'Respect' is uitgegroeid tot het toverwoord in zo ongeveer elke maatschappelijke discussie
Je kunt tegenwoordig de tv niet meer aanzetten, geen krant meer openslaan en geen radio meer luisteren zonder dat je over iemand struikelt die wijze woorden debiteert over het onderwerp ‘respect.’ We dienen over te lopen van respect voor alles en iedereen, voor elke mening, voor elk pissebed, voor elk blaadje aan elke boom. Vroeger hoefde dat niet, maar tegenwoordig behoor je alles te aanbidden wat los en vast zit. Het schijnt de remedie te zijn tegen alle maatschappelijke kwalen, van voetbalhooligans en draaideurcriminelen tot de malaise in de gezondheidszorg. In elke aflevering van Rondom Tien-achtige programma’s is er altijd wel iemand te vinden die te pas en vooral te onpas ‘respect’ roept, of het nu gaat over de korenwolf of over islamitisch fascisme. Ook politici hebben het woord ontdekt, maar dat is niet verwonderlijk want die liften mee op alle hypes zolang het de omvang van hun electoraat ten goede komt.
Respect schijnt niet verbonden te zijn aan voorwaarden; we moeten het 24 uur per dag koesteren voor alles en iedereen, zonder te weten waarom. In het verlengde hiervan moeten we in één moeite door iedereen ‘in zijn waarde laten.’ Wat dat precies inhoudt is onduidelijk, maar ik neem aan dat we bijvoorbeeld iemand die een patent wil op vierkante wielen op de schouders moeten slaan en hem feliciteren met zijn briljante vondst. We mogen hem dus onder geen beding toevoegen dat hij een volstrekte dwaas is, hetgeen toch eigenlijk dichter bij de waarheid zou liggen.
Het verschijnsel stille tocht is een gevolg van de respecthype die ons land de laatste jaren teistert. Wildvreemden menen respect te moeten betuigen aan een slachtoffer van een misdrijf. Ze doen dat door met ernstige gezichten zwijgend over straat te schuifelen, indien mogelijk richting de plaats van het delict, alwaar pluchen beertjes en bloemstukken worden neergelegd en ballonnen worden opgelaten. Vóór de tragische dood van Theo van Gogh werden er nog wel eens briefjes met stichtelijke teksten op de buik van zo’n beertje geprikt, maar sindsdien is die variant minder populair. Een Brits sociologisch onderzoek heeft een paar jaar geleden eens aangetoond dat de deelnemers aan dit soort bizarre optochten dat niet zozeer doen uit medeleven met het slachtoffer en zijn familie, maar tot meerdere eer en glorie van zichzelf. Ze willen de wereld en elkaar laten zien dat ze goede mensen zijn. Ze zijn de exhibitionisten van de rouw.
Een ander, zo mogelijk nog merkwaardiger gevolg, is de jaarlijks terugkerende, door de overheid geïnitieerde ‘Dag van het Respect’, waarmee vooral kinderen worden lastiggevallen. Zelfs basisschoolleerlingen worden onderworpen aan kruisverhoren betreffende hun relatie tot het woord respect en moeten werkstukjes maken waarin ze dienen te beloven om respect te hebben voor iedereen. Natuurlijk geeft elke kleuter daar gehoor aan, want weigeren is geen optie. Wat daarbij vergeten wordt is dat het begrip respect grenst aan een abstractie. Het bevindt zich in een filosofisch schemergebied dat op kunstmatige wijze is gesublimeerd tot een kristalheldere realiteit, die kinderen op het verkeerde been zet. Het al of niet hebben van respect voor iemand is namelijk wel degelijk aan condities gekoppeld. Die nuance ontbreekt, omdat respect is verworden tot een eenduidigheid, die ook aan kinderen eenvoudig moet kunnen worden uitgelegd.
Als een bestaand woord of begrip een modeverschijnsel wordt, boet het aan betekenis in. Die devaluatie is nog eens extra groot als het wordt geadopteerd door een subcultuur, zoals ‘respect’ is gegijzeld door de rapscene. Die ontwikkeling viel eerder waar te nemen bij woorden als ‘wreed’ en ‘vet’, waarvan de betekenis in sommige kringen zelfs helemaal is veranderd. Op zich is dat onschuldig, maar ‘respect’ is uitgegroeid tot het toverwoord in zo ongeveer elke maatschappelijke discussie en niet in de laatste plaats in het schier eeuwige debat over normen en waarden. Wat daarbij opvalt, is dat de mensen die het hardst om respect roepen, nou vaak net die mensen zijn die weten dat ze het niet a priori zullen krijgen. Ze moeten erom vragen en dat is een veeg teken. Ze hebben boter op hun hoofd, en om die aan het zicht te onttrekken gebruiken ze het woord respect als hoofdbedekking.