De paradox is dat de mondigheid van schreeuwers versterkt moet worden. Hun geluid hoeft niet luider te worden maar het gehoor van de overheid sterker
Deze week verscheen het boek ‘Bezorgde burgers’ van Steven de Jong. Over een man die zich ongehoord, ongezien en onbegrepen voelt en langzaam radicaliseert. Er zijn veel mannen en vrouwen zoals hij maar de bezorgde burger heeft vele verschijningsvormen. Niet iedere bezorgde burger is boos, niet iedere boze burger is woedend. Maar aan de radicalisering ten gevolge van die zorgen liggen vaak wel dezelfde problemen ten grondslag.
Deze mensen nemen de dienstbaarheid die een overheid eigen moet zijn niet meer waar. Ik merk dat zij ons veel meer zien als een apparaat, als een machine waarin de menselijkheid langzaam verdampt. Dat shockeert me en ook weer niet. We hebben het er deels zelf naar gemaakt als overheid, merk ik in mijn werk.
Neem de tegenprestatie die het Rijk oplegt als je bijstand ontvangt, hulp waar je gewoon recht op hebt. Of het woud van regels en administratie dat je door moet ploegen om toeslagen aan te vragen. Je wisselende inkomsten moet je goed bijhouden, om precies aan te kunnen geven op welke toeslagen je recht hebt. Doe je dit niet secuur, dan moet je al gauw honderden euro’s terugbetalen en daar kan een hoge boete bijkomen.
Het is de heersende filosofie van eigen kracht, die mensen in armoede moeten aanspreken om zich te ontworstelen aan schulden. Die burgers zijn gekrenkt en op zoek naar iemand die erkent dat ze alleen staan. Vaak hoor je dat Nederlanders aan de randen van het politieke spectrum zich niet gehoord voelen. Dat steekt me. Het gaat er namelijk om dat ze niet gehoord worden. Ze voelen zich niet vergeten, ze zijn vergeten.
Hoofdpersonage Samuel brengt dat onder woorden in het boek, als hij vertelt dat hij eigenlijk nergens toebehoort, ik citeer: “Was ik ook maar lid van zo’n minderheid, dan kon ik met anderen vechten voor erkenning. Of godsdienstwaanzinnige, dan leefde ik voor het hiernamaals. Nu radicaliseer ik in mijn eentje en dat is voor niemand leuk.”
Er bestaat een tweede misverstand over bezorgde burgers. Denkend aan Twitter en online reacties op nieuwsberichten wordt vaak over mondige burgers gesproken. Maar als een ingezonden brief of een scheldpartij op Facebook je toevlucht is, dan kon je nergens anders je verhaal kwijt. Dat duidt veel meer op onmondigheid.
De paradox is dus dat de mondigheid van schreeuwers versterkt moet worden. Hun geluid hoeft niet luider te worden maar het gehoor van de overheid sterker. Politici dienen daarvoor daadwerkelijk te luisteren.
Een van mijn grootste inzichten als wethouder is de waarde die aandacht heeft voor mensen. Toen ik in Noord meeliep met schuldhulpverleners had ik geen pasklare oplossing voor die Amsterdammers in geldproblemen. Maar dat ik even de moeite nam om te luisteren gaf een zucht van verlichting. Al was het maar voor even.
Ik kan me vergissen, maar volgens mij zagen ze een overheid die naast hen ging staan, in plaats van enkel eisen oplegt wanneer zij om hulp verlegen zitten. Dat klinkt misschien bevoogdend maar is het allerminst. Het is simpelweg recht doen aan de zorgen van mensen.
Uiteraard, ons bestuur kent al mogelijkheden om als burger van je te laten horen. Maar inspraak is zo geformaliseerd dat je een universitaire opleiding nodig hebt om je zegje te doen. Dat probleem duikt ook op in het boek, wanneer Samuel zegt, sprekend over de ondoorgrondelijkheid van de grondwet: “De wet die iedere burger geacht wordt te kennen is opgesteld in het jargon van rechtsgeleerden.”
Onpersoonlijk dus. Voor veel burgers lijkt de overheid steeds meer te verworden tot een automatisch opgestelde brief, of een invulveld op een website, of een keuzemenu aan de telefoon.
Meer aandacht kan dat beeld van een apparaat kantelen. In Amsterdam werken we samen met scholen om te ontdekken wie niet meer in de klas verschijnt. Zodoende bellen we aan om te zien of je thuis bent. Zo voorkomen we spookjongeren die niet te helpen zijn. Je wordt niet vergeten.
Lange tijd ging in Amsterdam de aandacht uit naar werklozen die relatief snel weer een baan konden vinden. Dat heb ik omgedraaid. We besteden nu de meeste tijd aan werklozen die het verst van de arbeidsmarkt staan. Ook zij verdienen een bezigheid die recht doet aan hun capaciteiten en verlangens. Zij worden niet vergeten.
De overheid moet echt gaan luisteren zodat de stem van burgers aan kracht wint. Door aandacht te schenken aan de perikelen die hun voorspoed in de weg zitten. En een klein beetje aandacht kan al een grote betekenis hebben. Als wethouder in Den Haag bezocht Willem Drees ooit het Bestedelingenhuis, een instelling voor ouderenzorg en mensen met geestelijke problemen. Dat had hij laten opknappen. Ik citeer Drees:
“Ik heb daar eens een kerstavond meegemaakt waar een verpleegde uit zichzelf behoefte had iets te zeggen, en toen zei: ‘We zijn van de hel in de hemel gekomen.’ Ze maakte zich maar een bescheiden voorstelling van de hemel!”
Het is dezelfde waardering voor een klein gebaar als in Amsterdam Noord, waar een beetje aandacht voor hun schulden ook al een verschil maakte. Een overheid kan wel degelijk een motor van voorspoed zijn. Als we maar bereid zijn om te luisteren.
Toen de Sovjetunie alle afwijkende literatuur de illegaliteit, de 'samizdat' in dwong, stonden alle westerse politici vooraan om te roepen "Zoiets zou bij ons nooit voorkomen, wij zijn zeer open en zeer tolerant." Dit indachtig, hierbij dan het verzoek aan de schrijver om ook kennis te nemen van het boek "Kwaad". Dat is 2/2 uitgekomen en het uitbrengen van dit apocriefe werk lijkt toch niet helemaal te zijn geland in de media.
Dit verhaal spreekt me zeer aan. C'est le ton qui fait la musique!
Dat betekent niet dat je je geld niet moet besteden aan het ook feitelijk helpen van kwetsbare mensen, maar de manier waarop maakt veel uit.
Dat heeft me ook zo mateloos geïrriteerd aan Rutte-Samsom: Nóóit een bemoedigend woord van het kabinet Rutte-Samsom voor het leger crisiswerklozen. Nooit een oproep aan werkend Nederland om rond die echte slachtoffers van het neoliberalisme te gaan staan.
Maar wel eindeloos tamboereren op die hardwerkende Nederlander, die het er niet bij laat zitten en die daarom onze niet aflatende steun en een hele ceel aan douceurtjes verdient.
Daarmee feitelijk implicerend dat uitkeringstrekkers toch eigenlijk maar uitvreters zijn. Uitvreters die je gerust mag rondschoppen en tussen de raderen van een doelbewust complexe regelgeving dol mag draaien.
Ik hoop van ganser harte dat de kiezer binnenkort met hen afrekent.
Als Arjan Vliegenthart gelijk had was niet de PVV maar de SP de grootste partij. En hoewel het kiezerspubliek deels rouleert tussen de SP en PVV is de SP drie maal kleiner dan de SP. Mensen kiezen ook geen PVV voor de problemen in de zorg, of vanwege de harde manier waarop de overheid met bijstand omgaat, of vanwege de flexibilisering van de arbeidsmarkt.
Mensen stemmen PVV omdat zij geen allochtonen in de buurt willen, geen vluchtelingen in nederland, een hek om het land, moskeeën dicht en de gulden terug. En slechts op enkele punten is de SP de kiezers van dienst. Maar de PVV levert het hele pakket. Daarom is de PVV drie maal groter dan de SP.
Daarom kletst Arjan Vliegenthart uit zijn nek. En ik beweer zeker niet dat alles wat hij beweert onwaar is. Want de bejegening van de burger door de overheid kent een hoog hufter gehalte. Het gekke is dat als je ambtenaren daar zelf op aanspreekt dat ze dat niet eens zien, de onredelijkheid van hun eigen gedrag. Maar de meeste gemeenten zijn van mening dat zij de burger van dienst moeten zijn en in de praktijk komt er weinig van terecht. Het idee van de volstrekt zelfredzame burger heeft ook weinig overeenstemming met de praktijk. Bij een groot deel van de bevolking is de zelfredzaamheid helemaal niet zo groot.
Een aanvraag voor bijzondere bijstand moet in Rotterdam met een formulier van 18 bladzijden. En vervolgens kan er nog 18 bladzijden bewijsmateriaal bij. Een dossier bijstandsaanvraag kan ruim 200 bladzijden zijn die een aanvrager moet indienen. En in de procedure gaat iedere ambtenaar ervan uit dat een aanvrager kan frauderen. De werkelijkheid is niet zo prettig.
Maar iedere politieke stroming streeft naar een normale menselijke benadering. Daarin is de SP niet uniek. De PVV is wel uniek, want die streeft naar uitsluiting van iedereen die niet autochtoon is. En de mensen die op de PVV stemmen willen dat ook.
Daar ben ik het mee eens. Er lopen twee dingen door elkaar in het verhaal van Vliegenthart, die jij hier netjes uit elkaar haalt. Voor het tweede vraagt Vliegenthart terecht aandacht, maar zijn oplossing, een luisterend oor, is echt veel te mager.
Alleen met je opmerking dat iedere politieke stroming naar een normale menselijke benadering streeft ben ik het echt niet eens. Hoe verklaar je dan dat de VVD van zins is om mensen met een bijstandsuitkering 5% achteruit te laten gaan door ze hun vakantiegeld af te pakken?
@ Friedrich Feuerbach
Ik snap wat je bedoeld. Met name ten aanzien van de uitkeringen houdt de VVD er hele rare opvattingen op na. Die ook nog eens geheel contraproductief zijn, want het helpt mensen niet aan het werk. Dus zij zitten ook op de grens van wat je een normale menselijke benadering kan noemen. Maar nog niet ver er overheen. Maar je gaat inderdaad wel erg aan ze twijfelen. Ook dat invechten vind ik een geheel idioot idee.
U begrijpt het verkeerd denk ik. Heel veel mensen die op PVV stemmen doen dit niet omdat ze de Moslims uit het land willen hebben, maar doen dit omwille van de dikke middelvinger van Geert Wilders naar de rest toe. Men vind de rest vaak al zo erg dat ze het Moslim deportatie standpunt (voor zover je het daar over kan hebben) maar voor lief nemen.
Het is op ten duur een kwestie van prioriteiten en hoe langer burgers zich niet gehoord voelen, des te groter de behoefte van die middelvinger wordt.
Dat zou de SP-wethouder wel willen: dat er beter geluisterd wordt naar de schreeuwers. Hij leert zijn achterban maar dat ze om gehoord te worden moeten leren om hun mening beter gearticuleerd te uiten. En anders luistert de overheid hooguit naar ze in de hoedanigheid van hulpverlener maar never nooit niet als naar gelijkwaardige burgers, want daartoe moeten de schreeuwers en hun vertegenwoordigers zich eerst maar eens opvoeden.