. En in dat niet-politieke leven is soms wel eens iets gebeurd dat de politieke ambities een zetje of een flinke duw heeft gegeven. Een mooie openbare positie is dan een welkome ontsnapping. De categorie escapisten is weer op te splitsen aan de hand van het keurmerk ‘heb er van geleerd’ of ‘onverbeterlijk’. De eerste categorie zijn vaak uitstekende bestuurders, de onverbeterlijken vaak een drama doordat ze mislukkingen en ongenoegens afreageren op (meestal zeer loyale) ambtenaren.
Maar we hebben ook nog echte leiders. De Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb omschreef leiderschap in het tv-programma Collegetour: “Een leider is niet iemand die uit het raam kijkt en zegt: ‘U wilt koffie en cake, dat gaan we doen’. Een leider is iemand die zegt, ik luister en ik hoor je heel goed, maar ik doe niet wat je wil. Er is soms een ander, hoger belang, een belang dat een deelbelang overstijgt, hoe legitiem soms ook”. Die echte leiders zijn er meer dan je zou denken. Ze vallen alleen paradoxaal genoeg niet zo op. Echt leiderschap kenmerkt zich door bescheidenheid en is soms informeel en bijna onzichtbaar.
En dan is er de categorie die de boel op de rails houdt op weg naar een lintje na hun termijn. Bestuurders die gewoon proberen de gemeenschap te dienen, zijn ook in bijna elk bestuur te vinden. Hoewel elk foutje op een goudschaaltje gewogen wordt, want bestuurders moeten blijkbaar onfeilbaar zijn. Waardoor ze niettegenstaande alle ellende op social media en het standaard quotum bedreigingen dat ze over zich heen krijgen, toch blijven doen wat ze denken dat goed is. Wellicht saai, maar saaie politici zijn een zegen voor het land en alleen een probleem voor journalisten. Saaie politici zorgen dat het voor elkaar komt.
Iets roepen kan iedereen. De burgerbevriende Silvio’s, de machers en de onverbeterlijke escapisten, ook zij zullen met hun opportunisme terugkeren op het pluche. Maar de dapperen die in hun schaduw noest door blijven akkeren, maken het systeem toekomstbestendig. En willen we vooruit in de wereld en niet onbestuurbaar afglijden, dat is echt aan de orde, dan is weloverwogen kiezen voor de provincies en de waterschappen belangrijk. Vooral bij de voor velen schimmige waterschappen melden zich nog wel eens opportunisten.
Wellicht pedant, bij deze vanuit mijn lange ervaring een welgemeend stemadvies (passend in een VARA-traditie, maar waarschijnlijk de eerste sinds de jaren zestig). Beloon met jouw stem bestuurders die niet weglopen en getoond hebben hun verantwoordelijkheid te willen nemen. Uit de grond van mijn hart, stem vooral op die degelijke steunpilaren van de regionale democratie die een bewijs van goed gedrag hebben in het vak van de boel een beetje bij elkaar houden en samen iets opbouwen. Daar hoef je niet elke dag over te twitteren.