In de fashion-industrie zijn er stappen gezet, zoals de afspraken rondom het kledingconvenant. Toch blijven er rampen gebeuren
Door Matthijs Kettelerij, Roosmarie Ruigrok en Jantine Geurts
Vijf jaar geleden vond op 24 april de grootste ramp in de kledingindustrie plaats: de Rana Plazafabriek in Bangladesh stortte in, er kwamen 1133 mensen om het leven en honderden arbeiders raakten ernstig gewond. Shoppen kreeg in de Westerse wereld een nare bijsmaak, met het bloed van al die mannen, vrouwen en kinderen klevend aan de fast fashion koopjes waar we zo dol op waren. Zelfs de mensen die dachten met de koop van dure merkkleding genoeg aan het levensonderhoud van de arbeiders bij te dragen, kwamen van een koude kermis thuis. Een duur merkje aan je kleding bleek geen garantie voor kwaliteit van arbeidsomstandigheden, gebruik van veilig materiaal of eerlijke handel. Ook het overgrote deel van de kledingmerken bleek zich niet bewust te zijn van de omstandigheden waaronder hun ontwerpen werden geproduceerd.
De beelden vanuit Bangladesh gingen de hele wereld over. De angst, het verdriet en de pijn spatten ervan af. Heel de wereld was geschokt dat dit kon gebeuren anno 2013, dat werknemers in de vroege ochtend gedwongen werden om aan het werk te gaan in een gebouw dat op instorten stond. Daar waar de scheuren door de muren liepen. Tussen de brokstukken en lichamen vonden fotografen kledingstukken van de wereldbekende merken, bestemd voor de Westerse markt. Iedereen hoopte maar dat zijn favoriete merk er niet tussen lag… “Die werknemers hadden trouwens toch gewoon kunnen gaan staken en kunnen weigeren om de fabriek in te gaan? Dan zoeken ze toch een andere baan?” Maar was dat wel zo? Nee. Ze hadden geen keus.
Merken beloofden plechtig dat ze actie zouden ondernemen en overheden dat ze scherper gingen controleren. Sommige consumenten pasten hun koopgedrag aan, maar voor hoe lang? Het is nu vijf jaar later en er is veel veranderd. Kijk eens om je heen, de technologische ontwikkelingen zijn amper bij te houden en de circulaire economie heeft zijn intrede gedaan. Ook in de fashion-industrie zijn er stappen gezet, zoals de afspraken rondom het kledingconvenant. Toch blijven er rampen gebeuren en blijft het schrijnend wat documentaires als De slag om de klerenwereld en The True Cost aan het licht brengen. Hierin wordt duidelijk hoe gecompliceerd de kledingindustrie en de keten van katoenplant tot kassa in elkaar zitten. Je kunt er moedeloos van worden en geloven dat je als consument geen invloed hebt, dat je slechts een druppel op een gloeiende plaat bent. Maar is dat wel zo? Nee. Jij hebt een keus.
De klant is koning en bepaalt de vraag. Als je mensen vraagt of ze willen dat hun kleding eerlijk gemaakt wordt, met respect voor mens, dier en milieu, dan hoor je een vanzelfsprekend “Ja”. Toch gaat het niet om de wil, maar om het doen. Zelf actie ondernemen en bewuster shoppen. Sinds Rana Plaza is het aantal initiatieven, winkels en merken op het gebied van duurzame mode explosief gestegen. Via webshops en social media is het aanbod steeds makkelijker te vinden. Mode naar jouw smaak en geschikt voor jouw budget.
#whomademyclothes Alle partijen moeten keihard blijven werken om de kledingindustrie te verduurzamen, maar het begint bij jezelf. Jouw eerste stap? Vraag op 24 april, Fashion Revolution Day, via social media aan je favoriete merk: #whomademyclothes. Vraag om transparantie. Op die manier zorgen we ervoor dat onze dochters in de toekomst enkel duurzame mode kunnen kopen, alle makers leefbare lonen ontvangen en onder veilige omstandigheden kunnen werken. De keuze is aan jou.
Matthijs Kettelerij is mede-eigenaar Kiesduurzamemode.nu en teammember Fashion Revolution NetherlandsRoosmarie Ruigrok is eigenaar van Clean & Unique en Country Coördinator Fashion Revolution NetherlandsJantine Geurts is eigenaar van Kiesduurzamemode.nu en De Woordspinners