© cc-foto: Steve Eason
Via een recent opiniestuk hebben zuidelijke maatschappelijke organisaties zich kritisch uitgelaten over de gebreken van de uitkomst van Glasgow klimaattop, met name over de ‘loopholes’ of geitenpaadjes in de fossiele exportsteun die Nederland dit jaar nog voortzet.
Hoewel de Glasgow-verklaring een belangrijke opmaat is naar een just-energietransitie, biedt de uitwerking van het Nederlandse beleid nog te veel uitzonderingen die de beloften uit de verklaring afzwakken. Die uitzonderingen staan haaks op de VN-klimaatdoelstellingen, mensenrechten en de beginselen van een just-transitie. Een transitie die rechtvaardig, inclusief en verantwoord is voor mens en natuur.
Ondanks het momentum voor de just-transitie, schuilt het gevaar voor 'just transition washing'. Dit kan zich op verschillende manieren voordoen. De just-transitie wordt als excuus gebruikt om het gebruik van fossiele brandstoffen juist voort te zetten. De Oekraïne-oorlog bevestigt op een pijnlijke manier onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen.
Just-transitie wordt een containerbegrip, waarbij arbeid, werknemers en vakbonden niet meer centraal staan maar aan de zijlijn komen in de uitwerking van het concept op bedrijfsniveau, sectoraal niveau, nationaal niveau, of internationaal niveau.
Just-transitie wordt aangegrepen door ontwikkelingslanden om toegang te krijgen tot internationale klimaatfinanciering die arbeidsrechten overschrijdt en vaak zelfs ten goede komt van landen die de arbeidsrechten niet respecteren.
Tenslotte worden nieuwe akkoorden gesloten tussen arme en rijke landen over een 'just-transitie' die in werkelijkheid niets met een rechtvaardige transitie te maken. Partnerships met dictatoriale regimes, die het niet zo nauw nemen met vakbondsvrijheid en arbeidsrechten versterken onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen of wekken soms de schijn van neokolonialisme.
Met het huidige uitzonderingsbeleid kiest Nederland voor de weg der geleidelijkheid terwijl radicale veranderingen in ons energiesysteem en onze omgang met schaarse grondstoffen noodzakelijk zijn. Dit beleid doet ook geen recht aan de veranderende geopolitieke verhoudingen die de grondstofzekerheid van rijke landen bedreigt en zo hun uitzicht op een succesvolle energietransitie vertroebelt.
Door medeondertekening van de Glasgow-verklaring heeft Nederland zich aangesloten bij de coalitie van 39 landen die op korte termijn willen stoppen met directe overheidssteun voor internationale fossiele energieprojecten. De ondertekening betekent dat het kabinet de transitie naar een groene energievoorziening versnelt en zal werken aan nieuw beleid voor het beëindigen van internationale overheidssteun aan de fossiele energiesector.
Dit geldt in het bijzonder voor de exportkredietverzekering. De Nederlandse overheid steunt bedrijven in het buitenland zaken te doen, maar die pakken voor mensen in ontwikkelingslanden regelmatig ongunstig uit. Over de uitwerking van het beleid hebben zuidelijke maatschappelijke organisaties veelvuldig van zich laten horen, laatst middels hun recente opiniestuk. Voor ontwikkelingslanden hangt veel af van dit beleid, gezien de klimaatschade die veel van deze landen nu al treft en in de toekomst alleen maar toe zal nemen. Maar ook omdat zij recht hebben op duurzame energietoegang en een just-energietransitie.
Hoogste tijd dat Nederland zich solidair toont met grondstofrijke ontwikkelingslanden. Uiteindelijk zitten we met zijn allen in hetzelfde klimaatschuitje.
cc-foto: Steve Eason